Kraakhandleiding 2015-2016

‘Wat niet mag… kan nog steeds!’
Kraakhandleiding 2015-2016

Voorwoord

Voor je ligt de nieuwe kraakhandleiding 2015/2016 maar voordat het over kraken gaat eerst dit: deze kraakhandleiding is een project dat geïnitieerd is door zelfstandig werkende auteurs. In tegenstelling tot de vorige uitgave uit 1996/97 en de Korte Kraakhandleiding van kraakgroep de Pijp uit 2005 is dit geen initiatief van kraakspreekuren en/of het SPOK. Het is dan ook sterker doorspekt met persoonlijke stellingnames en beschreven gevallen komen vaak voort uit eigen ervaringen. Niet dat daarmee andere ervaringen te verwaarlozen zouden zijn, ze waren echter niet zonder veel extra werk toegankelijk.

Vroeger diende de kraakhandleiding ook als naslagwerk. Bij het schrijven van de vorige uitgebreide handleiding in 1996 merkte men dat er nog steeds veel vragen leefden binnen krakerskringen die beantwoord konden worden door die vorige uitgave. Tegenwoordig is dat veel minder het geval, oude handleidingen staan online en kennen jaarlijks vele duizenden bezoekers. Verder kunnen mensen hun vragen kwijt op een kraken-maillijst, een kraakforum en net als altijd bij andere krakers, kraakspreekuren en dergelijke. Hierin heeft deze nieuwe handleiding dus een minder belangrijke rol. Vind je het antwoord op je vraag niet in dit boekje: wend je dan tot een van de andere kanalen. Zo vind je bijvoorbeeld weinig terug over legalisaties van kraakpanden en verwijzen we voor informatie op dit terrein door naar verschillende internetsites en organisaties.

Hoewel dus zelfstandig geschreven is er veel dank voor verschillende personen en organisaties voor de medewerking bij het tot stand komen van deze handleiding. Ten eerste moeten Oscar en Ayelt genoemd worden, zonder hen was dit alles niet gelukt. Ten tweede de Ascii, de voormalige gekraakte Amsterdamse internetwerkplaats waar een eerste versie van deze handleiding is geschreven. Tevens mag de HvA in de persoon van Nick Bolte niet onvermeld blijven die de samensteller van de kraakhandleiding studietijd ter beschikking stelde om dit project uit te voeren. De tekeningen zijn van Henk Langeveld, de cartoons van Julia Rosebud en de foto’s van Hans Foto. Nuttige tekst bijdragen zijn ontvangen van Grote Jasper, Vriend Fred, Cees Knutsol, Jan, Imre Pees en Momo. Voor proeflezen en redigeren van de tekst veel dank aan Paul Schaaps.
Voor het tot stand komen van de uitgave is er dank voor opmaker Hans en de drukker Kaboem. Dank ook aan de distributeur van deze handleiding, boekhandel Het Fort van Sjakoo (Jeroen bedankt!), vooral voor de financiële constructie waardoor de handleiding op soms onnavolgbare manier uitgegeven kon worden.

Veel dank voor alles aan Mickael Blijvertje.

Kraker Koert
Amsterdam, 2015


Inhoudsopgave

Inleiding
1 Ruimtegebrek en huisvesting problematiek
2 Leegstand en speculatie
3a Redenen om te kraken
3b Tijdelijke verhuur en anti-kraak
4 Voorbereidingen, het uitzoekwerk
5 De kraak zelf
6 Binnenkomen
7 Het juridische hoofdstuk
8 Na de kraak
9 Publiciteit en media
10 Kraken en organisatie
Epiloog
Extra
Verder lezen


Inleiding

Kraken in Nederland is nog steeds een actuele en noodzakelijke bezigheid. Steeds meer mensen kunnen enkel en alleen aan woonruimte komen via rechteloze, onzekere en tijdelijke woonvormen zoals (illegale) onderhuur, tijdelijke huur of anti-kraak. Alleen dit ‘flex-wonen’ blijft als optie over omdat wonen via reguliere wegen domweg te duur of niet beschikbaar is voor mensen die net op de woningmarkt komen kijken of niet direct een dik pak geld op tafel kunnen leggen. Ook mensen die ruimte zoeken om hun diverse sociale/culturele low- of no-budget initiatieven te ontplooien vissen in praktisch iedere stad, dorp of regio achter het net. Kraken kan in deze situaties een goede uitkomst bieden om een betaalbaar dak boven het hoofd te krijgen, ruimte voor initiatieven te verkrijgen of als actie middel om deze zaken aan de kaak te stellen.

Op 1 oktober 2010 is de ‘Wet Kraken en Leegstand’ van kracht geworden waarmee kraken in Nederland per wet verboden is. Hierdoor is de juridische situatie en de praktijk rond kraken wel wat veranderd. Maar wat niet mag… kan nog steeds! Dit ‘kraakverbod’ is door krakers en hun advocaten juridisch al enigszins ‘gekraakt’ waardoor krakers niet zomaar ontruimd kunnen worden (zie hft 7). Daarbij geven in vele steden en regio’s bestuurders en ordebewakers helemaal geen prioriteit aan het handhaven op kraken. Dit door gemeentes beargumenteerd met dat zij binnen hun beleid geen passend antwoord hebben op woonnood, leegstand en speculatie. Maar belangrijker, een kraakactie wordt georganiseerd door mensen zelf en als het belang groot of de noodzaak hoog is zullen mensen zich niet zomaar laten tegenhouden door een wet. In veel steden en regio’s in Nederland komen dan ook nog steeds veel kraakacties per jaar voor, in Groningen is in de periode 2010 t/m 2013 zelfs een flinke toename van het kraken te zien.

Hoe dan ook zijn er in ieder geval elk jaar nog steeds honderden mensen die voor het eerst in aanraking komen met het proces van kraken en behouden van hun gekraakte ruimte. Bij het schrijven en samenstellen van deze handleiding is er voor gekozen niet de media focus op kraak en ontruiming over te nemen. De kraak zelf komt uitvoerig aan bod en aan ontruiming wordt in verschillende hoofdstukken aandacht besteed. Belangrijker is aandacht te besteden aan wat daar tussenin gebeurt: het verhaal achter de kraakactie, het behouden van een pand en het opbouwen van kraak-structuren.

Doordat kraken een activiteit is die mensen vaak een beperkte periode uitvoeren moet het wiel steeds een beetje opnieuw worden uitgevonden door nieuwe generaties krakers en sympathiserende activisten. Waarschijnlijk is dit een onvermijdelijk fenomeen omdat je kennis en informatie nog wel kan overdragen, maar dat ervaring zelf opgedaan moet worden. Dat is maar goed ook want de maatschappij is ook geen statisch iets maar beweegt en verandert ook voortdurend. Het breed verspreiden van kennis en informatie kan het wel makkelijker maken om grondiger voorbereid te zijn op wat komen gaat als je wilt gaan kraken. Juist hiervoor is deze kraakhandleiding bedoeld. Het is dus de bedoeling je door de verschillende beschreven gebeurtenissen en ideeën betere handvaten te geven, zodat je adequater kan reageren kan op wat mogelijk komen gaat.

Deze handleiding is op sommige punten nogal omvangrijk. Daarom kan het lijken alsof kraken een bijna onmogelijke opgave is. Je kan het ook heel simpel houden: Schop een deur open van iets wat leeg staat en wacht op wat komen gaat. Hoewel dit een sympathieke manier van handelen is, leegstand is er immers om te kraken, kan dit nogal wat complicaties met zich meebrengen. Een alerte lezer van deze handleiding telt voor twee.

De kraakhandleiding is niet bedoeld om je te overtuigen van het nut, de noodzaak of lol van het kraken. De schrijvers zijn geen zendelingen die willen dat er zoveel mogelijk mensen gaan kraken. Beter is het om af te wegen of kraken voor jou een juiste oplossing of het juiste middel is. Ook in deze afweging hoopt deze handleiding een steuntje te geven.

In deze kraakhandleiding worden een aantal aspecten in het ‘kraaktraject’ tamelijk uitgebreid behandeld. Hier in de inleiding daarom een kort overzicht van alle te nemen stappen zodat de besproken aspecten meer in hun verband komen te staan.

Hieronder weergegeven in een simpel schema:

– Neem zoveel mogelijk informatie en achtergronden over kraken tot je, zodat je beslagen ten ijs komt.
– Bedenk waar je wilt wonen en met wie.
– Zoek mogelijk kraakbare lege panden/etages/stukken grond.
– Zoek de achtergronden uit van de potentieel te kraken objecten, let wel op het niet uitlekken van je plan.
– Selecteer uit je lijst het object dat het meest voldoet aan je wensen wat betreft kansen om te blijven, geschiktheid voor de functie(s) die je er wilt vestigen en/of politieke doelstelling.
– Bereidt de kraak praktisch voor, verzamel spullen en spreek je plan door, eventueel met andere krakers en/of een kraakspreekuur.
– Overweeg of je juridische hulp nodig hebt van bijvoorbeeld een advocaat.
– Wil je iets duidelijk maken met je kraak, overweeg dan publiciteit te zoeken ten tijde van je kraak of erna.
– Maak een buurtbriefje voor de kraakactie om buurtbewoners in te lichten over de kraak en je beweegreden om juist dat pand te kraken.
– Zorg voor voldoende mensen bij de kraak en spreek de taakverdeling goed door.
– Kraak!
– Breng eventueel verdedigingen aan tegen ongewenste indringers.
– Hou je ruimte constant bezet totdat de kans op direct gevaar minder is geworden.
– Bewoonbaar maken dmv schoonmaken, opknappen, nutsvoorzieningen aansluiten of herstellen.
– Knok voor behoud van je pand door actie te voeren op bijvoorbeeld politiek, juridisch en/of publicitair vlak. Overweeg te streven naar legalisatie.
– Bedenk hoe je jezelf en anderen wilt organiseren om toekomstige kraakacties met goed gevolg te kunnen voeren.

Reken maar dat het vinden van lege panden en het onderzoeken van de achtergronden van een kraakbaar object, ofwel je uitzoekwerk, veel tijd kan kosten. De praktische organisatie van een kraak kan snel gebeuren als je er voltijds mee bezig kan zijn en zeker als je gebruik kunt maken van bestaande en meewerkende structuren als bestaande kraakpanden of een kraakspreekuur. Het na-traject kan ook veel tijd kosten. We raden aan om steeds te proberen de ontwikkelingen voor te blijven. Dit vereist continu zaken uitzoeken en wellicht actievoeren, procederen en/of lobbyen.

Hoeveel tijd er in gaat zitten is geheel afhankelijk van wat je kraakt. Het zal niet voor het eerst zijn dat je na je kraak per onmiddellijk een huurcontract aangeboden krijgt of je jarenlang niets meer verneemt van eigenaar of overheid. Normaler is echter dat er het een en ander op je af komt waar je mee aan de slag moet of je legt het af. Zoals eerder gezegd kan je simpelweg de deur van iets leegs open schoppen en het in gebruik nemen. Je wordt dan wel makkelijker een speelbal van de situatie en meestal is die gezien de huidige wetgeving niet positief voor krakers.

We wensen je succes met je kraakplannen en mocht je het bijltje er na het lezen van deze handleiding bij neer gooien, hopen we dat je op een andere manier je activiteiten kan ontplooien of onderdak vindt.

Het is wat al te wetenschappelijk, toch hier een definitie van kraken. Een huurder die zijn huur niet meer wil betalen is immers in een geheel andere positie dan krakers. Ook een kraakwacht die weigert weg te gaan is nog gebonden aan zijn oude contract. De volgende definitie van kraken dient dus om hierin onderscheid aan te brengen:

“Het zonder toestemming van de rechthebbende, en zonder enig juridisch recht, in gebruik nemen en/of houden van een een niet in gebruik zijnd pand of deel ervan” uit: Effecten van de kraakbeweging op de besluitvorming van gemeentelijke overheden”, C.O.M.T. 1984, zie ook aldaar voor discussie over de definitie.

Er moet hier aan toegevoegd worden dat het niet per se om een pand of deel ervan gaat, maar ook over land dat zonder toestemming van de rechthebbende in gebruik wordt genomen.


1 Ruimtegebrek en huisvesting problematiek

Veelal roepen krakers dat als er leegstand en woningnood is, kraken de oplossing is. Klopt, er worden inderdaad veel mensen via kraken aan een woning geholpen, maar kraken is meer dan de uitlaatklep voor een woningmarkt die niet aan iedereen plaats kan bieden. Hieronder wordt ingegaan op een aantal achtergronden met betrekking tot volkshuisvesting en ruimtelijke ordening, het heeft tot doel meer achtergrond te verschaffen bij het kraken.

1.1 Woonnood
Het openlijke kraken begon in Nederland in de jaren zestig en werd gedaan door mensen die direct hun woningprobleem wilden oplossen. Al snel werd het ook onder de Provo’s en Kabouters een politiek actiemiddel om de ontevredenheid met het woningtekort te uiten en er direct een praktische oplossing aan te koppelen.

Men stelt dat er in die tijd een absoluut woningtekort was. Er waren simpelweg niet genoeg woningen voor de woonwensen van iedereen. Bij die woonwensen ging men er van uit dat iedereen die volwassen was een huis moest kunnen vinden. Door de afname van de gezinsgrootte en de groei van de bevolking kwam er behoefte aan meer woningen.

Deze woonnood werd begin jaren tachtig sterk minder toen de stadsvernieuwing op gang kwam en vele overloopgemeenten maar ook de opgeknapte oude steden weer voldoende mensen konden opnemen. Er ontstond zelfs leegstand, nu niet omdat eigenaren leegstand wilden, bijvoorbeeld in afwachting van sloop of puur vanwege speculatie, maar omdat woningzoekers bijvoorbeeld niet in de Bijlmermeer wilden wonen. Wel waren en zijn de wachtlijsten voor andere buurten nog erg lang.

Men begon te spreken over kwalitatieve woningnood om onderscheid te maken met de kwantitatieve woningnood. Het is dan ook niet vreemd dat Amsterdamse krakers in de jaren ’80 wel eens het verwijt kregen dat ze maar in de Bijlmer moesten gaan wonen. Het probleem was wel dat daar relatief grote woningen stonden die vooral voor gezinnen bedoeld waren en ook relatief duur waren. Krakers komen veelal voort uit de groep alleenstaande starters op de woningmarkt en waren daar dus niet mee geholpen. Ook zou het natuurlijk zonde zijn om de leegstand van woningen elders dan maar te accepteren.

Verzelfstandiging
Sinds begin jaren negentig, met invoering van de nieuwe huisvestingswet, is er een omslag gekomen in de volkshuisvesting. Woningbouwverenigingen worden grotendeels verzelfstandigd, geprivatiseerd, en krijgen veel minder subsidie om de bouwkosten te bestrijden. De Woningbouwverenigingen worden woningbouwcorporaties. Het goedkoop houden van nieuwbouw moet nu bekostigd worden uit winst die bij andere projecten behaald wordt. Volkshuisvesting werd dus meer en meer afgestemd op de tendensen en regels zoals die gelden op de vrije markt, het denken over wonen werd commercieel. Al gauw werden de rekenmachines uit de buroladen van de woningbouwcorporaties getrokken en men kwam tot de conclusie dat er meer goedkope woningen waren dan mensen die er gezien hun inkomen recht op hadden.

Omdat de woningbouwcorporaties graag wilden ‘presteren’, leek het hen slimmer om dan maar goedkope woningen op te ruimen door ze te slopen of verkopen. De compensatie zou in nieuwbouw naar voren moeten komen. Een klein aandeel van de nieuwbouw werd wat goedkoper gerealiseerd en dit werd betaald uit de winsten die men kon opstrijken uit de verkoop van woningen en het bouwen van duurdere huizen. Het is natuurlijk hoe dan ook zonde om goede goedkope woningen te vervangen door nieuwe woningen die sowieso duurder zouden zijn. Voor de statistieken van de woningbouwers zag het er echter wel goed uit: Er zijn zo en zoveel woningen duur verkocht, daar en daar gesloopt en zo en zoveel duurdere woningen bijgebouwd. Wat ervoor moest wijken, woog niet zo zwaar, er waren immers zogenaamd genoeg goedkope woningen!

De mensen die uit de oude woningen moesten verhuizen, kregen als ‘urgent’ voorrang op de wachtlijsten. Soms trokken deze mensen in de nieuwbouw. Een hogere huur kon vaak opgevangen worden door huursubsidie, tegenwoordig huurtoeslag genoemd. Dat dit een uiterst gevaarlijke manier van subsidiëren is, blijkt voor de bewoners als ze iets meer gaan verdienen en dan plots flink minder aan subsidies en tegemoetkomingen krijgen. Ook kan de politiek in een handomdraai met een wets- of beleidswijziging een dergelijke regeling afschaffen of beperken.

Het slopen en later ook grootschalig verkopen van goede en goedkope huurwoningen leverde een groot aantal ‘stadsvernieuwings-urgenten’ op. Al deze urgenten kregen voorrang op wachtlijsten voor een nieuwe woning. In de jaren negentig liep in een stad als Amsterdam de wachttijd voor de betaalbare huurwoningen dan ook sterk op. Van leegstand in de Bijlmer is geen sprake meer. Via het hedendaagse woningverdeel-systeem reageren ook daar tegenwoordig honderden gegadigde woningzoekers per vrijgekomen woning, de gemiddelde wachttijd voor een sociale-huurwoning is in de hoofdstad opgelopen tot over de 10 jaar.

Doorstroom
De doelstelling van ‘sociale’ woningbouwers is om een doorstroom op gang te brengen. Sloop en verkoop van goedkope huurwoningen en de bouw van nieuwe, duurdere, woningen zou leiden tot een aantal verhuizingen: de nieuwe bewoner van een koopwoning of duurdere huurwoning laat een oude goedkopere woning achter die dan aan iemand met een kleiner budget verhuurd wordt… Al deze mensen zouden er op vooruit gaan in hun ‘wooncarrière’. Een dergelijke verhuisketen stopt of komt zelfs helemaal niet op gang wanneer mensen een woning zoeken als ze bijvoorbeeld scheiden of als starter nieuw komen op de woningmarkt.

De beleidsmakers stagneren de doorstroom ook voornamelijk zelf. Ten eerste omdat een leeuwendeel van de vrijgekomen woningen die volgens de ‘doorstroom’ theorie beschikbaar moeten komen voor de starters of minder draagkrachtige huurders gesloopt worden of verkocht aan de hoogste bieder. Daarbij zijn de vrijgekomen woningen die volgens beleids­ regeltjes weer in de sociale verhuur beschikbaar zouden moeten komen eigenlijk te duur voor de meeste starters of anderen met een wat minder fors budget. Door verschillende huur verhogende maatregelen, zoals de Donnerpunten en een monumententoeslag, hebben de voormalig goedkope huurwoningen bij mutatie (wisseling van bewoners) een veel hogere huurprijs dan daarvoor. Een huurwoning van dezelfde grootte en kwaliteit is dus fors duurder geworden, laat staan wanneer je wel eens wat groter wilt gaan wonen… Hierdoor verhuizen mensen veel minder, mensen blijven zitten waar ze zitten. Al deze zaken illustreren dat de woningmarkt op slot zit en er praktisch op weinig manieren goedkopere woningen achterblijven en zeker niet bijkomen.

Het lijkt er dan ook meer op dat sloop van woningen die kwalitatief nog wel een tijdje mee zouden kunnen en de verkoop van betaalbare huurwoningen een andere doelstelling heeft: Mensen die daar ooit met een lager inkomen zijn komen te wonen maar nu geen recht meer op die woning zouden hebben (scheefwoners in jargon) kunnen zodoende gedwongen worden duurder te gaan wonen. Een nogal botte methode dus die veel meer mensen raakt dan alleen de zogenaamde scheefwoners. Helaas voor de mensen die geen scheefwoner zijn: Er zijn veel minder betaalbare woningen over na de sloop en verkoop. Een verhuis kostenvergoeding, urgentie en huurtoeslag zijn doekjes voor het bloeden. De individuele verhuizer heeft hier wel net wat aan, maar de woningzoekende zonder urgentie heeft te maken met een steeds ontoegankelijkere en duurdere woningmarkt.

Dat huizenbazen en de vastgoedlobby wel staan te juichen bij woningschaarste en dus hogere verkoop- en huurprijzen is geen hogere wiskunde, dat is macro economie uit de brugklas van de havo.

Een andere motivatie voor het sloop-, verkoop- en bouwbeleid is om meer huishoudens met hogere inkomens in de stad te houden en te krijgen. Het oorspronkelijke model, waarbij huishoudens bij een toename van hun inkomen en mobiliteit een ruimere woning zoeken en gezien de woningmarkt dan meestal in suburbia of provincie-gemeenten terechtkomen, zint veel beleidsmakers niet. Gemeenten denken liever als eiland in het grote geheel en willen deze geldgeneratoren en ruimteverslinders met hun specifieke woonwensen binnen de gemeentegrenzen houden. Daarbij is het in de stad blijven plakken als gezinnetje tegenwoordig hip. Hiervoor zijn niet alleen grote woningen nodig, maar moet ook alles opgepoetst worden en aan de eisen van suburbia voldoen, welkom in bakfietsmoeder.nl

Welke rol heeft het kraken hierin?
Ten eerste zoekt een deel van de mensen die door deze ontwikkelingen niet aan een woning kunnen komen in kraken een individuele oplossing. Dit gaat in Nederland om honderden

mensen per jaar. Maar als totale oplossing voor de woonproblematiek is het kraken op zich, gezien de aantallen, geen oplossing. Wel zorgen opmerkelijke kraakacties er voor dat eigenaren ervoor waken om panden te lang leeg te laten staan. Krakers werken zo met hun activiteiten ook mee aan de wijdverbreide houding in Nederland dat in tijden van woonnood het ongebruikt laten van onroerend goed niet acceptabel is.

