Klacht politieoptreden gegrond |
In november 2000 werd een pandje in de Utrechtse wijk Lombok gekraakt, aan de Riouwstraat 14. Na een dag wachten kwam er politie langs met de mededeling dat de krakers dienden te vertrekken, dit zonder dat er ook maar een blik in het pand was geworpen, een kraakrapport was opgemaakt of overleg was geweest met de officier van Justitie.
Over deze gang van zaken is een klacht ingediend bij de politie en dit is het resultaat:
“Door de hulp-officier van justitie is, op basis van de gevoerde gesprekken, de krakers gezegd dat zij het pand zouden moeten verlaten. De hulp-officier had de overtuiging vanuit de gevoerde gesprekken en informatie vanuit de wijkagent dat in de afgelopen periode in het pand daadwerkelijk werkzaamheden hadden plaatsgevonden. Deze uitspraak is door de krakers opgevat als negatieve beschikking. Door de hulp-officier is aan de krakers niet uitgelegd hoe de vervolgprocedure zou lopen en de daarin door hem te nemen stappen niet uitgelegd. Hierdoor is bij de klager de indruk ontstaan dat er sprake zou zijn van een ontruiming indien het pand niet binnen een half uur zou zijn verlaten. Omdat klager geen confrontatie met de politie wilde, heeft hij, voor terugkomst van de politie, die overleg had gevoerd met de officier van Justitie, het pand verlaten. Ik ben van mening dat het politieoptreden hier niet voldoende en zorgvuldig is geweest. Aan de klager had meer expliciet melding kunnen worden gemaakt van de vervolgprocedure. Op dit punt acht ik derhalve de klacht gegrond.
Resumerend kom ik tot de conclusie dat de klacht gegrond is. De betrokken hulpofficier van Justitie mocht de krakers trachten te bewegen het pand te verlaten. Toen dit echter niet lukte, ware het zorgvuldiger geweest, naast het advies aan klager contact op te nemen met zijn raadsman, ook uitleg te geven over de te volgen procedure en de verschillende consequenties van mogelijke beslissingen van de officier van Justitie.”
KSU Utrecht