Cool in de kapel |
Het stond drie jaar leeg en het was wellicht geruisloos van de aarde verdwenen als het collectief dat zich Timeflies noemt, het niet had ontdekt en gekraakt. Ze organiseren er leuke evenementen, en argeloze bezoekers staan perplex van de verbluffende modernistische architectuur van Zuidas, de nieuwe naam van het kerkje. De mooiste broedplaats van Amsterdam.
Zuidas |
De Zuidas, was dat niet dat grootsteedse project om van het gebied rond Station Zuid/WTC een prachtige kantoorstad te maken? Inderdaad, maar Zuidas is sinds kort ook de naam van een kerkje in de Prinses Irenestraat, vlakbij WTC, waar cool Amsterdam samenkomt voor allerlei leuke evenementen; een elektro-avondje, een experimenteel klankconcert, de presentatie van een kunstblad of een spontane dj-set van Carl Craig.
“We moesten een naam voor ons pand hebben,” zegt Cas, een van de mensen achter Zuidas (omdat hij volgens de letter van de wet kraker is, wil hij z’n achternaam liever niet in de krant). “We hadden het de Hoedendoos of de Koektrommel kunnen noemen, maar we vonden Zuidas wel een mooi gebaar.
Het is zo’n buzz-woord, dat als een wolk boven de stad hangt, en nu heeft het echt een plek. Je kunt nu deze kerk op de kaart aanwijzen en zeggen: dat is de Zuidas.” De grap is natuurlijk dat het gekraakte kerkje ook een soort luis in de pels is van de ‘echte’ Zuidas. De projectontwikkelaars zitten natuurlijk niet te wachten op een kraakpand, precies op de plek waar ze wellicht een winkelboulevard of een kantoorflat hadden gepland.
Wat de kraakactie in elk geval heeft opgeleverd, is dat een architectonisch juweel aan de vergetelheid is onttrokken. Riep daar iemand ‘Le Corbusier’? Stap de kerkzaal op de eerste verdieping binnen en je mond valt open. De zaal is rond, in het midden staat een enorm blok marmer als altaar. Dankzij de koepel erboven is het altaar het lichtend middelpunt in de verder vrij schemerige zaal. Je kunt door de schuin ingemetselde raampjes niet naar buiten kijken – je zou eens afgeleid worden van Gods Woord. Er zijn vijf cirkels met simpele houten banken, er staat een lief rond preekstoeltje. De akoestiek is raar; in het midden gonst je stem na in de koepel, en als iemand aan de buitenkant van de ring iets zegt, kun je aan de andere kant van de zaal absoluut niet bepalen waar het geluid vandaan komt.
Op de begane grond bevindt zich een minstens zo eigenaardige ruimte; een rond zaaltje waarop dertien kapelletjes uitkomen -het waren er eigenlijk veertien, maar voor de toegankelijkheid hebben de krakers er een gesloopt- en daaromheen een glazen rondgang, waar de klimop zich een weg naar binnen zoekt. Het doet hier een beetje denken aan sanatorium De Zonnestraal, die architectonische mijlpaal bij Hilversum. De kerk zit vast aan het Sint Nicolaas Lyceum en werd in 1959 ontworpen door de Amsterdamse architect Lau Peters. Diens collega Frans Boogers, die destijds als jongste bediende meewerkte aan het ontwerp, wordt meteen weer enthousiast als hij aan het gebouw wordt herinnerd. “Het is een beetje mijn geesteskind. Vooral de lichttoetreding in de kerk is heel bijzonder. Vroeger hing er ook nog een perspex kruis in de koepel, dat gaf een heel mooie weerkaatsing. Het was voor die tijd een nogal revolutionair ontwerp voor een kerk. Wat zegt u, Le Corbusier? Jazeker, dat was een naam die destijds heel veel te horen was bij ons op kantoor.”