Ten tweede verzetten veel krakers zich tegen de uitverkoop en sloop van betaalbare huurwoningen. De grote vraag is hoe succesvol krakers hierin zijn… Wettelijk gezien kunnen krakers makkelijk ontruimd worden als er plannen zijn met een pand. Het middel kraken heeft dus niet direct een juridische kracht in het strooien van zand in de sloop- en verkoopmachine. Ook hier is het effect waarschijnlijk het grootst in politiek opzicht en de mentaliteit. Veel illusies maken wij ons echter niet over geïsoleerde kraakgroepen die deze politiek uitdragen. Veel krakers beperken zich tot een juridische en fysieke strijd tegen sloop en uitverkoop. Het zoeken naar draagkracht en platformen en samenwerking aangaan met andere buurt- en bewonersgroepen en andere organisaties is essentieel om tot resultaat te komen.

1.2 De inrichting van ruimte en wonen
Binnensteden kregen in de jaren zestig en zeventig te maken met leegloop. Bedrijven vertrokken omdat de behoefte aan bereikbaarheid voor de auto daar niet waargemaakt kon worden. Bewoners vertrokken naar betere woningen en de stadsvernieuwing kwam slechts traag op gang. Deze ontwikkelingen leidden tot leegstand en verkrotting. Overheden maakten plannen om steden radicaal anders in te richten, plannen voor snelwegen, kantorencentra en hoogbouwwoningen doken in zowat elke stad op. De tegenbeweging die dit opriep, pleitte voor behoud van oude structuren en buurten. Kraken speelde in die tegenbeweging in veel steden een rol, het bekendste voorbeeld zijn de activiteiten in de Nieuwmarktbuurt te Amsterdam in de jaren zeventig.

Het denken over steden veranderde en men ging betogen voor een compacte stad. Geen uitspreiding over het platteland tot waar de auto reikte maar functies in een stadsgebied verenigen en dus bouwen in hoge dichtheden. Ook zouden de verschillende functies als wonen en werken niet zo radicaal van elkaar gescheiden moeten worden als men eerder van plan was. Bijpassend beleid heeft ervoor gezorgd dat Nederland niet is geworden als Vlaanderen. De veel ruimte innemende luxe-bebouwing verspreid langs wegen is in Nederland minder aanwezig. Door het opkalefateren en investeren in de oude stedelijke gebieden zijn deze niet zo leeggelopen als in bijvoorbeeld Brussel en Antwerpen.

Wel leverde een economische teruggang tegelijkertijd met het beschikbaar komen van veel nieuwe kantoorgebieden aan de rand van steden in de eerste helft van de jaren negentig een nieuwe leegloop op van kantoren uit de Nederlandse binnensteden. Het motto ‘Kraak de leegstand, begin met een kantoorpand’ vindt hierin zijn oorsprong. De leegstand als gevolg van deze ontwikkelingen heeft zeer waarschijnlijk voor het overleven van het georganiseerd kraken gezorgd in de tijd dat nieuwe wetgeving de zaken moeilijker maakte.

Het gevolg van het beleid om steden compact te houden is dat er niet ongebreideld gebouwd kan worden en dus de druk op de bestaande ruimte toeneemt. In de tweede helft van de jaren negentig, ten tijde van een zeer voorspoedige economie, stegen de prijzen dan ook de pan uit. Zelfs de meest verstokte speculant verpatste zijn bezit of bouwde er dure appartementen of kantoorruimte en incasseerde zo zijn winst. Het gevolg was dat krakers steeds minder lege panden vonden die ook nog eens voldeden aan de nieuwe eisen van de kraakwetgeving.

Louche types, vage panden
We constateren vanaf midden jaren ’90 in Amsterdam een toename in het kraken van ‘vage’ panden. Het louche type huisbazen die uit meer en minder legale overwegingen hun panden leeg lieten staan kwamen in de picture bij krakers. Het aantal knokploegen dat tegen krakers werd ingezet, nam in deze periode dan ook sterk toe. De inmiddels geliquideerde Bertus Lüske is het meest bekende voorbeeld. Later, in de 21e eeuw, worden onder meer het witwas-pand Van Ostadestraat 137 van de eveneens geliquideerde onderwereld advocaat Evert Hingst gekraakt, de krakers van Pretoriusstraat 28 bijten van zich af richting eigenaar en bizarre eigendoms-constructies en ook kwamen vastgoed-cowboys zoals Eric van Toorenburg en Jurriaan de Reyer in het vizier.

Vrijplaatsen en subcultuur
Bijna overal in dit kleine kikkerlandje Nederland bestaat een druk op de ruimte. In dit kleine land moeten we het allemaal op een klein oppervlak met elkaar doen, bijna altijd krijgen de zogenaamde economisch relevante projecten voorrang met als direct bijeffect het toenemen van de druk op of het verdrukken van economisch minder cashende functies. Samen met het nieuwe woningbouwbeleid, de lastige juridische kraakbeperkingen en het inzetten van veel anti-kraak leidde dit ertoe dat veel vrijplaatsen en subcultuur in de verdrukking kwamen of na ontruiming geen nieuwe plek konden vinden. Panden in Amsterdam als Villa Omval, de Graansilo, de Kalenderpanden, pakhuis Afrika en actueel ook de Valreep zijn voorbeelden van verdrukking en verdrijving van vrijplaatsen met een niet commerciële subcultuur. De ontruiming van EuroDusnie in Leiden en de ontruimingsdreiging rond de Vloek in Den Haag zijn voorbeelden buiten Amsterdam.

Diverse gemeenten zagen wel wat in de broedplaatsfuncties van goedkope ruimtes en wilden op dit vlak beleid maken. Met name kunstenaars lagen goed. Minder kunstzinnige activiteiten zoals niet commerciële festival/feestlokaties, werkplaatsen voor ambachtslieden en politieke en maatschappelijke organisaties konden op veel minder sympathie rekenen. Daarbij werd de voor vrijplaatsen zo belangrijke onafhankelijke do-it-yourself cultuur in het broedplaatsen beleid grotendeels gesmoord. Nu de potten leeg zijn gemaakt aan allerhande oorlogen, infrastructurele projecten en ander absurd beleid en er een zogenaamd financieel crisisje over het land waaide is er weinig geld en ruimte meer voor dit broedplaatsen lapmiddelenbeleid.

De subcultuur in veel Nederlandse steden, zoals bijvoorbeeld Amsterdam of Utrecht, zelf is ook van karakter veranderd. De subcultuur in grote steden was altijd in staat tot culturele en creatieve zelforganisatie en in de slipstream daarvan wist het daarbij politieke thema’s aan te snijden en gemeentelijk beleid aan te pakken en te beïnvloeden. Tegenwoordig bestaat subcultuur meer en meer uit mensen en projecten die zich gericht van bovenaf laten sturen. Dit sturen gebeurt door gemeentelijk beleid om bijvoorbeeld wijkvernieuwing tot stand te brengen of ze laten zich sturen door de music industry, games industry en andere corporate shit om een bepaald soort rauw of hip (puur!) randje te verzorgen. Subcultuur met zogenaamde pioniers-functie gestuurd door gemeente, wooncorporaties en bedrijfsleven om een vaak onontdekt wat verwaarloosd buurtje of gebiedje aantrekkelijk te maken en zo de vastgoedprijzen in een dergelijk gebied omhoog te stuwen. Dergelijke ‘subcultuur’ is inmiddels door de hoge heren als toverformule binnen gentrificatie omarmd en krijgt ruimte aangeboden, zolang het maar a-politiek is.

De politiek getinte en kritische subcultuur is behoorlijk naar de achtergrond verschoven. Door de gemeente, wooncorporaties en bedrijfsleven is het natuurlijk verboden om je bijvoorbeeld met kraken of andere politieke kwesties te verbinden op straffe van uitstoting: geen aandacht, geen centjes, geen plek. Terwijl wanneer je jezelf maar zo opportunistisch mogelijk en kritiekloos in termen van participatie, bottom-up, cultuur, pop-up, creatieve stad of buurtcohesie formuleert, je wel aandacht en een plek kunt krijgen of behouden.

Van wie is de stad en wat is subcultuur? Slappe opportunistische mensen die aan het lijntje van de gemeente en corporate business lopen en dansen of vrije rebelse mensen die zich de stad ongevraagd deels toe-eigenen, wat te vertellen hebben en iets wezenlijks willen veranderen? Krakers zijn altijd een motor geweest binnen stedelijke subcultuur en juist krakers kunnen hierin nog steeds een belangrijke rol spelen. Dit omdat ze autonoom en ongebonden wel de vrijheid hebben te doen wat ze willen en met kraakacties in provocerende panden en plekken op kunnen duiken om daar te doen wat ze goed kunnen: iets moois organiseren. En zo wijkvernieuwing, commercialisering van de stad, de rol van kunst en (sub)cultuur in de stad en andere politieke thema’s op een open en spannende manier onder de aandacht brengen.


2 Leegstand en speculatie

De basis van kraken is leegstand. Hoe graag je ook zou willen… hoe grote boef de eigenaar van het pand ook is… Het zal eerst wel leeg moeten staan voordat je het kunt kraken. In dit hoofdstuk maken we onderscheid tussen frictieleegstand en structurele leegstand. Verderop in het hoofdstuk wordt een veroorzaker van veel leegstand en een verpeste woningmarkt bij de lurven gepakt: speculatie.

Leegstand
Wat is een acceptabele duur van leegstand? Er kan van uit gegaan worden dat er na beëindiging van gebruik er enige leegstand zal zijn omdat er gezocht moet worden naar een nieuwe gebruiker. Deze zoektocht kan beginnen op het moment dat de oude gebruiker het contract opzegt. Ook zullen er soms enige aanpassingen in een ruimte plaats moeten vinden en zal de nieuwe gebruiker zijn verhuizing moeten organiseren. Alle leegstand die verklaarbaar is vanuit deze argumenten is frictieleegstand.

De leegstand wordt structureel indien er niets gedaan wordt om een nieuwe gebruiker te vinden of men niet binnen een acceptabele tijd een nieuwe gebruiker vindt. In de meeste gemeenten zijn wachtlijsten voor woningen. Dat houdt in dat er altijd wel gegadigden om te huren zijn, tenzij de prijs te hoog is of de onderhoudsstaat van de woning niet door de beugel kan. Wat betreft de aanpassingen is de benodigde tijd hiervoor volledig afhankelijk van de omvang van deze aanpassingen. In Amsterdams gemeentebeleid wordt leegstand om woningen uit de betaalbare voorraad op te knappen voor 6 maanden toegestaan. Het is dan natuurlijk wel de bedoeling dat er wat gebeurt. Helaas wordt hier niet direct op gecontroleerd. Sommige bouwbedrijven hebben voor eigen rekening een op te knappen pand waar ze hun werknemers tussen verschillende projecten door aan het werk zetten. In drukke tijden gebeurt er dus gewoon niets. In kraakjargon worden dit ‘Zwarte Kip-verbouwingen’ (lekker langzaam) genoemd. Het gaat hier om panden die vaak volstaan met bouwmateriaal, waar een bouwvergunning voor geldt en waar soms aan gewerkt wordt. Af en toe worden dit soort panden gekraakt, als de bouwactiviteiten soms jarenlang lang stil liggen. Ook wanneer een eigenaar of beheerder onrealistische eisen stelt zoals een te hoge huur- of verkoopprijs kan frictieleegstand omslaan naar structurele leegstand. De acceptabele duur van leegstand wordt dus bepaald door de zoektocht van huurder/koper en verhuurder/verkoper, de aanpassingen, een realistische mogelijkheid voor nieuw gebruik en de organisatie van de verhuizingen.

Het CBS gaat er van uit dat woningen gedefinieerd kunnen worden als structureel leegstaand indien ze meer dan 3 maanden leeg staan terwijl ze wel direct voor verhuur beschikbaar zijn.

Frictieleegstand is dus de leegstand van woningen of gebouwen ter voorbereiding van de komst van een nieuwe gebruiker. Structurele leegstand is leegstand van ruimtes zonder dat er aan toekomstig gebruik gewerkt wordt. Voor het kraken van derge lijke structureel leegstaande ruimten is een breed maatschappelijk draagvlak.

Inmiddels bestaat er een kraakverbod en daarmee is de wettelijke verplichte periode van een jaar leegstand, het aloude wetsartikel 429 sexies, ook vervallen. Een kraakverbod is natuurlijk zwaar klote maar geeft op dit vlak ook een bepaald soort vrijheid. Er bestaat geen wettelijke termijn meer voor de leegstand dus ligt het nu volledig aan de beoordeling van krakers zelf of de duur van leegstand een kraakactie legitimeert.

Voordat je overgaat tot het kraken van een pand, zal je je nu meer dan ooit moeten bedenken wat je zelf te lang vindt leegstaan en onderbouwen waarom dat zo is als je beslagen ten ijs wilt komen. Het gaat bij kraken met een kraakverbod nu dus om het verhaal achter de leegstand in plaats van een juridisch vastgestelde termijn. Het afhankelijke en onderhorige geroep van krakers ten opzichte van overheidswetgeving dat er ‘gekraakt mocht worden want het stond langer dan een jaar leeg’ behoort dus voorgoed tot het verleden. Krakers kunnen nu weer een kraakactie zetten vanuit hun eigen verhaal over de leegstand en vanuit het geloof in eigen argumenten en kracht.

Speculatie
Met alleen de leegstand van een ruimte zijn we er nog niet. Er schuilt veel meer achter leegstand van ruimtes. In veel gevallen worden ruimtes met opzet leeg gehouden voor speculatie. Belangrijk hierbij te weten is dat wanneer een eigenaar een woonpand leeg verkoopt het op de markt bijna het dubbele oplevert dan wanneer dat pand nog door huurders of anderen in gebruik is.

Zoals iedereen zich kan voorstellen gaan handige onroerendgoedhandelaren creatief om met hun vastgoed om er zo hoog mogelijke winsten uit te slepen. Speculatie met een pand beperkt zich meestal niet tot één speculant. Er is vaak een hele keten van speculanten, bedrijfjes en stromannen die aan elkaar doorverkopen, die zo de waarde van onroerend goed kunstmatig omhoog stuwen. Op deze manier staan in iedere stad, dorp of regio panden jaren leeg in afwachting van waardestijging en lucratieve vastgoed transacties. De oude leus: ‘Huizen zijn om in te wonen en niet om mee te handelen!’ vindt in de acties tegen speculatie zijn oorsprong.

Speculatie is het investeren in bepaalde goederen, in dit geval vastgoed, op basis van de kans op waardestijging zonder noemenswaardig iets aan het object te verbeteren. Dit ten bate van directe financiële winst of een strategische voordeel.

Bij speculatie worden er dus geen noemenswaardige verbeteringen aangebracht om de waarde te doen stijgen. Er is sprake van desinteresse in de staat of het gebruik van het pand, bij een speculant is er alleen interesse in de waardestijging van het object. Sterker nog, de situatie wordt vaak nog verslechterd om de waarde te doen stijgen. Een leeg pand is bij verkoop immers veel meer waard dan een pand wat in gebruik is. Zittende bewoners worden door slecht onderhoud, onder psychische of fysieke druk of door procedures het pand uit gezet. Zo wordt er financiële winst behaald door bewoners met beschermde rechten deze rechten te ontzeggen of ontnemen. Door leegstand worden panden aan hun eigenlijke bestemming zoals wonen ontrokken. De leeggekomen goederen worden uiteindelijk aan diegene verpatst die het hoogste bod kan uitbrengen.

Het aspect van strategische positie verdient bijzonder aandacht omdat het bij een groot aantal van de speculatieve vastgoeddeals in de laatste 10 jaar onder meer om gaat malafide vermogen te plaatsen en met wonderbaarlijke waardestijgingen de schijn van een legale oorsprong te geven, het witwassen. Gezien het feit dat op de vastgoedmarkt het financieel volume blijft groeien zonder dat er op grote schaal bijgebouwd wordt is deze markt dus uitstekend voor dit doel geschikt.

Een gevolg van speculatie wat tegenwoordig veel voorkomt is het ‘uitponden’ van woningen. Nadat in de centra van steden de meest voordelige posities lijken te zijn ingenomen, storten de speculanten zich nu op de zogeheten ‘achterstandsbuurten’, met een behoorlijke voorraad aan betaalbare huurwoningen. De panden worden van bestaande eigenaren opgekocht door speculanten. Eerst worden halve straten door middel van verkoop en doorverkoop door een molen van vele bedrijven en stromannen gedraaid. Dit brengt een fenomenale waardestijging met zich mee. Uiteindelijk gaan de snelle vastgoed jongens de panden uitponden. Voor de vaak al gedeeltelijke lege panden worden binnen no-time splitsingsvergunningen aangevraagd. De laatste bewoners worden via uitkoopsommen en stadsvernieuwingsurgentie of met wat fysieke of procedurele druk uitgeplaatst. Nu de woningen in de panden door de splitsing in appartementsrechten als losse appartementen verkocht kunnen worden verdient de uitpondende huisbaas er veel en veel geld mee, dat moet ook wel gezien de enorme speculatieve waardestijging die vooraf ging aan zijn aankoop. Uiteindelijk worden de appartementen voor enorme prijzen doorverkocht aan de particuliere koper, de eind gebruiker, in een toch al krappe woningmarkt.

Er is ook nog een mogelijkheid een samenvoeg vergunning aan te vragen waardoor twee van die appartementen kunnen worden samengevoegd tot een groot appartement. Hierdoor ontstaat soms de situatie dat twee voormalige goedkope huurwoningen na splitsen en samenvoegen in een gewilde buurt als ‘stadsvilla’ te koop staan voor enorme prijzen. Dat wonen hierdoor opeens teringduur wordt is logisch maar ook neemt hierdoor het aantal mensen wat in de bestaande bouw gehuisvest wordt dramatisch af.

Deze gang van zaken komt de betaalbaarheid en toegankelijkheid van wonen niet ten goede. Wie kan er immers de uiteindelijke prijs van zo’n appartement van tussen 2,5 en pak um beet 7 ton op tafel leggen voor een al dan niet samengevoegde voormalige huurwoning die +/- 350 euro per maand aan huur deed… Het voorgaande is duidelijk te zien in buurten waar de speculatie en vervolgens uitponden van woningen snel is gegaan; leegstand van woningen in afwachting van doorverkoop en splitsing en waar al verkocht is zijn yuppen en rijke gezinnen de nieuwe bewoners, dure auto’s en hippe scootertjes in het straatbeeld en de Turkse bakkerij is opeens een galerietje, kinderopvang of trendy restaurantje geworden.


3a Redenen om te kraken

Er kan hier ongetwijfeld geen recht gedaan worden aan het brede spectrum van motivaties om met kraken bezig te zijn. Toch moet er iets gezegd worden over redenen om te kraken. Dan wordt er in het tweede deel van dit hoofdstuk in gegaan op tijdelijke verhuur en anti-kraak omdat niet voor iedereen het verschil van de insteek met die van krakers even duidelijk is.

Reden genoeg!
Een groot deel van de krakers kraakt omdat ze woonruimte nodig hebben. Betaalbare woonruimte is vaak niet beschikbaar wegens de woonnood. Daarnaast kent de hedendaagse woningmarkt bijna geen antwoord op vraag naar bijzondere woonvormen zoals woon-werkpanden of woongroep-woningen. Een korte introductie in die woonproblematiek is hiervoor al gegeven. Wat betreft de bijzondere woonvormen, verderop in dit hoofdstuk wordt hier aandacht aan besteed.

Mensen proberen verder door middel van kraakacties plannen te beïnvloeden of te stoppen. Zo wordt er gekraakt om invloed uit te oefenen op de stads- en wijkvernieuwing. Men eist woningbouw voor zittende buurtbewoners en knokt tegen de afbraak van betaalbaar wonen en het bouwen van nog meer dure appartementen, kantoren of hotels. Het al oude voorbeeld van de Amsterdamse Nieuwmarktbuurt waar krakers samen met resterende buurtbewoners met succes knokten tegen sloop en de aanleg van een kantoorgebied is nog steeds het beste. Ook worden er beeldbepalende of monumentale panden gekraakt die men liever niet verminkt of gesloopt ziet worden. Raaks in Haarlem of de Heilige Hartenkerk in Breda zijn hier een mooie voorbeelden van. De kraak van de Heilige Hartenkerk was gericht tegen de sloop. Hoewel de krakers het voormalige altaar gebruikten als keukenblok hadden ze in overleg ruimte gelaten voor het vieren van de eucharistie door katholieken die ook tegen de sloop waren. Uiteindelijk werd bepaald dat het een rijksmonument betrof en dat de kerk niet gesloopt ging worden als gevolg van gebundeld verzet tegen de sloopplannen.

Hoewel menig kraker een warm plekje heeft voor mooie oude gebouwen en er vaak met een eigen soort respect mee wordt omgegaan (de eigenheid zit ‘m vaak in de kleuren verf die er gebruikt worden onder het motto ‘Nu zit er tenminste verf op’), hebben niet alle krakers monumentenzorg als eerste prioriteit. Sterker nog, mensen die knokken tegen de woonnood stellen nog wel eens dat die ouwe zooi wat hen betreft gesloopt zou mogen worden als er maar betaalbare woonruimte voor in de plaats komt. Het probleem van als monument erkende gebouwen is ook dat bij verhuur hier een hogere huurprijsberekening toegepast wordt. Behoud is soms goed voor de stad uit esthetisch en/of historisch oogpunt, maar niet altijd even best voor de betaalbaarheid. Soms zijn pleidooien voor de monumentaliteit dus niet meer dan gelegenheidsallianties met monumentenzorgers.