Kerkzaal met altaar en lichtkoepel |
In de kerk en de aangrenzende flat zetelde de priesteropleiding van de Priesters van het Heilig Hart, die ook het lyceum bestierden. Op maandagochtend was er voor de leerlingen van de school weekopening in de bovenzaal van de kerk; de veertien kapellen in de benedenzaal waren voor de priesters, die ieder werden geacht elke dag de heilige mis op te dienen. “En als je allemaal na elkaar moet, ben je tot ‘s avonds laat bezig, dus deden we het tegelijkertijd, ieder in een kapel,” aldus pater Verbruggen, die 25 jaar in het complex woonde en werkte en nu pater is in de Papegaai aan de Kalverstraat.
De Priesters van het Heilig Hart verhuisden halverwege de jaren tachtig naar het klooster aan het Museumplein, ze verkochten de kerk en het klooster aan het bisdom Haarlem, die er zijn eigen priesteropleiding in vestigde, en een paar jaar geleden werden het complex verkocht aan ING Vastgoed. Sindsdien zitten er anti-krakers in het klooster, die om onopgehelderde redenen op een goeie dag de gang naar de kerk hebben dichtgemaakt, waarmee de kerk dus feitelijk leeg stond en gekraakt kon worden. En zo geschiedde, vorig najaar, door een groepje dat onder de naam Timeflies al zo nu en dan feestjes organiseerde in een leegstaande ruimte aan de Haarlemmer Houttuinen, en waarvan een paar mensen ook betrokken waren bij Vrieshuis Amerika. Sinds een paar maanden organiseren ze feestjes en evenementen in de kerk; boven is de ‘ouwehoerruimte’, ze hebben van een paar kerkbanken een bar getimmerd, en beneden is een dansvloer die heel erg doet denken aan een disco in een provinciaal jongerencentrum anno 1980.
Vooralsnog is het aantal feestjes in de kerk heel bescheiden. De jongens die het kraakten, organiseerden een paar avondjes, de beroemde dj Carl Craig belde zelf of hij mocht komen draaien -hij had van een vriend ronkende verhalen over de kerk gehoord- en hield het acht uur achter de draaitafels uit. En ze stellen de zaal beschikbaar aan mensen die er iets leuks willen doen. Onlangs werd het nieuwe kunsttijdschrift Catalogue er gepresenteerd, er is soms een hiphopavondje in de club beneden.
Christiaan: “Nu we een beetje bekend worden, krijgen we steeds meer aanvragen van mensen die hier iets willen organiseren. Maar we passen wel op; voor je het weet krijg je het stigma van ordinair partyhol opgeplakt. Dus als mensen gewoon een feestje willen geven met dj’s en veel zuipen, dan huren ze de Escape maar af, want daar lenen we ons niet voor.”
Cas: “We gaan hier ook niet tot vijf uur ‘s nachts staan butsen, dan pleeg je roofbouw op jezelf en op het gebouw, en trouwens ook op de goodwill van de buurt. We zitten niet te wachten op ruzie met de politie, de brandweer of de buren.” Dat zijn, zeggen ze, de ‘mindere goden’, die ze zonder al te veel moeite nog wel te vriend kunnen houden. Ze beseffen wel dat het lastiger is om uiteindelijk weerstand te bieden tegen ‘de hogere machten’, en dan hebben ze het niet over Onze Lieve Heer, maar over ING Vastgoed, de eigenaar van het pand. Gezien de plannen met de buurt kun je namelijk stellen dat de kerk op peperdure grond staat. Cas: “En als de ING beslist dat hier een torenflat moet komen, dan valt daar natuurlijk niet tegenop te procederen, dat is totaal verspilde energie. Dat heb ik wel met het Vrieshuis gemerkt; dat vond iedereen allemaal heel leuk en sympathiek, maar uiteindelijk bepaald het Grote Geld gewoon de bestemming en daar kun je echt niet tegenop.”
Het verschil met het Vrieshuis is wel dat kapel Zuidas een stuk beter te behapppen is; met een klein groepje mensen bestieren ze de ruimte, “en als je een dagje je best doet, ziet het er hier meteen al goed uit.”
Vooralsnog weet niemand wat er precies met de kapel moet gebeuren. De woordvoerder van eigenaar ING zegt ‘zeer verbaasd te zijn’ dat we over ‘dat onnozele kerkje’ informatie wil hebben. “Onze bedoeling is momenteel vooral om het gebouw niet in te laten storten,” zegt hij, en van die krakers heeft ING vooralsnog helemaal geen last.