Gebruik boven bezit
Al regelmatig is de betaalbaarheid en beschikbaarheid van wonen voor iedereen aangestipt. Voor veel krakers is dit voldoende rechtvaardiging om met het begrip eigendom van onroerend goed flexibel om te gaan. Sommige krakers vinden dat eigenaren alle rechten op hun eigendom verspelen als ze er niet met enige maatschappelijke verantwoording mee om gaan. Dat wil zeggen dat krakers veelal niet het idee hebben dat eigendom een absoluut iets is. Waarom zou iemand drie ongebruikte fietsen jarenlang in het overbezette fietsenrek mogen plaatsen terwijl je ze er alleen voor de heb hebt staan? Gebruiken die handel, openknippen of openbreken, zeker als je zelf geen fiets of huis kan bekostigen. Let wel de schrijver van dit stukje beschouwt een fiets en een dak boven het hoofd als eerste levensbehoefte wat de rechtvaardiging voor het openbreken van lang ongebruikt goed een stuk logischer maakt.

De bal terugkaatsend kan je stellen dat krakers die maatschappelijke verantwoordelijkheid dus overnemen van de eigenaar en moeten zorgen voor de staat en het gebruik van het pand. Weer anderen vinden dat de overheid dit zou moeten doen. Met name de SP gebruikt regelmatig het kraken als actiemiddel om druk op deze overheid te zetten. Zij vinden bijvoorbeeld dat kraken verboden dient te worden als de woonnood voor iedereen is opgelost. Deze handleiding gaat er van uit dat kraken goed gebruikt kan worden voor het maken van een politiek en sociaal punt en dat kraken sowieso altijd moet kunnen zolang er (zicht op) structurele leegstand is. Het gaat om gebruik, naast de mogelijkheid hier een eigen invulling aan te geven.

Eigen invulling
Soms is het geven van een eigen invulling aan een pand een doel van het kraken, vaak ook is het een gevolg. Zo is het vormen van een woongroep een ideale strategie om een pand snel van de basisbehoeften te voorzien. Grote panden hoeven in dat geval maar 1 of enkele keukens, douches en wc’s. Daar komt bij dat je als groep makkelijker betrokken blijft bij het reilen en zeilen van een pand. Dit is met name in gekraakte situaties handig omdat je sneller op 1 lijn komt te zitten dan wanneer je met individuele huishoudens te maken krijgt. Ook kiezen mensen er los van deze praktische voordelen soms voor om een woongroep te vormen als strategie tegen verdere individualisering.

Naast het wonen wordt er ook gekraakt voor allerlei activiteiten. Meestal gaat het om ruimte te verkrijgen voor kunst, cultuur, politieke activiteiten of consumptie. Vaak worden deze activiteiten vorm gegeven door informele low- of no-budgetorganisaties om op die wijze de commerciële cultuur te doorbreken en een socialer alternatief neer te zetten. Voorbeelden zijn kraakacties ten behoeve van weggeefwinkels, politieke centra, ateliers, cafés, restaurantjes, concertpodia etc. De reden om te kraken is de onmogelijkheid om passende ruimtes te huren of kopen of de geleverde diensten zo goedkoop mogelijk te houden. Soms komen uit dergelijke initiatieven loonvormende activiteiten voort, iets dat gemeentelijke overheden graag zien. Dit is echter lang niet altijd het doel van de betrokkenen. Veel meer is het doel om zogenaamde vrijplaatsen te creëren waar vrijheid, activisme, buurtbetrokkenheid, kunst en gezelligheid elkaar kruisbestuiven waardoor er plekken ontstaan waar alternatieven realiteit zijn en waar iemand nog eens voor een verrassing kan komen te staan.

Het meest krachtige maar ook meest eisende concept is een woon-werkpand. Hier vindt het wonen en werken van de betrokkenen plaats in één pand. De functiemenging kan zorgen voor een grote levendigheid en menig initiatief makkelijker maken omdat er al vele handen en schouders en veel ervaring/kennis in een gebouw aanwezig is. Ook kunnen hier, parallel aan het voorbeeld van de bouw van keukens in woongroeppanden, meerdere organisaties gebruik maken van dezelfde voorzieningen. Hierdoor is het het aanschaffen of aanleggen van die voorzieningen een minder grote last voor de individuele activiteiten. Bekende woon-werkpanden zijn de Grote Broek (Nijmegen), de Vloek (Den Haag), de Oude Mariposa (Amersfoort), Landbouwbelang (Maastricht), Joe’s Garage/ps43 (Amsterdam), de Valreep (Amsterdam) en de Pino en Bambara (Groningen).

Nog meer gekraak
Er wordt ook gekraakt vanuit activistisch oogpunt waarbij de krakers zelf geen direct eigen belang bij de ruimte hebben. Een goed voorbeeld hiervan zijn de ‘We are Here’ kraakacties van de Vluchtkerk, Vluchtkantoor en de Vluchtgarage in Amsterdam en de Sportlaan in Den Haag, voor vluchtelingen die volgens de Nederlandse wet oa geen recht op onderdak meer hebben. Krakers doen bij deze acties waar ze goed in zijn: een pand uitzoeken en een pand kraken. Na de kraak wordt het pand overgedragen aan de vluchtelingen zelf en ondersteunende organisaties en individuen. Op die manier weten krakers perfect hun steentje bij te dragen aan een keten van steun aan vluchtelingen waardoor het voor die mensen toch nog mogelijk blijft in Nederland te verblijven.

Ook het kraken van land mag niet onvermeld blijven. Hoewel dit in Nederland niet heel veel gebeurt komt dit wel voor. Een belangrijke vorm van landkraken is het kraken voor woonwagens. In de jaren tachtig was met name het Amsterdamse Oostelijk havengebied hierom bekend. Ook landkraken om actie te voeren komt met enige regelmaat voor. In de herfst van 2007 en zomer 2008 werden in de Amsterdamse Pijp succesvolle SWOMP-acties (Slimme Woonwagenbewoners Op Mooie Plekjes) gehouden. En op zo’n zelfde manier had in Oost-Groningen een groep communisten een stuk land gekraakt dat gedeeltelijk onder water gezet zou gaan worden voor aanleg van het villa-recreatieproject ‘Blauwestad’. Ook wordt er land gekraakt voor agrarische bestemmingen of zelfs voor het zelf bouwen van woonruimte. De laatste tijd is als antwoord op grootschalige consumptiecultuur en stedelijke vervreemding urban farming (stadslandbouw), guerrilla-gardening etc steeds populairder geworden. Op braakliggende bouwkavels en allerhande terreintjes schieten dergelijke projectjes als paddenstoelen uit de grond. Soms gebeurt dit met toestemming van eigenaar of gemeente, soms ook op een op een gekraakte basis, niet zelden een combinatie daarvan.

Al zo oud als de weg naar Rome is tenslotte de motivatie om te kraken vanuit een soort nihilistische tijdsgeest. Meer en meer jonge mensen hebben het gevoel zich een beetje verloren en vervreemd te voelen in een steeds maar duurder wordende maatschappij met stijgende werkloosheid waar bezuinigd wordt op sociale voorzieningen maar waar winstmaximalisatie, commercie, consumptie en meer consumptie de boventoon voeren. Onder het motto ‘ik betaal godverdomme helemaal nergens meer voor’ hebben zij een soort eigen no future stijl voor de 21e eeuw ontworpen waarin geld en bezit een veel minder belangrijke rol innemen. Gekraakt wonen sluit hier in veel gevallen goed op aan. Grappig maar misschien ook niet geheel onverwacht is het wanneer types die fervent aanhanger zijn van deze stijl soms juist het hardste werken in de keuken van een gekraakt restaurantje, vooraan staan bij een actie voor vluchtelingen of zich helemaal kunnen verliezen in de buurtmoestuin.


3b Tijdelijke verhuur en anti-kraak

Het fenomeen ‘Tijdelijke verhuur’ is ontstaan om het mogelijk te maken tijdelijk woningen aan de gemeentelijke distributie te onttrekken en bewoond te houden tot aan sloop of renovatie. Het toelaten van tijdelijke verhuur is van de grond gekomen nadat bleek dat de grootschalige leegstand van huizenblokken in afwachting van stadsvernieuwing maatschappelijk niet geaccepteerd werd, noch door resterende buurtbewoners, noch door woningzoekers waaronder krakers. Deze tijdelijke verhuur is vastgelegd in de Leegstandswet. Een eigenaar heeft voor het tijdelijk verhuren van de woning een vergunning nodig. Zolang dit tegen kostprijs van deze afgeschreven woningen gebeurd, zijn hier op het eerste gezicht niet zoveel problemen mee.

Het wordt onacceptabel indien er een volle huurprijs betaald moet worden. Een tijdelijk huurder heeft immers veel minder rechten dan een gewoner huurder, bijvoorbeeld geen recht op vervangende woonruimte, er wordt ook nauwelijks tot geen onderhoud gedaan aan de woning door verhuurder en de tijdelijk huurder moet er meestal al na korte tijd weer uit. Het is dan ook niet terecht als het maximum wat mensen in een overspannen woningmarkt kunnen betalen, eruit geperst wordt. Ook is het duidelijk dat tijdelijke contracten voor steeds langere tijd gebruikt worden. Zittende huurders worden in een al te vroegtijdig stadium uitgeplaatst en vervangen door tijdelijke huurders zonder enige binding met de woningen, buurt of de planvorming. Op deze wijze gebruiken particuliere eigenaren, woningbouwcorporaties en overheden het instrument tijdelijke verhuur om mogelijke betrokkenheid, inspraak en verzet van de zittende bewoners bij en tegen planvorming te voorkomen. Officieel staat ook tijdelijke huurders niets in de weg om hun zegje te doen over de plannen in voorbereiding.

Door de inzet van de vastgoedboeren bij de LPF zijn de mogelijkheden voor tijdelijke verhuur in 2004 al verruimd. De maximale duur van een tijdelijk contract werd toen opgerekt van 3 naar 5 jaar. Onlangs in 2013 is de Leegstandswet weer gewijzigd waardoor onder andere corporatiewoningen nu 7 jaar tijdelijk verhuurd mogen worden en kantoren mogen maar liefst 10 jaar tijdelijk verhuurd worden. Ook werd bij deze laatste wijziging mogelijk gemaakt dat te koop staande woningen tijdelijk verhuurd mogen worden zonder dat de eigenaar de huurprijs hoeft te baseren op het woningwaarderingssysteem. Een verkopende partij, of beter gezegd een niet-verkopende partij, kan zo een woning jarenlang tijdelijk verhuren voor een ‘huur’prijs gebaseerd op voor wat een gek er voor geeft, zonder last te hebben van huurrechten van de bewoners.

Zo heeft de lengte van tijdelijke verhuur de lengte van het voorbereidingstraject van een bouw- of renovatieplan natuurlijk ver overschreden. Dit geeft aan dat tijdelijke verhuur niet meer gaat over het tegengaan van de planvorming leegstand maar om heel andere zaken. Verhuurders en huisbazen willen graag meer flexibiliteit in het huursysteem hebben en minder huurbescherming, zodat ze makkelijker tijdelijk kunnen verhuren, makkelijker een huurder uit een woning kunnen krijgen en dus sneller een woning leeg opgeleverd kunnen krijgen bij verkoop. Dat dit serieuze deuken slaat in de huurbescherming die ooit zo goed geregeld was is pijnlijk duidelijk… alles wordt tijdelijk en flexibel en zo ook steeds meer blootgesteld aan de grillen van de huisbaas en de vrije markt.

Anti-kraak
Een andere vorm van het op een tijdelijke basis gebruiken en in gebruik geven van ruimtes is het fenomeen anti-kraak, ook wel kraakwachten of leegstandsbeheer genoemd. De antikraaksector is de laatste jaren sterk gegroeid. Ooit min of meer begonnen als randverschijnsel waarbij een paar koorballen een speculatiepandje van een vrindje van papa enige tijd bewaakten tegen krakers… Of wat wazige kunstenaars die via een antikraakcontract opportunistisch een ruimte betrokken. Inmiddels is het een miljoenen business geworden waarbij vele duizenden mensen rechteloos gehuisvest worden.

Anti-krakers tekenen een bewakingscontract met een particulier bemiddelingsburo waarin al hun woon/huurrechten worden afgenomen in ruil voor tijdelijk onderdak. In dergelijke anti-kraakcontracten zijn vaak allerlei boetebedingen opgenomen voor het laten staan van afwas, kleren op de vloer laten slingeren of het geven van een feestje. Anti-kraakburo’s deinzen er niet voor terug deze boetes in rekening te brengen of de contracten te ontbinden en de bewoners proberen te ontruimen bij een slordigheidje of een feestje. Ook moeten anti-krakers in deze contracten soms allerlei andere rechten af staan, zoals het op vakantie gaan, politieke posters ophangen of bezwaar uiten tegen mogelijke planontwikkeling. Tevens kunnen kraakwachten binnen enkele dagen uit huis gezet worden zonder dat er geherhuisvest hoeft te worden en kan de huisbaas elk moment zonder aankondiging binnen komen. Ook komt het regelmatig voor dat kraakwachten veel betalen, zonder dat hier in eerste instantie woonrechten tegenover staan. Hiermee is de teerling geworpen dat het afsluiten van een anti-kraakovereenkomst in veel gevallen interessanter wordt voor een eigenaar dan een gewone huurder zoeken of tijdelijk huurder via de Leegstandswet te zoeken.

De laatste jaren zijn dan ook talloze commerciële bemiddelingsburotjes die in antikraak constructies handelen als paddenstoelen uit de grond geschoten. Een nieuwe vorm voor handige ondernemers om snel geld te verdienen via de woonnood, over de ruggen van de woningzoekers.

Los van de zorgen over de rechtvaardigheid van antikraakovereenkomsten zijn er nog een aantal praktische bezwaren: anti-kraak zit vaak met weinig mensen in grote panden. In dergelijke panden hadden dus veel meer mensen kunnen wonen. Ze zitten er voornamelijk om leegstand te camoufleren, speculatiepraktijken te verdoezelen en kraakacties te voorkomen of om een ontruimingsgrond te hebben indien er wel gekraakt wordt. Hiervoor is helaas 1 anti-kraker genoeg. De woede van veel krakers over het fenomeen anti-kraak wordt nog eens verergerd door het feit dat sommige kraakpanden na ontruiming bezet worden door anti-kraak. Dit geeft aan dat de eigenaar dus helemaal geen spoedeisende plannen had.

Het opvallende is dat het profiel van mensen die via anti-kraak gaan wonen over het algemeen hetzelfde is als dat van krakers. Het gaat veelal om jongere starters op de woningmarkt die relatief weinig te verliezen hebben. Terwijl dus krakers en anti-krakers een deel van de motivaties delen om zich in een onzekere woonsituatie te begeven, geeft een anti-kraker hier op een geheel andere wijze vorm aan. Naast het argument van hun directe woonnood rechtvaardigen anti-krakers hun activiteiten ten opzichte van krakers vaak met het argument dat zij het tenminste netjes doen… Alsof het tekenen van een contract waarin je al je rechten weggeeft, hoogst waarschijnlijk aan een of andere speculant terend op waardestijging van zijn leegstaand bezit, nu zo erg netjes is. Het ‘aantrekkelijke’ van anti-kraak bewoning is dat je zelf niet op zoek hoeft naar een pand en je verantwoordelijkheden lijkt af te dragen aan het commerciële anti-kraakburo.

Anti-kraakburo’s presenteren zich als maatschappelijke ondernemers die sociaal bezig zijn als leegstandsbeheerders tegen leegstand. Dat is onzin, het gaat om commerciële bemiddelingburo’s die handelen in opdracht van makelaars en huisbazen, zonder enige maatschappelijke doelstelling. Het gaat om winst van de huisbaas en het anti-kraakburo. Het is dus niet sociaal, niet netjes en het is geen leuke alternatieve woonvorm. Het is Big Business waarbij woningzoekenden rechten worden afgepakt in ruil voor tijdelijke woonruimte met vaak een dubieuze achtergrond.

Het is dan ook niet verbazingwekkend dat in het initiatiefwetsvoorstel voor het kraakverbod van zomer 2008 anti-kraak wordt gezien als de oplossing tegen leegstand. Het wordt dan ook duidelijk dat de rechtse initiatiefnemers ook andere belangen hebben dan alleen het kraken te verbieden.

Anti-kraak is een eigenlijk een absurd verschijnsel, het wordt ingezet om woningzoekers rechteloos te huisvesten en kraakacties hun juridische basis te ontnemen. Bij eventuele actie kraken van een leegstaand pand waar (deels) anti-kraak in zit krijg je de rare situatie dat de ene woningzoeker tegenover de andere komt te staan. De anti-kraker speelt zo de buffer tussen kraker en huisbaas. Het is de vraag hoe jij over zo’n bufferrol denkt en in hoeverre je acties tegen anti-kraak kan rechtvaardigen.

Ook wordt anti-kraak steeds meer ingezet om in een zeer vroeg stadium geen huurders met een regulier contract meer in woningen te hebben. Ver voordat tijdelijke huur op basis van de leegstandswet mag worden ingezet worden er al anti-krakers in een woning geplaatst om de woningen ‘leeg te houden’. Soms gaat dit ook in afwisselende combinatie met tijdelijke verhuur waardoor een soort giftige sandwich ontstaat van anti-kraak, tijdelijke verhuur en dan weer anti-kraak bewoning. Waardoor een doodgewone huurwoning soms wel dik 10 jaar onttrokken kan worden aan reguliere verhuur. Zodat een of andere huisbaas of woningbouwcorporatie zijn handen vrij heeft om wat ook maar te doen met de woningen voor wat betreft trage of falende planvorming of uit speculatieve overwegingen. Dat alles zonder last te hebben van zittende huurders, want die zijn al jaaaaren geleden vertrokken. Aangezien het fenomeen anti-kraak een sterk groeiende sector is en dergelijke situaties steeds vaker voorkomen lijkt het er op dat anti-kraak steeds meer verwordt tot anti-huur.

Er is toch wel een soort ‘anti-kraakbeweging’ in opkomst. Namelijk hebben anti-krakers en woningzoekers zichzelf georganiseerd in de Bond Precaire Woonvormen (BPW), een heuse bond die opkomt voor de positie en belangen van antikrakers en anderen in tijdelijke en onzekere woonvormen. In 2012, 2013 en 2014 geeft de BPW (juridische) ondersteuning bij vele anti-kraakgeschillen en heeft de BPW verschillende acties gevoerd bij huisbazen, woningcorporaties en antikraakbedrijven om misstanden in deze sector aan de kaak te stellen en rechten voor de bewoners op te eisen.

Een aantal succesjes zijn op die manier door anti-kraak bewoners en de BPW geboekt. Het eerste echte (juridische) wapenfeit is de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam in november 2013: in de Parooldriehoek in Amsterdam Oost werden tientallen anti-kraakbewoners door woningbouwcorporatie Stadgenoot en Anti-Kraak BV middels een gerechtelijk vonnis ontruimd. De anti-krakers lieten het er niet bij zitten en gingen in hoger beroep tegen het vonnis. Het Hof oordeelde in dit hoger beroep dat de maximale termijn voor tijdelijk wonen ruimschoots was overschreden en dat er geen sprake meer was van ’gebruik naar zijn aard van korte duur’, een aantal bewoners woonde er al 8 jaar. De anti-krakers betaalden bovendien een aanzienlijk maandelijks bedrag aan Anti-Kraak BV. Het Hof oordeelde dat de anti-krakers op deze manier gewone huurovereenkomsten hadden en dus als huurders met reguliere huurbescherming gezien moeten worden.

Een dergelijke uitspraak van het Gerechtshof biedt een stevigere basis aan de rechtspositie van anti-krakers en kan als jurisprudentie goed gebruikt worden in de strijd van anti-krakers om iets van hun woonrecht terug te claimen van anti-kraakbedrijven.

Wanneer krakers zich misschien meer en meer gaan beperken tot navelstaren zouden anti-krakers zich dan in een rare paradox verder kunnen ontwikkelen en de rol van krakers in de toekomst overnemen? De nieuwe jonge opstandigen op de woningmarkt? Het kan alleen als die anti-krakers meer en meer opstaan en opkomen voor hun woonrechten en zich niet langer als moderne woon-slaven laten behandelen door de huisbaas en anti-kraakburo. Wie weet… the future is unwritten.


4 Voorbereidingen, het uitzoekwerk

De eerste stap in het bemachtigen van een gekraakte ruimte is het vinden van leegstaande ruimtes. Als je geluk hebt weten vrienden of bekenden misschien iets bij hen in de buurt wat al lang leeg staat. Wanneer dat niet het geval is zul je zelf op zoek moeten gaan. In de meeste steden en regio’s staat genoeg leeg, maar je moet er wel oog voor krijgen.

Op zoek
Een goede manier om een leegstaand pand of etage te vinden is om een (stads)wandeling te maken in de buurt waar je wilt gaan wonen. Tijdens deze wandeling moet je de adressen die jou opvallen opschrijven. Na een eerste wandeling heb je waarschijnlijk een lijstje met een aantal opties. Het gaat er nu om dat je er achter komt of het pand ook daadwerkelijk te kraken is. Je moet er zeker van zijn dat het pand niet wordt gebruikt. Soms is dit in een oogopslag wel te zien maar vaak is het moeilijk om een gebruikt/bewoond pand van een ongebruikt/onbewoond pand te onderscheiden. Sommige huizen zijn wel gedeeltelijk ingericht maar niet bewoond. Er is dan sprake van schijnbewoning, een eigenaar kan ook bijvoorbeeld een tijdklok op een lamp hebben aangesloten.

Het is aan te raden regelmatig langs het pand te gaan en op te letten of er dingen veranderen. Een raam dat de ene keer open staat en de andere keer dicht zit geeft aan dat er iemand binnen is geweest. Je kan foto’s nemen van het pand en die met een latere situatie vergelijken of teken bijzonderheden aan op je lijstje lege objecten.

Verder kun je een onopvallende sticker over het slot plakken of een stokje tussen de deur en de deurpost prikken. Zo kun je zien of er nog mensen in het pand komen. Ook kun je eens proberen zonder al teveel op te vallen voorzichtig naar binnen
te kijken. Een kijkje door de brievenbus kan opheldering geven. Ligt er bijvoorbeeld een berg post achter de deur of een dikke laag stof op de vensterbank dan zegt dit vaak wel iets.

Een andere mogelijkheid om meer te weten te komen over de leegstand of de duur van de leegstand is navraag doen bij buren. Je wilt, in eerste instantie, niet dat ze doorkrijgen dat je het wilt kraken. Je kunt ze vertellen dat je op zoek bent naar een huurhuis en je afvraagt of het leegstaat. Ook kun je met een bedrijfstrui een pakje komen brengen en dan bij de buren vragen of ze weten waar de bewoners van het huis zijn. “O, ze zijn verhuisd, hoe lang al?” Een andere tip is om net te doen alsof er vroeger een kennis van je woonde en je je afvraagt waar hij gebleven is. Nee, je bent al jaren niet meer in de stad geweest, “Staat het al twee jaar leeg… Goh wat vliegt de tijd.”

Het is aan te raden om het in de gaten houden van leegstand tot een gewoonte te maken. Wellicht moet je te zijner tijd nog eens verhuizen of wil je anderen aan onderdak helpen. Hoe langer je de lege objecten controleert, hoe zekerder je van je zaak zal zijn. Grote kans dat het ontdekken van leegstand een ingeroeste gewoonte gaat worden en je zelfs in vreemde steden zonder nadenken de leegstand in het oog krijgt.

Toekomst plannen
Wanneer je er zeker van bent dat het pand leeg staat kan het onderzoek naar het hoe en waarom van de leegstand, de eigenaar en de mogelijke toekomstplannen beginnen. Het beste is om je uitzoekwerk op de computer via het internet te beginnen, hierdoor kan je al aan veel gratis basis informatie komen. Onmisbaar bij dit uitzoekwerk van een potentieel te kraken pand is het doe-het-zelf vastgoed onderzoeksgidsje ‘Van wie huur, koop of kraak ik eigenlijk?’ uitgeven door het Spekulatie Onderzoeks Kollektief (SPOK), dit gidsje is gratis online te downloaden.

Online uitzoekwerk
Instellingen zoals het Kadaster (waar alle informatie over onroerend goed wordt bijgehouden) en het handelsregister van de Kamer van Koophandel (die informatie over bedrijven en bedrijfsstructuren bewaart) zijn inmiddels allemaal “on-line”. Deze instellingen brengen een groot deel van hun informatie als product aan de man: de informatie wordt bedrijfsmatig verzameld en verkocht. Er zijn dus wel wat kosten aan onderzoekswerk verbonden. In de praktijk betekent deze digitalisering dat het uitzoekwerk van de kraker in spee, de amateur vastgoedresearcher, in de laatste jaren onherkenbaar is veranderd. Door de digitalisering van de informatie is het zeulen met stapels papier voor een groot deel verdwenen. Overheidsinstellingen en gemeentelijke diensten zoals Bouw en Woningtoezicht (BTW) lopen nog steeds een beetje achter maar voor veel informatie hoef je inmiddels nauwelijks meer live naar een loket. Standaard uitzoekwerk is ondenkbaar zonder een online ‘sweep’.

Om te beginnen kan je al heel eenvoudig via zoekmachines, bijvoorbeeld google, zien of er al eerder over het adres gepubliceerd is. Typ het adres in de zoekmachine, tip: adres en huisnummer doe je tussen aanhalingstekens, dus bijvoorbeeld: “Zuiderdiep 22” Groningen. Zodoende heb je al een kans om zaken te vinden die op geen andere manier te vinden waren. Sommige gemeentes hebben ook veel informatie op het net gezet, van vergunningaanvragen tot en met de aanbevelingen van de welstandscommissie. Aangezien dit heel snel gaat, en gratis is, kan je al snel deze manier van uitzoeken oppakken. Let wel, als een zoekmachine geen hits geeft betekent dat niet auto atisch dat er helemaal niets online te vinden is.

Gemeentelijke instanties
Het plaatselijke BWT of ‘dienst handhaving en vergunningen’ is er om te kijken of er plannen met het gebouw zijn en wat de status van die plannen is. Een eerste indruk hiervan kun je online dus al krijgen maar gemeentelijke instanties publiceren niet alles online en in sommige gemeentes is de digitale informatie voorziening nog een beetje een drama.

Dat er een plan is, is op zich niets bijzonders,.. het gaat erom of het plan uitvoerbaar is. Veel plannen mogen pas uitgevoerd worden als er een ‘omgevingsvergunning’ aan de eigenaar is vergeven. Een omgevingsvergunning is een soort pakketje die meer vergunningen zoals een bouwvergunning en of sloopvergunning inhoud. Ligt er een recente vergunning, dan kan je na een kraak redelijk simpel ontruimd worden op dit feit. Controleer ook of er aanvragen of vergunningen liggen voor het samenvoegen en/of splitsen als het om een etage-woning gaat. Bij samenvoegen worden meerdere woningen tot 1 woning samen gevoegd. Bij splitsing wordt toestemming gevraagd de verschillende woningen in een pand afzonderlijk te kunnen verkopen. Ook dit zijn indicaties dat de eigenaar wat van plan is.

Als je de informatie die je zoekt nu online niet kan vinden zul je toch even langs het gemeentelijk loket moeten gaan (je kunt ook even bellen). Het is belangrijk de mensen van BTW niet te vertellen dat je wilt gaan kraken. Ook is het niet handig met je Valreep T-shirt een dergelijke gemeentelijke dienst te betreden. Het is wel eens voorgekomen dat een ambtenaartje na een bezoek of telefoontje van een potentiële kraker de eigenaar van het betreffende pand inlichtte. Eventueel kan je de regionale krantjes waarin de vergunningaanvraag en -verlening gepubliceerd moeten worden voor de buurt waar je wil gaan wonen doorploegen. Die krantjes kan je meestal vinden in de plaatselijke bibliotheek. In sommige plaatsen houdt een wijk- of buurtcentrum ook de afgegeven vergunningen bij. Je zou ook daar alles kunnen doorploegen.

Er bestaan nog meer gemeentelijke diensten waar nuttige informatie over een pand te krijgen valt. Niet iedere gemeente is hetzelfde ingericht dus de namen of de diensten kunnen per gemeente wel eens verschillen.

In Amsterdam heb je bijvoorbeeld een Pandenarchief bij iedere gemeente moeten ze een dergelijk archief hebben. In zo een pandenarchief hebben ze van ieder pand of bouwkundige eenheid een dossier. In deze dossiers zit alle bouw-informatie vanaf 1900 opgeslagen. Deze bouwdossiers kunnen alléén op afspraak worden geraadpleegd, een afspraakje is zo gemaakt en dan heb je ook wat: in een dergelijk dossier zitten bijvoorbeeld de oude en de meest recente bouwtekeningen van een pand en ook de paperassen aangaande de monumentale status en waarde van een pand. Ook zitten in het dossier alle vergunningenaanvragen en vergunningen voor een pand. De bouwgeschiedenis van een pand en de actuele bouwkundige situatie kunnen dus haarfijn gereconstrueerd worden met de informatie uit het pandenarchief.

Ook bestaat er een gemeentelijke Dienst Wonen waar alle informatie aangaande de huisvestingssituatie van een bepaald adres bekend is. Zo hebben ze bij een dergelijke dienst, die dus per gemeente anders kan heten, informatie of voor een adres een tijdelijke verhuurvergunning is afgegeven en zelfs informatie sinds wanneer een adres is leeg gemeld. In hoeverre een dergelijke dienst de informatie ook goed of volledig bijhoudt is per gemeente verschillend.

Kadaster
Wanneer je op deze bovenstaande manieren ontdekt hebt dat een woning echt leeg is en er geen directe plannen voor het pand zijn, ga je uitzoeken wie de eigenaar is. Het kan zijn dat je deze informatie al van buren hebt gehoord, maar bedenk wel dat zij soms de makelaar, beheerder of een of andere huurinner aanzien voor eigenaar. Voor betrouwbare informatie over het eigendom kan je terecht bij het Kadaster.

Het kadaster is een organisatie die zich bezig houdt met het registreren van eigendom op grond en gebouwen. Deze informatie is openbaar zodat iedereen kan controleren of diegene die zich uitgeeft voor eigenaar dit ook daadwerkelijk is. Het kadaster is tegenwoordig helemaal gedigitaliseerd dus je hoeft de deur niet meer uit om alle zaken uit te zoeken die via het kadaster uit te zoeken zijn.

Voor deze informatie van het kadaster moet wel betaald worden, dit kun je iedere keer doen via een creditcard of je kunt een abonnement nemen, in het laatste geval gaat het betalen via automatische incasso of een factuur. Een abonnement kent handige algemene zoekmogelijkheden waarvoor niet betaald hoeft te worden. De online abonnee versie van het Kadaster heet “Mijn-Kadaster” en bestaat uit een statistisch instrument Kadata en het hier meer ter zake doende Kadaster-on-line. Voor het abonnement wordt een vast maandbedrag betaald en verder wordt er per document een vast bedrag betaald. Bij een automatische incasso hoeven er zelfs geen abonnement kosten betaald te worden en worden er alleen per informatieaanvraag kosten in rekening gebracht.

Zonder abonnement is er maar beperkte informatie beschikbaar: alleen het kadastraal bericht, waarbij geen akte-informatie wordt weergegeven. Akte-informatie op het kadastraal bericht is alleen met een abonnement online verkrijgbaar. Het is juist deze informatie, zoals het hypothecair bericht die het meeste licht werpt op de handel met en de financiering van vastgoed.

Het is dus aan te raden om een abonnement te nemen wil je een beetje vlot onderzoek kunnen doen. Eigenlijk kan anno 2014 geen actieve kraakgroep of kraakspreekuur zonder een kadaster abonnement wil je een beetje voor de dag komen (tot zo ver de reclame).

Nu inhoudelijk, het kadaster levert per (kadastraal) adres een kadastraal bericht en een hypothecair bericht die de eigendomssituatie van dat moment samenvat. Bij het kadaster kun je ook de over de loop van tijd ingeschreven (notariële) aktes waarop deze informatie gebaseerd is opvragen.

In het kadastraal bericht kun je terug vinden wie op dat moment de eigenaar van een adres is en met wie deze eigenaar eventueel officieel al een koopcontract heeft gesloten over dat adres. Ook staat er in dit kadastrale bericht welk hypothecair bericht er aan ten grondslag ligt bijvoorbeeld: Hyp4 deel 637060 nummer 131.

Van de hypothecaire berichten bestaan er twee verschillende soorten:

Onder de aanduiding”Hyp4” vind je aktes die ten grondslag liggen aan het kadastraal bericht. Het betreft vooral aktes over verkoop (zoals de leveringsakte), voorlopige verkoop (koopakte of koopcontract), splitsingsakte, ruil- en herverdelingsaktes en veiling. Kort gezegd: de transportaktes. Je ziet er in weergegeven hoe de verkoop van een adres heeft plaats gevonden, wie daarbij betrokken is geweest en welke prijs er voor is betaald.
Onder de aan duiding “Hyp3” vind je aktes die ten grondslag liggen aan het hypothecair bericht. Het betreft onder andere hypotheekaktes en beslagaktes. Het gaat kortom in de aktes niet zozeer over het verhandelen van vastgoed maar om bezwaringsaktes, waarmee beperkingen worden opgelegd door derden aan het verhandelen van dat vastgoed door de eigenaar. Je kunt er in lezen wat de bepalingen van de hypotheek zijn of waarom er beslag is gelegd.
Als je meer wilt weten over een persoon of bedrijf dan alleen over de betrokkenheid bij een bepaald pand kun je de ‘objectlijst’ opvragen. In een dergelijk lijst staat al het vastgoed waaraan de persoon of het bedrijf gerelateerd is in een overzicht. Er zijn twee soorten objectlijsten:
Op de ‘objectlijst betrokkene’ kom je alle panden tegen waarbij de persoon of bedrijf via een andere eigenaar betrokken is.
Op de ‘objectlijst rechthebbende’ kom je alle panden tegen waar de persoon of bedrijf zelfstandig rechthebbende, de eigenaar, is.

Voor een duidelijk overzicht is het aan te raden beide lijsten in te zien. Vooral de te verwachten ontwikkelingen kunnen uit de objectlijst betrokkene worden afgelezen. Hierin vind je bijvoorbeeld ook de panden waarvoor de persoon of bedrijf een voorlopig koopcontract heeft afgesloten. Je moet alleen wel even kijken hoe lang deze lijsten precies zijn. Je betaalt namelijk per 20 objecten en een bedrijf kan maar zo 500 objecten in bezit hebben, dan ben je financieel wel een beetje zuur. Een indicatie van de lengte van zo een lijst wordt in het geel op de site aangegeven. Kijk voor de actuele prijzen van het Kadaster on-line bij de prijzenlijst die op de site is te vinden.

De Kamer van Koophandel, het Handelsregister
Bedrijven staan ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel (kvk). Daar kun je zowel zoeken naar informatie over de eigenaar van het te kraken of gekraakte object als naar eventuele inschrijvingen in het te kraken of gekraakte pand zelf. Wanneer je met de informatie over de eigenaar die

bij het kadaster is gevonden bij de in het Handelsregister van kvk gaat zoeken kan er een heleboel duidelijk worden over de handel en wandel van dit persoon of bedrijf. Ook het Handelsregister van de kvk is al jaren geheel gedigitaliseerd.

Het Handelsregister online heeft een uitgebreide zoekmachine om tussen de honderdduizenden ingeschreven rechtspersonen (bedrijven, verenigingen, stichtingen etc etc) de juiste te vinden. Deze kosteloze via het internet toegankelijke zoekmachine is het portaal tot de uiteindelijke betaalde informatie. Je kunt zoeken op: KvK-dossiernummer, handelsnamen en adresgegevens. Op die manier kun je heel snel en gratis veel informatie verzamelen. Bijvoorbeeld waar het bedrijf van de eigenaar staat ingeschreven en welke bedrijven of andere rechtspersonen er in of uitgeschreven zijn van het adres wat jij wilt kraken.

Het kan zijn dat het bedrijf of andere rechtspersoon die je wilt uitzoeken gewoon een op zichzelf staand bedrijfje is, vaak is er echter een gelaagd concern van allerlei rechtspersonen die dan bijvoorbeeld bestuurder, hoofdvestiging of dochterondernemingen van elkaar zijn. Door op ‘concernrelaties’ te klikken krijg je een eerste inzicht in een bedrijfsstructuur.

Bovenstaande informatie via het Handelsregister is dus gratis. Surf eens via kvk.nl naar het Handelsregister en ga experimenteren, je zult zien dat je er binnen de kortste keren handigheid in krijgt en dat er een wereld voor je open gaat.

Toegang tot de betaalde informatie op de website is mogelijk na registratie en het ontvangen van een toegangscode. Als je deze zaken hebt geregeld zijn uittreksels van bedrijven of andere rechtspersonen daarna eenvoudig online op te vragen. Daarnaast kan een gedeelte van de achterliggende deponeringen via het Handelsregister worden opgevraagd. De overige, niet op het Handelsregister online weergegeven documenten zijn via telefonische bestelling alsnog verkrijgbaar.

In een uittreksel uit het Handelsregister kun je terugvinden:
– de contact gegevens van de rechtspersoon (adres, postbus, telefoon, e-mail),
– de namen waaronder de rechtspersoon handelt,
– de bedrijfsstructuur waar binnen de rechtspersoon valt,
– welke personen de rechtspersoon besturen,
– wie de aandeelhouders zijn van het kapitaal van het bedrijf,
– de data waar op de bestuurders en aandeelhouders in functie zijn getreden,
– wat het vermogen van de rechtspersoon is,
– of de rechtspersoon is opgeheven, failliet is of een curator is aangesteld,
– gegevens m.b.t. eventuele vorige adressen, bestuurders, aandeelhouders en handelsnamen.

Onder de deponeringen kun je vinden:
– (notariële) oprichtingsaktes-
– in- en uitschrijvingen van bestuurders,
– adres wijzigingen,
– financiële jaarstukken,
– wijzigingen in de bedrijfsstructuur.

Bedenk goed wat je wilt weten en wat in jouw situatie van belang is, bijvoorbeeld wie er in de directie van het bedrijf zitten, waar ze wonen, wie zijn de aandeelhouders, wat is de doelstelling van het bedrijf in het kort. Indien de directie weer uit bv’s bestaat kan je die ook weer natrekken. Als de eigenaar een natuurlijk persoon is (geen bv maar een mens) is het belangrijk te kijken of er misschien ook nog bedrijven op zijn of haar thuisadres staan ingeschreven.

Bij betaalde informatie onder ‘concernrelaties’ zie je in een boomstructuur alle rechtspersonen die in het concern participeren. De zoekoptie concernrelaties geeft ook de zoek-ingang ‘hoogste concernrelatie’ dit is de rechtspersoon die het bestuur voert over de onderliggende rechtspersonen. Zo kan het zomaar blijken dat het bedrijf in het kadaster als eigenaar van het pand staat beschreven in het gehele concern maar een kleine holding is en dat de ‘echte eigenaren’ in de piek van de boom gezocht moeten worden.

Het doel van alle kvk-informatie is zicht te krijgen op de bedrijfsstructuur en het netwerk van de huisbaas. Dit kan handig zijn om bijvoorbeeld te doorzien dat de eigenaar je dreigt te ontruimen vanwege een huurcontract met een van zijn andere bedrijven. Ook kom je erachter met wie je nu precies te maken hebt. Achter een ogenschijnlijk onschuldig lijkend bv’tje kunnen soms grotere verhalen verborgen zitten. Hoe meer je over de eigenaar weet hoe beter je in staat bent de situatie in te schatten, te procederen en actie te voeren voor het behoud van je gekraakte ruimte.

SPOK (SPekulatie Onderzoek Kollektief)
Je hebt nu al flink wat informatie bij elkaar, te weten (het gebrek aan) plannen voor het pand, de eigenaar en zijn eventuele bedrijven, misschien ook nog ander bezit van hem en informatie uit een hypotheekakte, bijvoorbeeld de financier van de eigenaar. Dit geeft je goede ingangen voor verder onderzoek via het SPOK.

Het SPOK doet onderzoek naar en publiceert over huisbazen, makelaars, onroerend goed transacties, woonbeleid en dergelijke zaken. Ze bestaan al vanaf eind jaren ‘70 en hebben inmiddels een enorme hoeveelheid aan informatie verzameld. Aan de hand van jouw informatie kan gezocht worden naar wat er verder nog over de zaak bekend is. Je kan samen met het SPOK een inschatting maken van de eigenaar en concrete stappen in zijn richting overwegen. Tevens kunnen ze je tips aan de hand doen hoe je verder kan zoeken. Dit soort informatie kan handig zijn om meer inzicht te krijgen in het doen en laten van de eigenaar en kan soms nuttige informatie opleveren voor acties, rechtzaken en publiciteit.

Het SPOK weet veel van huisbazen die in Amsterdam en landelijk actief zijn. Maar vooral kunnen ze je ideeën aan de hand doen hoe je meer kan vinden. Ook kunnen ze de door jouw verzamelde informatie gebruiken om weer anderen te helpen. SPOK: spok [at] squat [dot] net, spreekuur woensdags tussen 20.00u en 21.00u Spuistraat 5 te Amsterdam. Lees verder: www.speculanten.nl

Het is niet per se noodzakelijk om het SPOK voor de kraak te bezoeken, net zoals het niet per se noodzakelijk is om hypotheekakte of leveringsakte op te vragen. Toch raden we het aan dit te doen, desnoods na de kraak. Hoe meer je weet hoe sterker je staat en bedenk dat veel mislukte kraken het resultaat van slecht uitzoekwerk zijn.

Kraakspreekuur
Het kraakspreekuur (ksu) wordt gedraaid door mensen die ervaring hebben met kraken. Los van het uitzoekwerk verdient het vooral de aanbeveling om met hen de kraak zelf door te nemen. Daarover in een volgend hoofdstuk meer. Ook in het uitzoek-traject kunnen zij een rol spelen. Zij hebben meestal een register van leegstaande panden en kunnen jouw informatie aanvullen of corrigeren. Ook kunnen ze je vertellen of een andere groep al met hetzelfde pand bezig is geweest en je met hen in contact brengen. Je kan dan nagaan of ze er nog mee door willen gaan en zo niet kan de andere groep je misschien meer vertellen over wat zij hebben gevonden. Verder hebben zij wellicht informatie over je eigenaar of plannen voor de buurt waarin jij wilt gaan kraken.

Wat te doen met deze informatie?
Vooral is de verzamelde informatie van belang om in te schatten of een kraak goede kans van slagen heeft. Hiervoor is het noodzakelijk dat iets daadwerkelijk buiten gebruik is, dit het liefst al voor een langere tijd en dat er geen direct zicht is op toekomstig gebruik.

Tevens kan je aan de hand van de verzamelde informatie het gevaar inschatten op mogelijk agressief of ander verrassend gedrag van de zijde van de eigenaar en ben je beter op de hoogte van mogelijke toekomstige bedreigingen zoals planontwikkeling.

Ook als je een actiekraak doet en je blijf-kansen dus minder van belang zijn, kan het verstandig zijn dit soort informatie te weten, maar dan meer met een politiek of publicitair doel. Het gaat er dan niet zozeer om een pand te vinden dat juridisch gezien behouden zou kunnen blijven maar om de onderbou wing van het punt dat je naar voren wilt brengen.


5 De kraak zelf.

Je hebt inmiddels een leegstaand pand gevonden dat volgens de verzamelde informatie goed te kraken is. De manier waarop je een kraak gaat organiseren hangt af van het soort pand, de buurt en de eigenaar. We zullen er hier van uitgaan dat het een moeilijke kraak is, waarbij je met veel dingen rekening moet houden. In praktijk vallen de complicaties bij het kraken zelf meestal erg mee. Het lijkt erg spannend, maar verloopt vaak via een standaard stramien. Wel is het zaak goed voorbereid te zijn op allerhande calamiteiten. Een gewaarschuwd kraker telt voor twee.