Monumentenzorg heeft zich niet over de kerk gebogen, maar de woordvoerder daar betwijfelt of er belangstelling voor het object is. Het is sowieso niet oud genoeg om als Rijksmonument bestempeld te worden, en architect Peters geldt als ‘nogal een veelbouwer’, oftewel: niet erg exclusief.
Bij stadsdeel Zuider Amstel wil iemand ‘op persoonlijke titel’ best zeggen dat hij het ‘heel leuk’ vindt wat die jongens in die kerk doen. Een collega van hem heeft planologische schetsen voor het gebied gezien waarin de huidige bebouwing ‘vrijwel geheel weggetekend’ was.
Rondgang |
Het Projectbureau Zuidas is er nog niet uit, maar denkt dat het gebouwtje gespaard wordt. Het aangrenzende Sint Nicolaas Lyceum gaat binnen een jaar of zes tegen de vlakte, is het idee; de school krijgt een nieuw gebouw elders in de buurt. Men speelt met de gedachte de kapel te handhaven; er wordt gestudeerd op een culturele functie, “want we willen absoluut een prominente plek voor cultuur aan de Zuidas.” Mogelijk is bijvoorbeeld om het kapelletje als paviljoentje bij het Beatrixpark te trekken, aan de overkant van de straat, en dat als expositieruimte in te richten.
De krakers van de kerk -“he, krakers is zo’n rotwoord, je denkt gelijk aan honden en leren jassen en een politburo dat bepaalt wat waar door wie gekraakt en gebruikt mag worden”- maken vooralsnog niet veel plannen: “Je kan er over twee weken uitgezet zijn.” En als de eigenaar met een behoorlijk verhaal komt waarom ze er uit moeten, dan zijn zij de laatsten om dwars te liggen, zeggen ze.
Ze zijn wel een soort broedplaats, of in elk geval een ontmoetingsplek voor de creatieve ‘underground’ van Amsterdam, maar ze gaan de wereld niet vermoeien met een of ander pretentieus bedrijfsplan. Cas: “We hebben geen hoogdravend Swammerdam-verhaal over broedplaats-dit-en-dat. Ik bedoel: wat is kunst precies? Daar ga je al! Wij zien het zo: deze kerk heeft drie jaar leeg gestaan, toen had het gebouw helemaal geen functie. Wij denken dat we er wel iets goeds van kunnen maken, en dat is dan ons cadeautje aan de stad Amsterdam. We willen het gebouw wel cultiveren en exploiteren, maar we willen zo min mogelijk pretenderen.”
Het is frappant; de ascetische rust die de architectuur van de kerk uitstraalt, lijkt ook een kalmerend, mellow effect op alle betrokkenen te hebben. Iedereen vindt het wel best dat er zo nu en dan iets leuks wordt georganiseerd, en iedereen heeft over de toekomst zo’n gevoel van ‘we zien wel, we komen er wel uit’. Ondertussen gaan de krakers vrolijk door met het conserveren van het gebouw. “We gaan maar weer eens aan de slag,” zeggen ze na een koffiepauze van een uur in de ijskoude kerkzaal. De organisatoren van een cd-presentatie vorige week hebben helaas niks opgeruimd, dus de benedenzaal is een puinhoop. “Dan doen we het maar zelf.” Zoals ze eerder al over het bestieren van het kerkje hebben gezegd: “Het is zwoegen en een beetje afzien, maar je doet het voor het geestelijk gewin, he?”
Het is net of ze het over de aanbidding van God hebben, en zo komt de kapel niet van z’n oorspronkelijke functie los. Eens een kerk, altijd een kerk.
(Met dank aan Marina de Vries)
Informatie over de kapel: zuidas [at] wereldburger [dot] com
Op zondag 1 april wordt het elektronisch klankconcert ‘Gelui’ gehouden, waarbij de akoestiek van de zaal een rol speelt.
Parool 24 februari 2001 / tekst GERT JONKERS. foto’s JEAN-PIERRE JANS