Voorbereidingen
Voordat je gaat kraken moet er goed voorbereid zijn. Het is aan te raden om hiervoor bij een kraakspreekuur langs te gaan. Zij hebben ervaring met kraken, politie, het omgaan met (breek) gereedschap en ze kunnen hun netwerk mobiliseren om te komen helpen. Het is ook handig contact met het spreekuur te houden, voor als je na de kraak nog eens hulp nodig mocht hebben.

Er moet ingeschat worden of de kraakactie lastig zou kunnen worden en hoeveel mensen er ongeveer nodig zijn. In het centrum van een stad is het aan te raden om met een grote groep te gaan, terwijl je voor een huisje in een buitenwijk of dorp met minder mensen aan de slag kan. Een grote groep kan in sommige gevallen ook al te opvallend of storend zijn. Is er naar verwachting veel tijd nodig om binnen te komen dan kan je beter toch met wat meer mensen gaan. Een groepje van 6 mensen is wel zo’n beetje het minimum voor een kleine kraak. Zorg ervoor dat je een overwicht hebt tegenover mogelijke probleemmakers, zoals die in uniform, de eigenaar met wat vriendjes of een geflipte buurvrouw. Er moet in ieder geval een goede politiewoordvoerder zijn die op de hoogte is van het plaatselijke beleid omtrent kraken en de achtergronden van het gekraakte pand.

Wat je nodig hebt bij de kraak zelf:
– Allereerst een verzameladres, liefst zo dicht mogelijk in de buurt van het te kraken pand. Ook een vaste verzameltijd is handig. Wanneer je met het kraakspreekuur kraakt, kunnen zij meestal een verzameladres regelen. # Een kraakset ofwel een tafel, bed en stoel. Dit is een gegroeide gewoonte in de meeste plaatsen waar gekraakt wordt. Hiermee laat je zien dat je de ruimte als woning in gebruik hebt genomen en onderscheid je je dus van een inbreker. Wettelijk is dit niet vereist maar de gegroeide gewoonte is vaak ook opgenomen in politierichtlijnen hoe te handelen bij kraakakties. Niet dat jij je per se aan hun richtlijnen hoeft te houden, maar het ontbreken van de kraakset zal voor de politie een mogelijke aanleiding zijn om moeilijkheden te maken.
– Een nieuw slot, om het oude dat gebroken wordt bij de kraak te vervangen.
– Wanneer je niet met het kraakspreekuur besluit te kraken heb je ook eigen (breek)gereedschap nodig.
– Mogelijk barricade materiaal zoals balken, bedspiralen, steigerpijpen en bouwstempels, hiermee kun je het bepaalde mensen zoals eigenaar of politie moeilijker of onmogelijk maken zomaar binnen te komen wanneer jij dat niet wilt.
– Spullen die direct na het kraken handig kunnen zijn, zoals wat eten en drinken, schoonmaakspullen en zaken om reparaties te kunnen uitvoeren. Ook een deurbel op batterijen kan handig zijn ter voorkoming van irriterend geroep en gefluit op straat en om je bereikbaarheid te vergroten. Dit soort spullen hoeven niet per se gelijk bij de kraak mee, maar aangezien je toch met wat extra mensen bent kunnen zij zich misschien gelijk al nuttig maken.
– Zorg voor vervoer van deze spullen, een bakfiets, auto of busje zijn vaak erg handig.
– Een buurtbriefje waarin je jezelf (de krakers) voorstelt als nieuwe bewoner(s). Buren reageren vaak een beetje geschokt als blijkt dat er krakers in de buurt zijn gekomen, met een buurtbriefje maak je een goede indruk en verwerf je wellicht sympathie of steun.
– Als je publiciteit voor je pand wil, is het aan te raden een persbericht te maken, dat je naar de lokale pers stuurt, anders komt alleen het verhaal van de eigenaar en de politie in het nieuws. Meer hierover in hoofdstuk 9 over Publiciteit.
– Een kopie van het arrest (uitspraak) van de Hoge Raad van 8 november 2010 ( LJN BO3682) dat het ontruimen van een gekraakte ruimte zonder voorafgaand proces niet is toegestaan. Meer hierover in Hoofdstuk 7 over juridische zaken.
– Eventueel van belang kan zijn om een advocaat achter de hand te hebben die op stand-by staat om (telefonisch) in discussie te treden met politie of dienst doende Officier van Justitie.

Rolverdeling
Bespreek van tevoren wie breekt (breekploeg), wie direct naar binnen gaan (de binnenploeg), wie met de politie praat (politiewoordvoerder), wie verontruste buren of voorbijgangers gerust stelt en eventueel wie er op de uitkijk gaat staan. Spreek ook voor de eerste paar dagen af hoeveel mensen er wanneer aanwezig zijn, zodat je zeker tot het eerste gevaar geweken is altijd voldoende mensen binnen hebt (bezettingsrooster).

Daarbij moet het helder zijn hoe je de daadwerkelijke kraak gaat uitvoeren: Ben je met veel mensen, kan je afspreken om gewoon door te breken als de politie komt langsrijden op voorwaarde dat iedereen hiermee akkoord is en iedereen de brekers helpt beschermen. Deze afspraak zal definitief gemaakt moeten worden in het praatje dat op het verzameladres gehouden gaat worden (zie verderop). Maak van alles een afstreeplijstje zodat er op het laatste moment geen dingen te kort komen of niet geregeld blijken. Een voorbeeld is achterin deze handleiding opgenomen.

De daadwerkelijke actie
Wanneer iedereen op het afgesproken verzameladres is, wordt er door degenen die de actie organiseren uitgelegd welk pand er gekraakt gaat worden en wat het plan is (het praatje). Geef ruimte voor vragen en opmerkingen en verzeker je ervan dat de neuzen in dezelfde richting staan. Nu kan het loos gaan! Zorg dat je allemaal tegelijk bij het pand aankomt of dat de grote groep vlak na de breekploeg aankomt. Dit voorkomt dat er niet 15 mensen verdacht op de plek rond hangen terwijl de breekploeg nog onderweg is.

De breekploeg begint direct met breken en laat zich nergens door afleiden (behalve door de mensen die op de uitkijk staan natuurlijk). Er zijn talloze manieren om een huis binnen te komen zonder gebruik te maken van een sleutel, in het tweede deel van dit hoofdstuk zal daar uitgebreid op in worden gegaan.

Zorg ervoor dat de rest van de groep om de brekers heen staat zodat het zicht op hen ontnomen wordt. Wanneer voorbijgangers of buurtbewoners vragen stellen of raar reageren, zorg dan dat een of twee mensen de situatie rustig aan hen uitleggen, een buurtbriefje doet vaak wonderen. Direct nadat het pand open is moet de binnenploeg naar binnen, die binnenploeg heeft 4 basistaken:

1. De kraakset (bed, stoel en tafel) binnen zetten.
2. De deur van binnen goed afsluiten met een nieuw slot of een barricade.
3. Rond kijken of het pand echt niet in gebruik (leeg) is.
4. Binnen blijven.

Het is ook belangrijk om in het pand rond te kijken naar eventuele bewijzen van de leegstand zoals oude kranten/brieven, afgesloten nutsvoorzieningen enz. Zorg dat de politiewoordvoerder van deze bewijzen op de hoogte gebracht wordt. Zodra de binnenploeg met de kraakset binnen is en de deur weer stevig dicht zit kan de politie gebeld worden om leegstand te komen constateren. Zelf bellen heeft meestal een kalmerend effect op de agenten, ze komen dan tenminste niet met een inbraakmelding. Probeer voor de politie komt het breekgereedschap weg te brengen of te verbergen, zodat de politie het niet kan zien. Veel agenten zijn geboren om te zeuren.

Direct na de kraak
De politiewoordvoerder blijft met enkele andere krakers buiten voor de deur staan. Zij zijn het ontvangstcomité dat op de politie wacht. Normaal gesproken komt de politie na korte tijd langs. Met het kraakverbod zijn veel kraakgroepen van mening dat er ook geen politie meer binnen hoeft te komen om leegstand te constateren. Besluit je wel politie binnen te laten om leegstand te constateren, let er dan op dat er nooit meer dan 2 agenten binnen komen. Dit kan een hoop rottigheid voorkomen. Maak duidelijk aan de politie dat twee agenten genoeg is om een mooie mutatie (rapportje over de leegstand) te schrijven.

Zorg ervoor dat er altijd een aantal mensen voor de deur blijven staan als de politie binnen is, dit voorkomt onnodige verrassingen. Of je nu wel of niet politie binnenlaat om de leegstand te constateren… Stel je als politiewoordvoerder altijd zeker op. Zorg dat je kopieën van Kadasterpapieren, Kamer van Koophandel kopieën en andere gegevens over de eigenaar of de duur van de leegstand aan de politie kunt overhandigen. Tegenwoordig kan het ook heel handig zijn om een kopie van het arrest (LJN BO3682) van de Hoge Raad van 8 november 2010 op zak te hebben dat stelt dat het ontruimen van een gekraakte ruimte zonder voorafgaand proces niet is toegestaan (zie hoofdstuk 7). Het is niet nodig je volledige naam te geven (een fictieve naam volstaat), noch enige andere privégegevens. Buiten op straat kan de politie je bij verdenking van een overtreding of misdrijf om je ID vragen. Binnen in het pand waar je de net gevestigde huisvrede hebt mag de politie je niet om ID vragen, dit is wettelijk zo vastgelegd.

Als ze vragen hoe lang je al binnen bent kun je ze dit gewoon vertellen (aangezien een 24 of 48-uursregel niet wettelijk verankerd is). Onkundige agenten willen nog wel eens roepen dat je ergens niet mag wonen, dat je bij het bevolkingsregister ingeschreven moet staan, dat het bestemmingsplan wonen niet toestaat, etc. Het is echter niet de politie die over dit soort zaken gaat en het is ook niet hun taak een bestemmingsplan of iets dergelijks te handhaven. Nogmaals, de politiewoordvoerder moet dus redelijke kennis van zaken hebben op het juridische, beleidsmatige maar ook op het psychologische vlak om het overwicht te hebben en de regie in handen te houden.

De politie kan problemen maken als een van de volgende zaken aan de orde is. Bedenk van te voren hoe je met elk geval om zal gaan als het voorkomt:
– Het is een heterdaad, er zijn bij het breken mensen door de politie betrapt. Dit is in principe geen ontruimings grond maar wel een reden om de breker(s) te arresteren.
– De politie wil per direct handhaven (ontruimen) op basis van de Wet Kraken en Leegstand waarin kraken is verboden.
– De politie vindt dat er geen sprake is van leegstand. Dit kan soms zijn omdat er nog spullen in staan of dat er tekenen van verbouwing zijn. Er zou dan sprake kunnen zijn van huisvredebreuk. Een huurcontract of opslag betekenen trouwens lang niet altijd dat het pand ook daadwerkelijk in gebruik is.
– Het gekraakte is verbonden met een pand dat wel in gebruik is. In dit geval komt het er dus op aan om de panden voordat de politie gearriveerd is van elkaar te scheiden (doorgang dichttimmeren dus!).
– Er is door de kraak een gevaarlijke situatie ontstaan voor de krakers of omgeving.
– De politie tovert een onvoorziene omstandigheid uit de politiepet. Improviseren en overwicht bieden is dan de remedie. De gemiddelde kraker is slimmer dan de gemiddelde agent moet je maar denken…
LET OP: Op 22 april 2015 heeft de rechtbank met een uitspraak de juridische mogelijkheden tot spoedontruimen beperkt. Spoedontruimen niet mag tenzij de krakers het huisrecht van een ander schenden (zie hft 7).

Als het fout gaat:
In deze boven genoemde gevallen kan de politie besluiten om direct te gaan ontruimen. De politie mag niet zomaar ontruimen, dat is in jurisprudentie vastgesteld voortvloeiend uit het arrest van de Hoge Raad van 8 november 2010. Tegen een dergelijke ontruiming kun je direct een kort geding tegen de Staat aanspannen. Je moet een dergelijk kort geding tegen de Staat wel van te voren min of meer klaar hebben liggen en zaken vooraf aan de kraak met een advocaat voorbereid hebben.

In veel gevallen heeft een goed onderbouwd verhaal van krakerszijde betreffende hun juridische positie een ontruiming afgeblazen of in ieder geval een behoorlijke tijd uitgesteld. In sommige gevallen heeft de politie geen enkele boodschap aan jouw juridische verhaal en gaan ze toch ontruimen. Meer over de juridische positie van krakers ten tijde van een kraakverbod in hoofdstuk 7 over juridische zaken. Meestal doet de politie trouwens niet moeilijk bij het leegstand constateren. Ze zijn vaak na 10 minuten rondkijken weer weg, soms halen ze eerst de chef erbij.

Mocht er per onmiddellijk ontruimd worden, kan het zijn dat de aanwezige krakers gearresteerd worden. Over het wel en wee bij arrestatie verwijzen we naar de webiste: www.arrestantengroep.org hier staat een uitgebreide verhandeling.

Als het de politie niet direct lukt binnen te komen, vermindert dat de kans dat onbezonnen agenten een ontruiming doorzetten. Zorg dus altijd dat je een goede balk of bouwstempel achter de deur hebt. Indien je toch ontruimd wordt, zou je kunnen overwegen om het pand te herkraken. Met name in plaatsen waar weinig ervaring is met kraken, kan het handig zijn om alvast een herkraak voorbereid te hebben.

Iets langer na de kraak
Er wordt door de aanwezige agenten contact opgenomen met een Officier van Justitie en/of met een zogenaamde kraakcoördinator, dat is per stad of regio verschillend. Zij nemen een beslissing of de politie de krakers met rust gaat laten of dat ze gaan optreden. De uitslag hiervan wordt soms medegedeeld door een buurtagent. Ga anders zelf regelmatig informeren op het politieburo. De politie zal in de meeste gevallen ook de eigenaar informeren. Het kan handig zijn om dit ook zelf te doen, als je een gesprek wilt.

Als de kraak gelukt is heb je huisvrede, dus het recht om zelf te bepalen wie je huis binnenkomt. Het is verstandig om politie en eigenaar buiten te laten staan, je kunt met deze mensen het beste communiceren door een open raam op een bovenverdieping. Je kan ook zelf naar buitengaan maar zorg dan wel dat er iemand binnen blijft en dat je oplet op het moment dat je naar buiten toe gaat. Je zal niet de eerste zijn die zijn pas verworven stulpje verliest door onzorgvuldig met het begrip ‘deur’ om te gaan.

Tot slot:
Zoals gemeld nemen we hier veel situaties mee zodat je je er op kan voorbereiden en kan afspreken wat je in die gevallen zou kunnen doen. Je kan beter te veel voorbereiden dan te weinig omdat je je sterker zal voelen als je er al over hebt nagedacht. Het gaat er bij de kraak om zoveel mogelijk controle te houden over de situatie en geen ruimte te laten voor anderen om te zeggen wat jij moet doen. Dit is gedeeltelijk een psychologisch spel: wie ziet er het best voorbereid uit, wie geeft te kennen de situatie te overzien, wie heeft praktisch de toegang tot het pand in handen, hoeveel problemen levert het op je te ontruimen ten opzichte van de rust die kan terugkeren als men je laat zitten. Bedenk ook dat als je iets suggereert je dit ook waar moet kunnen maken.


6 Binnenkomen

Hoe eerder je binnen bent, hoe beter het is. Het binnenkomen, oftewel het ‘breken’, is voor veel mensen het deel van de kraak dat het meest tot de verbeelding spreekt. Er zijn talloze methodes om een huis binnen te komen zonder gebruik te maken van een sleutel. Daarom in dit hoofdstuk een aantal korte verhandelingen over hoe binnen te komen.

Waar naar binnen?
Veel mensen denken bij het kraken van een pand automatisch en alleen aan de voordeur. Zo ga je misschien bij je oma op visite, maar bij het kraken zit het anders. Vaak zijn er veel andere plekken waar het pand veel makkelijker te betreden is. Ramen, keukendeuren, bovenlichtjes, brandgangen op zolders, daken: allemaal zijn het potentiële toegangswegen. Je zal maar 5 minuten op een deur hebben staan ploeteren, om er daarna achter te komen dat het raam ernaast open geschoven kon worden.

Zeker op plekken waar je even de tijd hebt voordat je opgemerkt wordt heb je de mogelijkheid om je ‘binnentreden’ zo te verfijnen dat je amper of geen schade hoeft aan te richten. Ramen uit sponningen halen, pinnen uit scharnieren tikken, sloten uitboren of zelfs lockpicken – het behoort allemaal tot de mogelijkheden. Realiseer je wel dat je, om het goed uit te voeren, vertrouwd moet zijn met je gereedschap en de te gebruiken techniek. Loop eens een paar keer met ervaren brekers mee, of oefen op een verder niet terzake doende vergelijkbare situatie. Je kunt ook eens wat gaan rond snuffelen op de slotenafdeling van de plaatselijke bouwmarkt, bekijk wat er allemaal ligt en hoe het in elkaar zit: vaak is dat hetzelfde materiaal dat mensen zelf op hun huis schroeven, dus de kans is groot dat je het nog eens tegenkomt.

Gereedschappen
Het bekendst met betrekking tot kraken, ook door het gebruik als symbool op vele posters, is uiteraard de koevoet: een stuk smeedijzer, met aan een kant een soort grove beitel en aan het andere eind een klauw. Een zeer nuttig stuk gereedschap. Het is echter niet zaligmakend: vaak zijn andere, minder lompe gereedschappen veel handiger om binnen te komen. Daarom hier een lijstje gereedschappen die in iedere “breekset” aanwezig zouden moeten zijn, zeker als je niet precies weet wat voor sloten of vergrendelingen je tegen kan gaan komen. Ook is hetzelfde setje vaak handig bij eerste reparaties en het inzetten van het nieuwe slot. Voor al deze gereedschappen geldt: zorg dat ze van goede kwaliteit zijn; niets is zo frustrerend (of gevaarlijk!) als gereedschap dat kapot gaat als er mee gewerkt wordt. Het loont om ietwat duurdere, goede materialen aan te schaffen.

1. Klauwhamer, bij voorkeur met stalen of kunststoffen steel.
2. Schroevendraaiers, in verschillende maten en soorten: platte en kruiskop, lang en kort, smal en breed. Een standaardsetje van de Hema volstaat meestal wel.
3. Een “vuistje”, dit is een zware, blokvormige stalen hamer. Deze gebruik je als je echt ergens hard op wilt slaan. Bijvoorbeeld om een koevoet tussen een deur te rammen.
4. Allerhande koevoeten. Koevoeten zijn er in verschillende soorten en maten en zeker ook in kwaliteitsklassen. Een korte beschrijving van de twee verschillende basis modellen:
a) de standaard, ook wel “rechte” koevoet. Meest bruikbaar is ongeveer 75cm tot 1m, en dan liefst twee of drie stuks. Over het hoe en waarom later meer.
b) de zwanenhals of “kromme” koevoet. Erg handig als je aan dingen moet trekken. Maar niet direct de handigste koevoet voor het zware breekwerk.
5. Tangen in soorten en maten: combinatietang, griptang, waterpomptang, kniptang, punttang en een bahco (verstelbare moersleutel). Voor de tangen geldt dat je heel goed op de kwaliteit moet letten.
6. Beitels.
7. Voor het binnentreden niet nodig, maar voor het inzetten van sloten haast onontbeerlijk: een goede, ronde ‘rattestaart’ houtrasp. Zodat je het gat voor je nieuwe slot, indien nodig, op de juiste afmetingen kan raspen.
8. Verlichting. Essentieel als je in donkere portieken, trappenhuizen of ‘s nachts werkt. Een zaklamp of hoofdlampje doen het vaak erg goed.

Verder zijn apparaten als accuboren (met opgeladen accu’s!!) en bitjes en boortjes er bij, eventueel zagen (hout en ijzer), ratelsleutel (voor als je wat zwaarders dan een klein schroefje wilt draaien) en nog veel meer stukjes gereedschap handig. Maar ga niet bij iedere kraak alles wat je hebt meeslepen.

Er bestaan nog wat specialistische gereedschappen die door krakers ontwikkeld of aangepast zijn. Bijvoorbeeld de “kraakkrik” (een omgebouwde autokrik) waarmee deuren ‘open gedraaid’ kunnen worden en het “woningbouwsleuteltje” (een aan een oude schroevendraaier gelast onderdeel van een woningbouwcilinder). Er is nog veel meer mogelijk. In principe zou je de hele gereedschapskist van een slotenmaker kunnen gebruiken, maar dat gaat te ver om hier te beschrijven.

Het binnentreden zelf
Zorg er voor dat de politie niet ziet wie er eigenlijk het te kraken perceel open maakt: dit “breken” is een deel van het kraken dat per definitie strafbaar is. Soms is het nodig, gezien je omgeving, om daarvoor creatieve trucs te gebruiken. In het Amsterdamse hebben een paar krakers eens een ‘waarzegsterstent’ voor een deur gezet (met Koninginnedag). Terwijl giechelend, aangeschoten oranjeklanten schunnige toekomsten werden voorspeld (het was op de Wallen), werd achter in de tent hard gewerkt aan het stilletjes open maken van een deur. Dit soort toneelstukjes heb je bijna nooit nodig, maar vaak zijn ze wel effectiever dan grote aantallen mensen proberen te verzamelen als je op een moeilijke, opvallende plek wilt kraken.

Ook belangrijk is een alternatief plan hebben voor als je eerste opzet om een of andere reden niet lukt.

Hoe kom ik binnen? Dit is de kernvraag van dit hoofdstuk. We behandelen het stap voor stap, waar nodig geïllustreerd met foto’s of tekeningen ter verduidelijking. Zoals eerder gezegd: staar je niet blind op de deur, daarom beginnen we met ramen.

Ramen
Op de begane grond, op straatnivo, zitten ramen meestal goed dicht. Schuiframen zitten meestal met pinnen vast, klapramen hebben vaak dievenklauwen. Echter: het sluitmateriaal van ramen is vaak inferieur aan wat er op deuren wordt geschroefd, dus het breken ervan kan vaak makkelijker gaan. Lastig is echter dat wanneer het kozijn vervormt, het glas je om de oren vliegt.

Klapramen gaan bijna altijd naar buiten open, wat betekent dat de scharnieren aan de buitenkant zitten. De pinnen eruit tikken, een grote schroevendraaier tussen raamkozijn en sponning zetten, en proberen of het geheel naar buiten wil bewegen. Zo niet, dan zitten er waarschijnlijk dievenklauwen in gemonteerd. Je kan dan nog proberen of de grendelkant wel wil.
Moderne, gerenoveerde gevels met van die sjieke klap/kantelramen zijn meestal niet erg kraakbaar: als alles dicht zit, is er zonder veel geweld geen beginnen aan.
Schuiframen zitten op begane grond bijna altijd met pennen vast, zodat ze niet opengeschoven kunnen worden. Probeer ze even, een klein koevoetje eronder, als het raam niet meegeeft heeft het geen zin. Op de eerste verdieping ontbreken deze pennen meestal, dus met een laddertje, een koevoetje en een hamer ben je dan meestal wel binnen. Zet de koevoet afwisselend onder de linker- en de rechterkant van het raam, tot je genoeg speling hebt om het raam met je handen omhoog te schuiven. Neem ook gereedschap mee om hindernissen binnen (dichtzittende binnendeuren) open te kunnen maken. Laat wel je mede krakers alvast het kraaksetje door het raam naar binnenbrengen: dan zit je iets veiliger wat huisvrede betreft.

Dakramen en kantelramen. De moderne varianten hiervan (de zogeheten “Velux” ramen) zijn van buiten bijna niet open te maken. Ouderwetse gietijzeren kantelramen zoals je vaak op borderijtjes tegenkomt zijn echter weer met het grootste gemak open te maken. Vaak zitten ze alleen met hun eigen gewicht dicht. Nadeel is wel dat je over het dak er in de buurt moet kunnen komen. Bij kantelramen kantelt altijd de onderkant naar buiten en de bovenkant naar binnen, omdat anders bij regen water naar binnen loopt. Dus probeer de bovenkant naar binnen te drukken, of beter nog: de onderkant naar buiten te trekken.

Horizontale dakramen of -luiken, zoals die in de grote steden op platte daken veel voorkomen, zijn alleen handig als je al op het dak kan komen – dat betekent dat je ergens anders in hetzelfde blok het dak op moet kunnen. Ze zijn dan met enig gewrik meestal wel open te krijgen, maar dan moet je nog een paar meter naar beneden voordat je ergens op staat, en soms zitten ze boven het trapgat. Uitkijken dus.

Deuren
Juist omdat deuren de meest logische toegang tot een woning zijn, wordt veel aandacht besteed aan de beveiliging ervan. De keuze aan sloten, grendels en beveiligingen die je op deuren kunt aantreffen is dan ook enorm. Doordat deze sloten van buitenaf bereikbaar moeten zijn, hebben ze zwakke punten: je kan ze zien zitten, en dus zien wat voor soort het is en daar kan je je breektechniek op aanpassen.

Ook als je een pand niet via de deur kraakt, zul je de sloten meteen moeten vervangen: niet alleen vergemakkelijkt dat je eigen toegang, je weet dan ook zeker dat de eigenaar en z’n maatjes die sleutel niet hebben. Eerst een korte inventarisatie van de meest voorkomende soorten sloten en andere beveiligingen en een korte uitleg over hoe ze werken.

1. Cilindersloten.
Dit zijn de sloten zoals iedereen die wel kent. Voor de precieze samenwerking tussen sleutel en cilinder verwijzen we graag naar “Zen and the art of lockpicking”. Kortweg komt het er op neer dat je door aan de sleutel te draaien een blok (de “schoot”) de deurpost in schuift, waardoor de deur vast zit. Meestal zit er ook nog een “dagschoot”: het driehoekige stukje messing dat automatisch dicht valt als je de deur dicht doet. Als je de deur nu open wilt maken, heb je twee mogelijkheden: zorgen dat het blok naar de “open” stand schuift, of het botweg met deur en al naar binnen duwen. Van dit soort cilindersloten bestaat een drietal varianten die je vaak tegenkomt:

a) de vaste cilinder, officieel: “oplegslot met vaste cilinder”. De naam zegt het al: de cilinder waar je de sleutel in steekt zit vast aan het kastje met de schoot zelf, waardoor het een geheel vormt. Bij dit soort sloten is het heel moeilijk om de schoot van buitenaf in de “open” positie te manoeuvreren, meestal is het openbreken van een deur met een dergelijk slot gewoon een kwestie van “buigen of barsten”.
b) de losse cilinder, officieel: “oplegslot met losse cilinder”. Deze ziet er van buiten bijna net zo uit als de hierboven beschreven variant. Het verschil is dat de cilinder aan de deur in plaats van het slot vastgezet is. Dit maakt het vervangen van sloten goedkoper, maar de hele slotconstructie ook wat kwetsbaarder: de cilinder kan namelijk meestal uit de deur getrokken worden, waarna het slot opengedraaid kan worden met een schroevendraaier.
Meer daarover in de afdeling “hoe welk slot te lijf te gaan”.
c) de woningbouwcilinder, officieel “profielcilinder” of “eurocilinder”. Deze kom je steeds meer tegen, omdat het nog makkelijker en goedkoper is om sloten te verwisselen dan bij de vaste en losse cilinder. Het hele mechaniek dat de schoot bedient, zit binnenin de deur gemonteerd, en de cilinder die het mechaniek bedient zit daar dwars doorheen gemonteerd. Deze sloten zijn er in prijs- en veiligheidsklassen. Veel is hierbij afhankelijk van het “beslag”, de metalen plaatjes die om het slot te beschermen op de deur gemonteerd zitten.

De bovengenoemde 3 soorten zitten meestal halverwege de deur gemonteerd, soms in combinatie met een deurkruk, die dan de dagschoot bedient. Ook kan een woningbouwcilinder soms een heel mechaniek bedienen dat 2 of meer extra pinnen in de deurpost laat verdwijnen. Als je met de verderop in dit hoofdstuk beschreven truuk de cilinder echter van slot weet te draaien, zijn die vergrendelingen ook automatisch weg.

2. Pinsloten
Deze sloten werken met een 4-zijdige sleutel, die een tweetal metalen pinnen die de deurpost in gaan bedient. Mits goed gemonteerd zijn deze sloten redelijk stevig, en de enige manier om ze effectief open te krijgen is met geweld. Tenzij je toevallig slotenmaker bent, en een speciaal apparaatje er voor hebt. Gelukkig zijn er een hoop b-kwaliteit sloten van deze soort in omloop, waardoor ze vaak niet zo onoverkomelijk zijn als ze van tevoren lijken. Ze worden nagenoeg nooit als enig slot gebruikt, maar meestal als extra bijzetslot naast een van de bovengenoemde cilindersloten.

3. Veiligheidssloten
Je zou denken dat het bij ieder slot om de veiligheid gaat, maar blijkbaar is dat bij deze sloten beter geregeld dan bij andere. In feite is een “veiligheidsslot” niet veel anders dan de bovengenoemde woningbouwcilinder, met een ander, zwaarder binnenwerk in de deur en meestal wat beter beslag er om heen. Voor de manier van openmaken gelden exact dezelfde regels als voor de woningbouwcilinder: het gemak is erg afhankelijk van uitvoering en de mate van paranoia bij de persoon die het ooit gemonteerd heeft. Wel is het zo dat de uitvoering meestal wat degelijker is dan bij de standaard woningbouwcilinder: mensen die zware extra sloten op hun deur zetten, gaan dan ook meestal meteen voor “kwaliteit”.

4. Baardsloten, ook wel lopersloten genoemd
Deze sloten, enkele jaren geleden nog erg populair op keukenen schuurdeuren, kom je bijna nooit meer als enige beveiliging op een deur tegen. Het zijn de sloten waarvan de sleutels een “ouderwetse” sleutelvorm hebben: een steel met aan het eind een verbreding met hapjes er uit. Vanwege de inherente grofheid van de vertanding is er maar een zeer beperkt aantal varianten mogelijk, en kan je met enige goede wil de volledige collectie (genummerde!) sleutels bemachtigen, waarna het even passen is tot je de juiste voor het slot dat je open wilt maken gevonden hebt. Ze worden nog wel gebruikt voor binnendeuren, juist omdat het zo makkelijk is om aan extra sleutels te komen: ga met het juiste nummer (bijvoorbeeld “nemef 25”) naar de sleutelboer en hij pakt ‘m zo uit het schap. Dit nummer staat uiteraard niet op het zichtbare deel van het slot, zo stom is men nu ook weer niet.

5. Grendels
Dit zijn metalen schuiven die de deur dicht houden. Het grote nadeel ervan is dat ze alleen van de binnenkant van de deur te bedienen zijn. Ze zitten vaak als extra beveiliging op achterdeuren of keukendeuren, omdat ze goedkoop en makkelijk te monteren zijn. Ze zijn er in alle vormen, soorten en maten die je kan verzinnen.

6. Kraak-, koevoet- of breekstrippen
Dit zijn stukken metalen profiel, die op de deur en deurpost worden geschroefd zodat er geen koevoet tussen gestoken kan worden. De standaard versie die in het schap ligt bij de bouwmarkt is niet erg effectief, omdat deuren meestal flexibel genoeg zijn om toch wat speling te krijgen. Soms helpen ze zelfs mee de deur intact te houden als hij eigenlijk door het geweld van het breken had moeten scheuren. Een enkele keer heeft er echter iemand over nagedacht, en dan kunnen ze een serieuze hindernis vormen. Soms echter zitten ze er voor spek en bonen bij: dan zit er een slot op de deur waarbij je bij het open maken helemaal niets met de kraakstrip te maken hebt; zoals een losse cilinder. Ook het ‘flipperen’ van sloten met een stukje plastic de schoot wegduwen, zoals je detectives met gleufhoeden en regenjassen het altijd met hun creditcard ziet doen in slechte films wordt door goede kraakstrippen tegen gegaan.

7. Spanjoletten
Dit zijn die vergrendelingen die je vaak op openslaande balkondeuren ziet, met zo’n handvat dat twee metalen staafjes bedient. Deze zijn heel moeilijk open te breken, want de metalen staafjes vallen mits goed gemonteerd in metalen ogen die in de vloer en bovenste sponning zitten. Maar als je een klein gat in het ruitje naast het spanjolethandvat tikt, kan je ze wel nagenoeg altijd gewoon open maken.

Hoe pak je wat aan
Van het openmaken van deuren kan je een complete studie maken. Dat gaat hier ietwat te ver, maar enige basiskennis willen je wel bijbrengen. Het belangrijkste leer je toch in de praktijk: het snel herkennen van verschillende types en uitvoeringen van sloten, de manier waarop de deur, ramen of de sloten die je onder handen neemt reageren op jouw aandrang ze open te maken. En wanneer over te schakelen van een mislukkende techniek naar een vaak schadelijkere, maar dan wel effectieve techniek.

Hoe ramen open te maken staat al beschreven bij de beschrijving van hun verschillende verschijningsvormen, met deuren en sloten is vaak iets ingewikkelders aan de hand, reden om daar wat specifieker op in te gaan.
In feite is er voor het open maken van deuren een basistechniek die altijd wel succes heeft: bot geweld. Dankzij hulpstukken als koevoeten en kraakkrikken heb je daar niet eens veel kracht voor nodig, als je die maar op de juiste plek uitoefent. Nadeel is dat het herrie maakt en meer schade aanricht. Sloten die meestal alleen met geweld zijn te openen zijn vaste cilinders en pinsloten: bij deze sloten zijn de mechanieken die de schoot bedienen zo onbereikbaar, dat van slot draaien geen optie is, en alleen fysieke overtuigingskracht en bot geweld de deur kan doen inzien dat open gaan verstandiger is.

De meest effectieve techniek is wat meestal “pootje over” genoemd wordt. Zoek een plek op de deur waar je (eventueel met wat klappen van een vuistje) een koevoet tussen deur en deurpost gewurmd krijgt, oefen druk uit op de koevoet, een tweede breker zet in die speling die je zo maakt een tweede koevoet. Zo werk je om en om naar het slot toe, waarbij de druk op de schoot steeds groter wordt. Uiteindelijk geeft nagenoeg ieder slot de strijd op, en klapt de deur met een knal open. Deze techniek werkt het beste als je hem met z’n tweeën of drieën uitvoert. Als je aan de slotzijde van de deur de koevoet er niet goed tussen kan krijgen, of er zit een kraakstrip, dan kan je langs de bovenrand beginnen met de deur naar binnen duwen, zo komt er ook speling tussen de kraakstrip waar je je tweede koevoet in kwijt kan aan de slotzijde.

Je kunt een kraakkrik gebruiken om een gedeelte van het werk van een koevoet over te nemen en daarbij veel stiller te werk gaan. Hoe je er mee om moet gaan, moet je van iemand die dat goed kan leren, anders snap je echt niet hoe het ding in elkaar steekt. Kort gezegd steek je echter een aan een speciaal model krik gelast stuk hoeklijn tussen de deur en de deurpost en draai je aan een zwengel, waardoor de deur naar binnen gedrukt wordt.

Als de onderstaande meer gespecialiseerde methodes niet lukken, of je hebt ze nog niet geoefend, is dit bovenstaande ‘pootjeover’ een techniek die iedereen snel kan toepassen.

De losse cilinder.
Bij een losse cilinder zie je dat er een metalen ring achter de cilinder gemonteerd zit, die moet voorkomen dat het hele ding door de deur heen naar binnen wordt getrokken. Het metalen plaatje waar het ding mee vast zit is meestal niet veel meer dan een goedkoop stukje blik. Als je nu hard genoeg aan de cilinder trekt, komt die naar buiten uit de deur en kan je waar de “staart” zat een schroevendraaier in het slotkastje steken om het open te draaien.

Hiervoor ga je als volgt te werk: neem een niet te dunne, niet te dikke doorslag schroevendraaier. Sla deze tussen de ring en de deur, en wrik de ring naar voren om wat speling te krijgen. Pak een zwanenhals koevoetje, en sla de bek in de vrijgekomen ruimte. De cilinder heeft een soort “hanenkammetje”, waar de tanden van de koevoet langs glijden. Als je nu de steel van de koevoet van de deur af beweegt, komt de cilinder uit de deur, en kan je met de schroevendraaier in het ontstane gat bij de slotkast komen en het slot simpelweg opendraaien. Nota bene: sommige merken cilinders zijn bijna niet te trekken, omdat de koevoet er geen grip op kan krijgen: ze zijn glad afgewerkt in plaats van dat er een hanenkammetje op zit. Oefening baart kunst en leert je de verschillende merken herkennen.

Voor een vaste cilinder gaat eigenlijk alleen de ‘pootje-over’ methode op.

De woningbouwcilinder
Als je een woningbouwcilinder goed bekijkt, zie je dat er een heel fragiel gedeelte in zit; het midden, waar het “handje” zit dat het slot bedient, en waar de schroef zit die het hele ding op z’n plaats houdt. Als zo’n cilinder netjes in de deur zit gemonteerd, geeft de ombouw genoeg steun om de cilinder af te kunnen breken, al moet die daarvoor wel minstens een halve centimeter uit de deur steken.

Verwijder eerst zo veel mogelijk beslag van het slot, hierbij kan je al op bijna onoverkomelijke hindernissen stuiten als het materiaal goed van kwaliteit is. Maar voorlopig gaan we er van uit dat het lukt, dat is bijna altijd het geval. Meestal kan je een flinke schroevendraaier of een scherp, klein koevoetje tussen het beslag en de deur slaan, en het er dan afwrikken. Soms kan je het zelfs simpelweg losschroeven.

Goed, het beslag is weg. Pak nu het uit de deur stekende deel van de cilinder met een griptang of bahco goed vast stel je griptang vooraf met een andere cilinder af. Beweeg je griptang of bahco van links naar rechts en terug, en na een paar keer moet de cilinder wel afbreken. Pak nu een punttang, en pak het “handje” uit de deur. Steek je woningbouwsleutel nu in de deur, en je draait hem ermee van slot. Je kan ook een bouwsleutel gebruiken, maar dan moet je wel het binnenste deel van de afgebroken cilinder naar binnen slaan, een schroevendraaier er op zetten en een flinke klap geven is meestal voldoende. Pas dan heb je de ruimte voor je bouwsleutel. Bij deze truuk geldt nog meer: oefening baart kunst, maar dan is hij ook voor veiligheidssloten te gebruiken, waar hetzelfde soort cilinders in gemonteerd zit.

Overigens, soms zitten deze woningbouw- of profielcilinders alleen aan de buitenkant, ze hebben geen binnenste deel. In de volksmond heet dit een “halve cilinder”. Deze zijn met de hierboven beschreven truuk nauwelijks te breken, omdat ze geen weerstand hebben aan de achterkant. Ze zitten bijvoorbeeld op deuren die van binnenuit niet op slot mogen, zoals nooduitgangen.

Bekijk de cilinder goed voor je begint: er staat een coderingssysteem met sterretjes op, en hoe meer sterretjes, hoe moeilijker het wordt geacht open te maken. Zo kan er een messing strip in de cilinder verwerkt zitten, waardoor deze bijna niet af te breken is. Vanuit de andere kant geredeneerd: het vertelt je iets over wat je zoal aan beveiligingstrucjes in het slot kan verwachten, en hoe zwaar het beslag dat er omheen zit is.

Pinsloten
Boven staat het al vermeld: deze zijn eigenlijk alleen met bot geweld te openen. Om het werk wat te vergemakkelijken, en de schade aan je deur te beperken, kan je het open scheuren van de deur een eindje helpen: sla met een brede, scherpe beitel een tweetal groeven in de deur, een vlak boven en een vlak onder het slot. Hierdoor scheurt het sneller en makkelijker uit de deur. Dit heeft overigens weinig zin als je ook nog te maken hebt met kraakstrippen, dan scheurt de deur niet.
We hopen je op deze manier een inleiding te hebben gegeven over het binnenkomen. Dat er bij het breken van deuren en ramen nog veel meer kan komen kijken moet duidelijk zijn. Maar we denken dat je zo wel een idee hebt gekregen over hindernissen die je tegen kan komen en de basis technieken om deze hindernissen te doorbreken. Wanneer je meer wilt weten over dit onderwerp kun je natuurlijk altijd bij je kraakspreekuur in de buurt langs gaan, daar zitten altijd wel een aantal freaks op dit gebied.


7 Het juridische hoofdstuk

Het is natuurlijk zaak om zo ver mogelijk van de rechtzaal weg te blijven. Maar het is zeker wel verstandig enige kennis van juridische zaken te hebben. Dit sterkt je in discussie met politie, politiek en anderen die zich met je zaak bemoeien en natuurlijk voor jezelf om beter inzicht te krijgen op je win kansen. Als je zelf echt goed bent met juridische zaken kun je besluiten deze zaken zelf te gaan regelen: in andere gevallen is het verstandig om juridische ondersteuning te vragen van een advocaat. Voor dergelijke ondersteuning van een advocaat kan door je advocaat rechtsbijstand (een toevoeging) aangevraagd worden waardoor een aanzienlijk deel van de kosten gedekt worden. Desalniettemin wordt meestal wel om enige eigen bijdrage gevraagd. Zorg dus dat je kraakgroep of -pand een potje geld (uit een benefiet of maandelijkse bijdrage van bewoners en sympathisanten) opbouwt waaruit dergelijke kosten betaald kunnen worden.

Allright, dit hoofdstuk is taaie kost. In dit hoofdstuk leggen we in vogelvlucht uit met welke wetgeving krakers veel in aanraking komen. Als eerste gaan we in op de juridische strijd die krakers en hun advocaten hebben gevoerd tegen het kraakverbod, al snel zal duidelijk worden dat kraken nog prima kan, ook met deze nieuwe wet. Vervolgens leggen we speciaal voor de juridische nerds een vergrootglas over de wet en wordt de precieze wettelijke inhoud van het kraakverbod uitgelegd. Tenslotte gaan we nog in op de verschillende rechtsgebieden en juridische situaties waarmee krakers in aanraking kunnen komen.

7.1 Het kraakverbod, de Wet Kraken en Leegstand

Er bestaat tegenwoordig een kraakverbod waarmee kraken wettelijk verboden is, de wet heet officieel: ‘Wet Kraken en Leegstand’. Maar eigenlijk is dit kraakverbod alweer grotendeels achterhaald. Het Gerechtshof in Den Haag en de Hoge Raad
oordeelden in november 2010 dat het ontruimen van kraakpanden op basis van het kraakverbod van Openbaar Ministerie (OM) en dus politie in strijd is met mensenrechten en dus niet zonder meer kan.

De wet gekraakt
Dit had als gevolg dat zeer kort na het in werking treden van deze nieuwe wet dit kraakverbod al ‘gekraakt’ was door krakers en hun advocaten, de wet werd, in juridisch jargon, ‘kapot geschoten’. Dit was een echte juridische overwinning voor krakers en maakte het mogelijk dat ook met een wettelijk kraakverbod nog steeds prima gekraakt kan worden.

Namelijk direct na het in werking treden van het kraakverbod, op 1 oktober 2010, hebben een aantal kraakpanden rechtzaken aangespannen tegen ontruimingen op basis van deze nieuwe wet.

Het ging in deze zaken over het ontruimen van kraakpanden via de strafrechtelijke weg. Krakers stelden dat slechts tot ontruiming mocht worden overgegaan nadat een strafrechter had vastgesteld dat er sprake is van het plegen van een strafbaar feit. Verder stelden de krakers dat een ontruiming zonder tussenkomst van een rechter in strijd is met het ‘huisrecht’ zoals vastgelegd in artikel 8 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM).

De vraag in deze zaak was dus of de politie bij verdenking van overtreding van het kraakverbod het pand direct definitief mag ontruimen en mag verhinderen dat de krakers terugkeren in het pand dat de krakers feitelijk bewoonden of dat de krakers daarover eerst een kort geding moeten kunnen aanspannen waarin een rechter dan toetst of ontruimd mag worden of niet.

De voorzieningenrechter in de rechtbank Den Haag had op 29 oktober 2010 geoordeeld dat een directe ontruiming op basis van het kraakverbod wel in orde was. De krakers lieten het hier niet bij zitten en zijn in hoger beroep gegaan tegen de uitspraak (het OM trouwens ook). In hoger beroep heeft het Hof in Den Haag op 8 november 2010 de ontruiming van het OM en dus politie verboden (uitspraak: LJN BO3682, de gehele uitspraak, het arrest, valt op internet te downloaden). Het hof heeft beslist dat strafrechtelijke ontruiming op basis van het kraakverbod pas kan plaatsvinden nadat de krakers in kort geding de rechtmatigheid van de ontruiming hebben kunnen laten toetsen. Hier besliste het Hof het volgende:

“Tegen deze achtergrond moet geoordeeld worden dat de ontruiming van appellanten uit hun woningen slechts kan plaatsvinden nadat de voorzieningenrechter over de rechtmatigheid van de ontruiming een uitspraak heeft kunnen doen. Aangezien het recht op een ‘effective remedy’ niet vereist dat tegen de uitspraak in eerste instantie ook een rechtsmiddel open staat, acht het hof het noodzakelijk maar ook voldoende dat appellanten de gelegenheid krijgen het oordeel van de voorzieningenrechter in te roepen. Het OM hoeft evenwel niet de uitkomst van een eventueel tegen die uitspraak ingesteld hoger beroep af te wachten. “

Wat betekent dit nou…
Dit betekent dat wanneer het OM voornemens is een kraakpand te ontruimen, zij dit tijdig moet melden bij de krakers, zodat de krakers in de gelegenheid worden gesteld in kort geding te toetsen of er sprake is van wederrechtelijk verblijven in een pand. Starten de krakers geen procedure dan kan het OM na enige tijd toch overgaan tot ontruiming van het pand. Gaan de krakers in hoger beroep tegen een mogelijke voor hen negatieve beslissing in kort geding, dan heeft dit geen schorsende werking en kan het OM dus toch overgaan tot ontruiming. Tegen de uitspraak van het Hof te Den Haag is cassatie ingesteld, in cassatie gaan is een procedure bij de Hoge Raad. De Hoge Raad laat echter de uitspraak van november 2010 bij het Hof in stand. De uitspraak van het gerechtshof in Den Haag wordt algemeen beschouwd als eerste echte juridische overwinning voor krakers sinds het kraakverbod.

Tijdens een kraakactie is het dus voor een politiewoordvoerder belangrijk een kopie van de uitspraak van het Hof in Den Haag (LJN BO3682) op zak te hebben om deze aan de agenten te overhandigen mochten zij overwegen direct te willen ontruimen op basis van het kraakverbod. In plaatsen waar weinig of geen ervaring is met kraken is het handig bij een eerste kraak om een advocaat op ‘stand by’ te hebben die bij mogelijke ontruimingsdreiging de dienstdoende Officier van Justitie contacteert en hem de uitspraak van het Hof onder de neus wrijft.

In reactie op de uitspraak van het Gerechtshof in Den Haag heeft het College van procureurs generaal op 30 november 2010 beleidsregels gepubliceerd aangaande de uitvoering van de Wet Kraken en Leegstand. Hierin wordt met veel woorden verteld dat alleen ontruimd mag worden op basis van het kraakverbod als de krakers eerst in kort geding de zaak hebben kunnen voorleggen aan de rechter. Verder worden er in de beleidsregels wel een aantal bijzondere omstandigheden genoemd waarin het OM mag overgaan tot een spoedontruiming.

Bijzondere omstandigheden en spoedontruimingen
In bepaalde omstandigheden kan worden afgeweken van de hoofdregel om ontruimingen van te voren aan te kondigen en te wachten met ontruimen tot een voorzieningenrechter in eerste aanleg uitspraak heeft gedaan. In zo’n geval volgt een spoedontruiming. Dit betreft de volgende situaties:
• de krakers worden verdacht van huisvredebreuk (138 Sr) waarbij het huisrecht van een ander wordt geschonden;
• de krakers worden verdacht van andere strafbare feiten, tengevolge waarvan de rechthebbende van het pand ernstig wordt getroffen (bijvoorbeeld: een bedrijf kan door de kraak niet meer functioneren of er worden ernstige vernielingen aangericht);
• door de wederrechtelijke bewoning ontstaat een gevaarlijke situatie of blijft deze in stand voor de krakers zelf, voor hun omgeving (bijvoorbeeld brandgevaar of instortingsgevaar) of voor bij ontruimingen betrokken personen (bijvoorbeeld door het barricaderen van panden of het aanbrengen van boobytraps);
• er is sprake van (ernstige vrees voor) verstoring van de openbare orde en veiligheid door de krakers, in of in de omgeving van het wederrechtelijk bewoonde pand.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat de politie en OM deze mogelijkheid tot spoedontruimingen proberen in te zetten om alsnog een voet tussen de deur te krijgen. OM en politie spelen art138 (huisvredebreuk) en 138A (leegstandswet) tegen elkaar uit. Via deze ‘loophole’ denken OM en politie nieuw gekraakte panden snel te ontruimen, zonder tussenkomst van een rechter. OM en politie ontruimen in 2012 op basis van deze spoed-mogelijkheid enkele panden. Eerst viel in Amsterdam de Swammerdamstraat 12 ten prooi, toen het Zeeburgerpad en vervolgens werd alles op alles gezet om Simon Stevinstraat 25 ontruimd te krijgen. Toen krakers op de Simon Stevin verzet boden wisten de smeris ter plekke niet beter dan er met een waas voor hun ogen keihard op los te meppen. De filmpjes van dit geweld in verschillende media en de groots aangepakte herkraakactie enkele dagen later bracht de chef van de Amsterdamse politie, burgemeester Van der Laan, in verlegenheid en dwongen hem tot excuses en aanpassen van beleid.

Toch weer spoed ontruimen?
Het aangepaste beleid naar aanleiding van de ontruiming en herkraak van de Simon Stevin heeft inderdaad geleid tot terughoudender politieoptreden bij kraakacties in het Amsterdamse. Maar het slinkse OM probeert in 2014 spoedontruimingen toch weer in praktijk te brengen. Ergens begin februari 2014 kwam de politie bij het pas gekraakte Ellermanstraat 33 te Amsterdam langs om mee te delen dat, hoewel ze nog geen juridische grondslag hadden kunnen vinden, ze de krakers binnenkort toch echt zouden gaan spoed ontruimen. Omdat er geen sprake kon zijn van gevaar voor bewoners of omwonenden, geen huisvredebreuk gepleegd is, en er geen openbare ordeverstoringen zijn, mag er natuurlijk niet spoed ontruimd worden. De politie zei dit toch echt te gaan doen. De krakers wilden hier dan ook niet voor wijken en hebben met behulp van hun advocaten een kort geding aangespannen tegen deze spoedontruiming. De krakers en advocaten zagen een dergelijke procedure tegen de voorgenomen spoedontruiming wel zitten aangezien zo hoogstwaarschijnlijk voor krakers positieve jurisprudentie gecreëerd kon worden waarin bevestigd zou worden dat spoedontruimingen in deze gevallen niet deugen en geen rechtmatige middelen zijn.

Echter werden de advocaten korte tijd voor het kort geding door de landsadvocaat, die de zaak namens het OM en de Staat zou voeren, gebeld met de mededeling dat de Ellermanstraat niet ontruimd zou gaan worden. Dit was een bewuste tactische zet van het OM zodat hierdoor het belang voor het voeren van de rechtzaak verloren is en er dus ook geen (voor de krakers gunstige) uitspraak en dus jurisprudentie zou komen.

Politie kwam overigens enkele dagen later aan de krakers vertellen dat de krakers alles verkeerd hadden begrepen. De politie was het opeens eens met de krakers dat er geen reden was voor spoedontruiming. Het woord ‘spoedontruiming’ zouden ze niet gebruikt hebben, zelfs het woord ‘ontruiming’ niet. Jaja haha! Zo kan ie wel weer.

Op 22 april 2015 heeft de rechtbank met een uitspraak in bodemprocedure (zaaknummer C/09/463080/HAZA14-1410) de juridische mogelijkheden tot spoedontruimen voor de politie ernstig beperkt. De rechtbank komt tot de conclusie dat spoedontruimen niet mag tenzij de krakers het huisrecht van een ander schenden.

Naast dat dit hele verhaal duidelijk aangeeft dat er met een kraakverbod zeker nog mogelijkheden genoeg zijn om te kraken en gekraakt te wonen geeft dit verhaal ook nog wat anders aan. Namelijk dat je niet op je kont kunt zitten en wachten totdat het recht je brengt waar je recht op hebt. Al de mogelijkheden die er nu zelfs met een kraakverbod zijn om toch te kraken en gekraakt te wonen zijn door krakers zelf afgedwongen door te procederen en door actie te voeren. Dit zal in de toekomst niet anders zijn. Je zult als kraker bovenop de zaak moeten zitten en alles goed in de gaten moeten houden en als de situatie dat verlangt snel en adequaat moeten handelen niet bang zijn om een keer klappen te krijgen en niet bang zijn om af en toe figuurlijk terug te slaan.

7.2 De wet onder een vergrootglas

De Wet Kraken en Leegstand omvat een aantal wetsartikelen. Allereerst moet hier genoemd worden art. 138a WvSr. De tekst luidt als volgt:
1. Hij die in een woning of gebouw, waarvan het gebruik door de rechthebbende is beëindigd, wederrechtelijk binnendringt of wederrechtelijk aldaar vertoeft, wordt, als schuldig aan kraken, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
2. Indien hij bedreigingen uit of zich bedient van middelen geschikt om vrees aan te jagen, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
3. De in het eerste en tweede lid bepaalde gevangenisstraffen kunnen met een derde worden verhoogd, indien twee of meer verenigde personen het misdrijf plegen.

De betekenis van artikel 138a

a) Door de plaatsing van het artikel in het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht is kraken een zogenaamd misdrijf. Dit betekent o.a. dat er voorlopige hechtenis mogelijk is bij verdenking van het plegen van dit delict, hetgeen een voorwaarde is om in verzekering gesteld te kunnen worden. Daarnaast heeft de arrestant reeds voor het eerste verhoor recht op een advocaat. Bij misdrijven geldt dat de daaropgestelde maximale gevangenisstraf met een derde kan worden verhoogd indien tijdens het plegen van het feit nog geen vijf jaar zijn verlopen sinds betrokkene is veroordeeld tot gevangenisstraf wegens een soortgelijk misdrijf (artikel 43a Sr). Het deelnemen aan een organisatie die het plegen van strafbare feiten tot oogmerk heeft – op welke deelname maximaal zes jaar gevangenisstraf is gesteld – is alleen strafbaar als die strafbare feiten misdrijven zijn (artikel 140 Sr). Daardoor ontstaan ruimere mogelijkheden om op te treden tegen krakers die recidiveren en die een gestructureerd samenwerkingsverband vormen dat op het kraken van panden is gericht. Tot slot is medeplichtigheid aan kraken strafbaar, alsmede een poging tot kraken.

b) Artikel 138a spreekt van vertoeven. Vertoeven is het ergens zijn. Het maakt dus niets uit of je ergens woont of op bezoek bent. Ook maakt het niet uit of jij het pand zelf gekraakt hebt. De bedoeling van de wet is dat het ook strafbaar is om in een pand te vertoeven dat vóór 1 oktober 2010 gekraakt is. Het vertoeven moet wederrechtelijk zijn. Veel krakers leggen dit zo uit dat als zij een (mondelinge) overeenkomst hebben met de eigenaar van hun kraakpand, zij niet wederrechtelijk vertoeven in het pand. Echter indien de eigenaar deze overeenkomst eenzijdig opzegt is de afspraak niet zo veel meer waard. Naar het oordeel van het gerechtshof Amsterdam in haar uitspraak van 1 maart 2011 kan er ook gesproken worden van vertoeven met betrekking tot personen die in het door hen gekraakte gebouw wonen maar zich ten tijde van de ontruiming van de woning of het gebouw, als bedoeld in de artikelen 138 en 138a Sr, voor korte termijn elders bevinden. Het woord ‘vertoeven’, het zich (voor enige tijd) ophouden, heeft in artikel 551a Sv (zie hieronder) immers dezelfde betekenis als ‘verblijven’, waaronder, aldus Van Dale, wordt verstaan: ‘enige tijd wonen’, een betekenis die duidelijk een ruimere omvang heeft dan enkel feitelijk ter plaatse zijn. Het hof wijst er voorts op dat, voor zover het gebruik van het woord ‘vertoeven’ al tot enige onduidelijkheid zou kunnen leiden, het op grond van de strekking van de wetsgeschiedenis, die immers op niet mis te verstane wijze tot uitdrukking brengt dat artikel 551a Sv een strafvorderlijke bevoegdheid biedt voor de ontruiming van gekraakte panden, het voor krakers duidelijk is geweest dat door de ontruiming de aan hen toebehorende voorwerpen zouden worden verwijderd en aan hun huisrecht feitelijk een einde zou worden gemaakt.
Het gegeven dat artikel 551a Sv ook grondslag biedt voor de ontruiming van de woning van een tijdelijk niet aanwezige kraker, leidt wel tot de noodzakelijk te stellen eis dat de ontruiming tijdig vooraf aan de kraker wordt medegedeeld. Alleen dan zal voor deze kraker voldoende duidelijk zijn dat binnen afzienbare tijd zijn huisrecht feitelijk wordt beëindigd. In dit verband dient te gelden dat de kraker die tijdelijk afwezig is ervoor zal hebben te zorgen dat mededelingen die tijdens zijn afwezigheid aan hem worden gedaan, hem bereiken.

c) Lid 2 van artikel 138a spreekt van middelen geschikt om vrees aan te jagen. Dit is een zeer vage omschrijving. In de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel wordt slechts één voorbeeld gegeven ter uitleg van deze frase, namelijk het geval waarin een kraker bij een ontruiming dreigt een voorwerp uit het pand te vernielen. Het is afwachten op rechterlijke uitspraken voor een nadere invulling van dit 2e lid.

d) De straffen zijn maximumstraffen. In het verleden vielen straffen, zeker voor kraakacties, veel lager uit. Voorwaardelijke boetes van ongeveer 250 euro waren gebruikelijk. Bij de eerste veroordeling op grond van dit artikel op 26 november 2010 werden 6 krakers door de rechtbank Utrecht veroordeeld tot 40 uur werkstraf, te vervangen door 20 dagen hechtenis.

Een tweede belangrijk nieuw artikel dat voortkomt uit de Wet Kraken en Leegstand is art. 551a Wetboek van Strafvordering. De wettekst luidt als volgt:
In geval van verdenking van een misdrijf als omschreven in de artikelen 138, 138a en 139 van het Wetboek van Strafrecht kan iedere opsporingsambtenaar de desbetreffende plaats betreden. Zij zijn bevoegd alle personen die daar wederrechtelijk vertoeven, alsmede alle voorwerpen die daar ter plaatse worden aangetroffen, te verwijderen of te doen verwijderen.

De betekenis van artikel 551a:

a) De politie mag alle panden betreden waarvan zij denkt dat er zich personen wederrechtelijk vertoeven. Bij een (mondelinge) afspraak tussen eigenaar en krakers zou er dus geen sprake zijn van wederrechtelijk vertoeven en mag de politie het pand dus niet betreden. De rechter kan beoordelen of er sprake is van wederrechtelijk vertoeven (zie hieronder bij rechtspraak). De Rechtbank Utrecht besliste op 2 maart 2011 dat van wederrechtelijk vertoeven geen sprake kan zijn indien het OM de stelling van de krakers, dat zij toestemming van de eigenaar zouden hebben het pand te gebruiken, onvoldoende weerspreekt. Een enkele aangifte van de eigenaar is volgens de voorzieningenrechter onvoldoende om de rechtmatigheid van de voorgenomen ontruiming vast te stellen.

b) Het lijkt erop dat de politie alles en iedereen mag verwijderen uit een pand bij verdenking van kraken, voor zover een rechter niet anders heeft bepaald. Het Hof Amsterdam stelt in haar arrest van 1 maart 2011 echter grenzen aan het verwijderen van goederen uit een pand bij ontruiming. Het hof stelt dat er nadere regelgeving (lees: beleidsregels OM) moet komen met betrekking tot de bescherming die artikel 1 Eerste Protocol EVRM biedt. Zeer bijzondere omstandigheden daargelaten zal een niet aangekondigde verwijdering van de aan de krakers in eigendom toebehorende zaken in het kader van een ontruiming op de voet van artikel 551 Sv immers een ontoelaatbare inbreuk maken op de door het artikel 1 Eerste Protocol gegeven bescherming van het (ongestoorde genot van het) eigendomsrecht. Indien echter een deugdelijke voorafgaande aankondiging van de ontruiming plaatsvindt is daarmee naar het oordeel van het hof voldaan aan de door artikel 1 Eerste Protocol EVRM verlangde procedurele waarborgen. Het is vervolgens aan de krakers om hun, gezien het bepaalde in artikel 138 en 138a Sr, zich illegaal in het pand bevindende voorwerpen zelf te (doen) verwijderen. Het hof gaat er vanuit dat op zo zorgvuldig mogelijke wijze met in het pand aangetroffen voorwerpen zal worden omgegaan en dat de redelijk mogelijke moeite wordt gedaan opdat de verwijderde voorwerpen aan de eigenaar zullen worden (kunnen) terug geven. Het gaat hierbij overigens alleen om voorwerpen die eigendom zijn van de bewoners.

7.3 Rechtsgebieden

Binnen het recht waarmee krakers in aanraking komen, kunnen we drie verschillende rechtsgebieden onderscheiden. Namelijk het strafrecht, het civielrecht en het bestuursrecht. Bij veel mensen zullen deze termen misschien onbekend zijn of is het onduidelijk wat deze drie rechtsgebieden inhouden en waarin ze van elkaar verschillen. Daarom zullen we kort een toelichting geven, aan het einde van het hoofdstuk behandelen we nog even kort de term jurisprudentie.

Strafrecht
Kenmerkend aan strafrecht is dat het hier gaat om wettelijke verboden waarop de overheid een straf heeft gezet. Je kunt bijvoorbeeld denken aan diefstal of vernieling maar tegenwoordig ook aan kraken. De overheid draagt de zorg voor de naleving van deze wetten en voor de vervolging bij overtreding. Zo kan de politie bijvoorbeeld iemand arresteren wanneer die betrapt wordt bij het openbreken van een deur. De politie zal deze persoon dan meenemen naar het politiebureau, waarna het Openbaar Ministerie (OM) de persoon zal proberen te vervolgen voor bijvoorbeeld vernieling. Ook kan een burger bij de politie aangifte doen wanneer hij vindt dat deze wetten tegenover hem overtreden zijn. De politie draagt dan zorg voor verder onderzoek en mogelijke vervolging. De twee belangrijkste strafrechtartikelen voor krakers art 138a en art 551a zijn hierboven behandeld.

Civielrecht
Het civielrecht wordt ook wel privaatrecht of burgerlijkrecht genoemd. In het civielrecht worden de relaties tussen burgers onderling geregeld. Bijvoorbeeld de relatie tussen een huisbaas en krakers of tussen huisbaas en huurders. Maar ook tussen twee buren bij onenigheid over bijvoorbeeld de plaatsing van een schutting. De Rijdende Rechter op TV, misschien wel bekend, behandelt civiele zaken. Belangrijk om te weten is dat niet alleen natuurlijke personen, mensen van vlees en bloed, deelnemen aan civielrecht maar ook rechtspersonen zoals BV’s, stichtingen en verenigingen. Kenmerkend voor civielrecht is dat de burgers of rechtspersonen zelf verantwoordelijk zijn, ook als een van de partijen zich niet aan de regels houdt. Het initiatief in het civiel recht ligt bij de partij die zich onrechtvaardig behandeld voelt. Die partij kan de andere partij voor de rechter dagen en de rechter zal dan als objectief en onafhankelijk persoon uitspraak moeten doen.

Het civielrecht is in geval van ontruiming vaak niet meer aan de orde, huisbazen zullen in veel gevallen neigen een strafrechtelijke ontruiming voor elkaar proberen te krijgen op basis van de Wet Kraken en Leegstand. Het kan zijn dat het Openbaar Ministerie (OM) bij monde van de OvJ om wat voor reden dan ook geen trek heeft in het strafrechtelijke traject, immers moet het OM met de Wet Kraken en Leegstand strafrechtelijk de kooltjes uit het vuur halen voor de huisbaas. Als het OM niet tot vervolging over gaat zal een huisbaas zijn toevlucht tot een civielrechtelijke procedure moeten nemen.

Binnen het civielrecht kunnen krakers gedagvaard worden door een ‘eisende partij’ om in kort geding te verschijnen, ook kan een eisende partij een bodemprocedure aanspannen. Hiervoor hoort een kraker een dagvaarding uitgereikt te krijgen of in de brievenbus aan te treffen. Daarnaast moet de rechtszaak in de krant, meestal een regionale, aangekondigd worden. De tegenpartij moet moeite doen je naam te achterhalen, bijvoorbeeld uit het bevolkingsregister. Indien de naam niet vastgesteld kan worden, kan hij overgaan tot anoniem dagvaarden. Wil je je echter (laten) verdedigen in de rechtszaal, zal je een naam moeten geven.

De eisende partij moet voor een kort geding een voldoende spoedeisend belang bij een ontruiming aannemelijk kunnen maken. Er hoeft dus niets bewezen worden en het is aan jouw om de spoedeisendheid dan wel het belang onderuit te halen. Is er sowieso geen spoedeisend belang maar wil de eigenaar iets anders civielrechtelijk eisen dan moet er een bodemprocedure aangespannen worden. In geval van ontruiming neemt een huisbaas over het algemeen zijn toevlucht tot een strafrechtelijke ontruiming op basis van de Wet Kraken en Leegstand art 138a.

In een kort geding of bodemprocedure kan jurisprudentie weer de nodige onderbouwing geven aan jouw verhaal, het is echter niet zaligmakend. Het is in ieder geval van belang je zaken goed uitgezocht te hebben. Ook al doet de advocaat voor jou het woord, je kan altijd zelf nog de politieke of sociale kant van je zaak toelichten. Geef aan hoe groot de woonnood is, wat voor een boef de eigenaar misschien wel is, hoe slecht hij met zijn bezit omgaat, etc.etc. De rechter in een civiel kort geding maakt een belangenafweging. Welk belang weegt het zwaarst? Die van de eigenaar of die van de krakers? Vaak is het voor de krakers niet zo moeilijk te bewijzen dat de eigenaar geen belang heeft; hij heeft geen concrete plannen met het pand; hij komt met een nep-huurcontract aankakken of hij heeft nog veel meer panden in eigendom waarvan een flink deel leegstaat. Echter naast het onderuit halen van het belang van de eigenaar in de rechtszaak moet je als kraker ook je eigen belang in de rechtszaal naar voren brengen. Dit wordt nogal eens vergeten, waardoor de eigenaar de zaak alsnog wint. Het is dus van belang dat je een goed persoonlijk verhaal op papier weet te zetten, waarmee je de rechter kan overtuigen.

De verliezende partij wordt over het algemeen tot betaling van de kosten van het kort geding veroordeeld. In praktijk worden deze kosten bijna nooit daadwerkelijk op krakers verhaald. De meestal verliezende partij, de krakers, worden ook nog eens tot ontruiming veroordeeld. De uitspraak is in veel gevallen pas enkele weken na het kort geding en dan krijg je in de uitspraak nog een oprottermijn, hoewel deze in de praktijk vaak al geslonken is tot een paar dagen. Die paar dagen beginnen pas te tellen na betekening van het vonnis.

Vreemd genoeg wordt door eigenaren vaak gevraagd het vonnis voor een aantal maanden te laten gelden: een zogenaamde anti-kraaktermijn. Ofwel, als het opnieuw gekraakt zou worden door de gedagvaarde partij zou het vonnis, de ontruiming, weer uitgevoerd mogen worden. Dit is in schril contrast met het spoedeisende belang eigenaren in een kort geding aanvoeren. Je bent hierbij wel afhankelijk van het humeur van de rechter. De ene keer wordt de ‘anti-kraaktermijn’ door de rechter geweigerd, omdat dit het spoedeisend belang onderuit zou halen. De andere keer wordt de ‘anti-kraaktermijn’ verleend, terwijl de eigenaar er niet eens om had gevraagd.

Indien de krakers nadat het vonnis geldig is geworden in geval van ontruiming niet vrijwillig vertrekken kan de eigenaar politiebijstand vragen om tot ontruiming over te gaan. In zeer zwaarwegende gevallen kan de burgemeester besluiten om de politiebijstand uit te stellen of niet te verlenen. Dat zwaarwegende geval zul je er natuurlijk wel zelf van moeten maken.

Bestuursrecht
Met besturen wordt het ordenen van de samenleving bedoeld, jaja. Het bestuursrecht geeft regels voor de wijze waarop de overheid met haar burgers moet omgaan. Onder het bestuursrecht valt bijvoorbeeld het verstrekken van een uitkering of het verlenen van bouw- of sloopvergunningen. De belangrijkste wet op het terrein van bestuursrecht is de Algemene Wet Bestuursrecht. Deze wet geeft overheidsorganen een groot aantal regels voor de uitoefening van hun bestuurstaak. Ook staat er in deze wet wat een burger op het juridisch vlak kan doen wanneer die het niet eens is met een besluit van de overheid. Er staat bijvoorbeeld hoe een burger een bezwaarschrift kan indienen en waar een burger in beroep kan gaan tegen een besluit van de overheid. Belangrijk om te weten is dat het bestuursrecht alleen betrekking heeft op de bestuurlijke taken van de overheid. Wanneer de gemeente Alkmaar bijvoorbeeld twee klimrekken koopt om op een pleintje te zetten en deze vervolgens bij de leverancier niet betaalt, dan is dat een civiele zaak tussen afnemer en leverancier omdat het kopen van paaltjes geen bestuurlijke taak is. De overheid heeft hier dan dezelfde rechten en plichten als elke andere burger.

Op verschillende momenten kun je dus met het stadbestuur/de gemeente te maken krijgen. De gemeente geeft bijvoorbeeld (ver)bouw- en sloop vergunningen af, handhaaft het bestemmingsplan en gemeentelijke (woon)verordeningen. Je kan als burger invloed proberen uit te oefenen op deze besluiten door middel van het aanspreken van gemeenteraadsleden en hopen dat zij de kastanjes voor je uit het vuur halen. Je kan dit ook via de officiële weg doen door de situatie via een raadsadres in te dienen, hierdoor krijgt de raad de situatie onder ogen en zullen ze het in de regel agenderen voor een raadsvergadering. Tijdens een dergelijke raadsvergadering kun je je verhaal uit komen leggen door middel van het inspreken in de raad. Hoe de rompslomp rond raadsadressen en inspraak in jouw gemeente geregeld is lees je terug op de site van je gemeente. Deze parlementaire inspraak mogelijkheden werken natuurlijk het beste als je deze inspraak versterkt met actie voeren en publiciteit zoeken etc. We raden je ook aan om aansluiting te zoeken bij andere groepen die mogelijkerwijs ook tegen de voorgenomen plannen zijn, samen sta je sterk.

Ook kan je het schriftelijke inspraak- en bezwaarcircus induiken. We gaan hier kort in op bezwaren tegen een bouw- of sloopvergunning en geven een stramien van bezwaar volgens de Algemene Wet Bestuursrecht.

Bezwaar tegen (ver)bouw- en sloopplannen.

Wanneer de eigenaar van een gekraakt pand plannen gaat ontwikkelen en bijvoorbeeld een verbouwing wil doen of het pand wil gaan slopen dan moet hij eerst een vergunning hiervoor aanvragen. Tegenwoordig zijn dergelijke vergunningen voor bouw of sloop allemaal samengepakt binnen de ‘Omgevingsvergunning’, de omgevingsvergunning heeft een overkoepeld aanvraagformulier voor een vergunning waarop dan weer specifiek aangegeven moet worden of het om bijvoorbeeld sloop of bouw gaat. De afdeling ruimtelijke ordening van de gemeente behandelt deze aanvraag. Eerst moeten deze plannen openbaar gemaakt worden. Dit gebeurt op de gemeentelijke website maar ook onder de gemeentelijke aankondigingen in een huis-aan-huis blad dat relevant is voor de betreffende streek, wijk of stad. Zorg dus dat je deze aankondigingen goed in de gaten houdt. Wanneer je te laat merkt dat er plannen zijn voor je pand of buurt laat je vaak essentiële kansen liggen om deze plannen tegen te houden of te beïnvloeden. Hieronder zullen we stapsgewijs vertellen hoe het traject loopt en wat je kunt doen wanneer je het niet eens bent met de plannen.

Wanneer je lucht krijgt van aangevraagde vergunningen en dus van de plannen is het belangrijk, wanneer je dat nog niet had gedaan, om contact te leggen en je mogelijk te verenigen met buurtbewoners wiens huis ook in de plannen is opgenomen of die anderswijs betrokken zijn. Samen sta je sterker.

Als de (aanvraag) omgevingsvergunning gepubliceerd wordt staat hierbij vermeld dat binnen een bepaalde termijn ‘een­ ieder bedenkingen tegen deze aanvraag kan indienen’. Je kunt de aanvraag dan inzien bij de afdeling ruimtelijke ordening van de gemeente en (schriftelijk) je zienswijze met betrekking tot de plannen naar voren brengen. Deze procedure is gratis. In deze brief met ‘bedenkingen’ moet je in ieder geval vermelden:

Je naam, adres en woonplaats.
De datum waarop je je bedenkingen schrijft/verstuurt.
Tegen welke aanvraag je bedenkingen hebt.
Wat je bedenkingen zijn.
Je moet de brief ondertekenen.

Burgemeester en Wethouders, het dagelijks bestuur, moeten nu bij het al dan niet verlenen van de vergunning jouw ‘zienswijze’ in de afweging betrekken. Stel je hier echter niet al te veel van voor; over het algemeen hebben de stadbestuurders in de praktijk geen enkele boodschap aan wat inwoners van de stad nu eigenlijk zelf vinden.

Als de vergunning eenmaal verleend is, wordt dit ook gepubliceerd in de gemeentelijke aankondigingen. Er wordt dan een termijn gesteld waarbinnen belanghebbenden bezwaar kunnen maken tegen het verlenen van de vergunning. Ook deze procedure is gratis. Als je wilt kun je binnen de gestelde termijn de verleende vergunning en bijbehorende papieren inzien bij de afdeling ruimtelijke ordening. Ben je het niet eens met het verlenen van de vergunning, dan kunt je nu een bezwaarschrift indienen. Denk bij het opstellen van een bezwaarschrift aan het volgende:

Zet boven aan je brief en op de envelop duidelijk
BEZWAARSCHRIFT.
Vermeld je naam, adres en woonplaats.
De datum waarop je je bezwaarschrift schrijft/verstuurt.
Vermeld tegen welk besluit je bezwaar maakt.
Vermeld wat je bezwaren zijn.
Onderteken de brief.

Na verloop van tijd zal je bezwaarschrift behandeld worden door de commissie voor de bezwaar- en beroepsschriften. Deze commissie adviseert B&W met betrekking tot je bezwaren. Tijdens de (openbare) zitting van deze commissie krijg je de mogelijkheid om je bezwaren mondeling toe te lichten. Dit hoef je niet te doen, dit mag je doen.

Wanneer je bezwaren worden afgewezen en de vergunning dus in stand blijft, kun je nog in beroep bij de rechtbank. Deze procedure is niet gratis. Wil je in beroep gaan dan is het raadzaam advies van een advocaat/jurist te vragen.

Waar kan je bezwaar zoal over gaan? Een bouwplan moet voldoen aan allerlei eisen, zoals het bestemmingsplan, de bouwverordening, houdt het voldoende rekening met de monumentaliteit (indien het pand geregistreerd staat als monument dient er ook een monumentenvergunning te zijn) en worden er geen andere wetten overtreden als het plan wordt uitgevoerd. Een voorbeeld is het bezwaar tegen bouwplannen rondom de Kolk in Amsterdam waarbij gesteld werd dat een kraakpand niet verbouwd zou mogen worden omdat er vleermuizen in zaten, een beschermde diersoort. Dat de bezwaarmakers doelden op de krakende bewoners in het Kolk-complex te Amsterdam en niet op de gevleugelde vrienden, deed voor de procedure niet ter zake.

Wil je in dit soort procedures duiken, raden we je aan om een boek in de bieb of boekhandel op te zoeken over dit soort zaken. We waarschuwen je hier wel: taaie kost. Desondanks verstandig omdat je dan het hele traject kan nalezen.

Altijd moet je je er op beducht zijn dat de politie en huisbazen creatieve mogelijkheden bedenken om krakers zonder lange procedures te ontruimen. Ze zoeken hier in sommige gevallen dekking onder het bestuursrecht. Deze bestuursrechtelijke ontruimingen gooien ze dan op het feit dat het bestemmingsplan de kraak niet toelaat. Bijvoorbeeld wanneer het gekraakte object, aangezien het een kantoorpand is, geen woonbestemming heeft. Een politiewoordvoerder van de krakers die goed is ingelezen rond de juridische kant van kraken kan hier tegenover de cops echter vaak wel mee overweg. Daarbij is het zo dat wanneer dergelijke bestuursrechtelijke ontruimingsgronden uiteindelijk in de rechtbank getoetst worden de rechter weinig heel laat van de argumenten voor ontruiming.

Ten slotte jurisprudentie
De gegroeide juridische gewoonten, waarvan de weerslag in de ‘jurisprudentie’ gevonden wordt, voeren al gauw te ver om hier op in te gaan. Jurisprudentie is ook niet zaligmakend: het is geen vast stramien volgens welke een rechter hoort te redeneren, het is slechts de gang van zaken bij andere rechtszaken die vaak als leidraad wordt genomen. Als een lage rechtbank in eenzelfde soort zaak een ander oordeel geeft dan een hogere rechtbank eerder heeft gedaan, moet die lagere rechter wel onderbouwd een goede grond hebben. Veranderende maatschappelijke verhoudingen in de ogen van de rechter kunnen bijvoorbeeld een aanleiding zijn om oorspronkelijke jurisprudentie te negeren.


8 Na de kraak

Wanneer de kraakactie gelukt is, begint het werk pas echt. In dit hoofdstuk gaan we in op hoe je je pand in die eerste dagen behoudt, door middel van de bezetting, barricaderen en leefbaar maken (water, gas en licht).

Binnen zijn en binnen blijven
Het is verstandig dat de eerste paar dagen er altijd iemand aanwezig is in je vers gekraakte pand. Er kan op allerlei manieren een reactie komen op je kraak. Dit kunnen reacties zijn van de eigenaar of de politie maar ook van buurtbewoners of de media. Het is niet alleen slordig als deze mensen niemand thuis treffen, maar in sommige gevallen ook gevaarlijk.

Om deze bezetting van de eerste dagen een beetje te structureren is het handig om een bezettingsrooster te maken. Dit geeft je zelf van tijd tot tijd ook de mogelijkheid om een beetje frisse lucht te happen. Dit rooster moet je eigenlijk in grote lijnen al voor de kraak klaar hebben liggen. Wanneer je met een groep kraakt kun je dit rooster vaak grotendeels binnen de groep invullen. Maar je kunt ook tijdens het verzamelen voor de kraak nog eventjes aan de aanwezigen vragen of zij zich op het rooster willen intekenen.

Vaak zullen de reacties goed af te handelen zijn door de mensen die op dat moment in het pand zijn. Maar het kan ook gebeuren dat de situatie gaat escaleren. De politie besluit bijvoorbeeld onaangekondigd tot ontruimen of de huisbaas reageert agressief. In deze gevallen is het zeer prettig wanneer je hulp van buiten kunt bellen zodat je als krakers in de meerderheid bent. Hiervoor kun je een alarmlijst maken met telefoonnummers van andere krakers en vrienden en bekenden die aangeboden hebben te helpen. In een aantal steden waar vaak gekraakt wordt bestaat een standaard alarmlijst, meestal verkrijgbaar via het kraakspreekuur.

Wanneer je je woning gekraakt hebt, mag niemand meer zonder jou toestemming de woning in, ook de eigenaar of de politie niet. Dit zou huisvredebreuk zijn omdat jij het in gebruik hebt genomen. Zoals in een vorig hoofdstuk al aangegeven is, kan het voor de rust verstandig zijn om de politie tijdens de kraak eenmalig toestemming te verlenen de leegstand ‘te constateren’. Zonder jouw toestemming mag de politie verder wettelijk gezien alleen binnen als zij een huiszoekingsbevel of een bevel tot binnentreding hebben.

De eigenaar zal het hoogstwaarschijnlijk niet leuk vinden dat jij zijn bezit gekraakt hebt. En de eigenaar wil je soms om welke reden dan ook zo snel mogelijk zijn pand uit hebben. Wanneer dit langs juridische weg niet lukt of wanneer de eigenaar niet al te ‘fris’ is en er geen justitie bij wil hebben kan hij dit op een andere manier proberen. Dit kan door middel van een knokploeg. Een knokploeg zal proberen het pand binnen te dringen en je met geweld het pand uit te zetten of je zodanig intimideren dat je vanzelf het pand verlaat.

Bij het uitzoeken van de achtergronden van een leeg pand kan je ook veel te weten komen over met wat voor soort eigenaar je te maken hebt. Met die gegevens kan je een eigen inschatting maken van het mogelijke knokploeggevaar.

Meestal uit de eigenaar alleen maar dreigementen, maar voor de zekerheid kan je het pand soms maar beter barricaderen dan je onaangenaam laten verrassen. Zelf een bezoek brengen aan de eigenaar om deze op andere gedachten te brengen wil soms ook wel helpen. Bedenk hierbij dat in de meeste gevallen waarin geweld is gebruikt tegen krakers dit vlak na de kraak was en dus meestal een, onwettige, opwelling is van eigenaar of anderen.

Officieel hoort de politie op te treden tegen een huisbaas die krakers met geweld uit huis zet. Dit gebeurt ook wel eens, maar reken hier niet op. Meestal wordt de politie pas overtuigd van hun plicht op te treden als duidelijk is dat je als krakers meer ellende kan opleveren wanneer ze de wet niet willen handhaven. Overleg binnen de kraakgroep en eventueel met een advocaat welke verdere stappen je kunt ondernemen tegen een eigenaar, aangezien aangifte soms geweigerd wordt door de politie.

Kort samengevat raden we je de volgende voorbereidingen aan om je te verdedigen tegen eigenaar of politie:

– Barricades zorgen ervoor dat de belagers niet binnen kunnen komen. Of dat ze in ieder geval flink vertraagd worden, zodat je de alarmlijst of in geval van een uit freakende eigenaar de politie kan bellen. Hoe je kan barricaderen wordt verderop in dit hoofdstuk behandeld.
– Een alarmlijst.
– Verdedigingsmateriaal, bijvoorbeeld een kratje met water gevulde flesjes, verfbommetjes, vuurwerk en andere gooiwaar. Probeer voor zover mogelijk altijd eerst hiermee te dreigen, dan nog eens bewust mis te gooien. Dit voorkomt menselijke ellende.

Wanneer je toch ontruimd wordt kun je beslissen het pand te herkraken. Als je dit wilt doen is het wel belangrijk dat je dit zo snel mogelijk doet. Anders heb je de kans dat de eigenaar opslag of anti-kraak in zijn pand zet. Wanneer dit het geval is kun je nog steeds herkraken, alleen kan dit er weer toe leiden dat je huisvredebreuk pleegt. Waarschijnlijk doe je de herkraak dan niet om er nog te gaan wonen maar meer om iets via een actie duidelijk te maken.

Barricaderen
De begane grond is hierbij in eerste instantie altijd het belangrijkst. Ramen op de begane grond zijn meestal afdoende afgeschermd als je er bedspiralen achter schroeft; deze liggen bij het vuilnis en zijn met fretbouten (ook wel houtdraadbouten genoemd) en een ratelsleutel in de raamkozijnen te schroeven. Een ring om er voor te zorgen dat de kop van de fretbout niet door het spiraal heen gaat is essentieel. Grote kruiskopschroeven met ring gaat ook wel, maar die zijn iets minder tegen breuk bestand. Het voordeel is daarentegen dat ze met een goede accuboor aan te brengen zijn, in plaats van gezwoeg met een vuistje en een ratelsleutel. In plaats van ringen te kopen kun je ook bierdoppen met een gaatje erin geslagen gebruiken, deze zijn in de bezettingsperiode vaak wel voldoende voorhanden.

Je voordeur is vaak het punt waar een tegenstander de confrontatie zoekt. Mocht het duidelijk zijn dat er haast geboden is met het afsluiten, zorg dan dat je een bouwstempel bij je hebt als gaat kraken: dat is een in lengte verstelbare paal, die erg geschikt is om deuren mee dicht te zetten. Als er tenminste een steunpunt is voor de voet van de stempel, of als een steunpunt snel is te maken. Als de deur zelf niet al te stevig is, schroef er dan een stuk aftimmerplaat (underlayment, orionplaat) op vast. Liefst aan de buitenkant, en dan met slotbouten door de deur heen vastgezet. Zorg dat de plaat iets kleiner is dan de deur zelf, anders gaat hij niet meer open of dicht. Monteer hierna het slot en bedenk wat je nog meer aan barricades wil aanbrengen. Achter de voordeur kan bijvoorbeeld nog goed een bedspiraal vastgeschroefd of vast gefret worden en de gehele gebarricadeerde deur uiteindelijk met bouwstempel vastgezet, gestut, worden.

Ook slimme zaken zijn beugels aan de deurposten bevestigen om een balkje in te leggen en een stevig stukje ketting waarmee je de deur op een kier open kan doen, zonder dat die verder open gedrukt kan worden. Dat geeft je de ruimte door een kier te communiceren met eigenaar of de politie. Communiceer wanneer dat mogelijk is altijd door een raam vanaf een bovenverdieping.

Het is altijd goed wanneer je het idee hebt alles dichtgezet te hebben nog eens een ronde te lopen om het pand en bekijk welke plekken die je wellicht hebt overgeslagen eens vanuit de andere kant: is er met een beetje goede wil van buitenaf naar een raam op een verdieping te klimmen, hoe zit het eigenlijk met de dakramen en balkons en dergelijke. Ga er van uit dat de eigenaar het pand op z’n duimpje kent, en sommigen zijn gek genoeg om door kruipruimtes te baggeren en je vloer open te wrikken, hoewel dat gelukkig zeldzaam is.

Als je in een later stadium je huis echt zwaar wil gaan barricaderen, bijvoorbeeld om een politie ontruiming zo moeilijk mogelijk te maken, dan is je eigen creativiteit (en misschien de beschikbaarheid van materiaal, tijd en bouwkundige staat) het enige dat je grenzen stelt. Stalen deuren en daken, trap- en raamluiken: het is allemaal al tot in het extreme doorgevoerd, evenals fijne “sandwich” constructies van verschillende materialen zodat de zagen van de politie er op vastlopen. Het ligt er maar net aan hoeveel moeite je er in wilt steken, en wat je er mee wilt bereiken.

CV-radiatorplaat is leuk spul om deuren van te maken, maar pas echt effectief als je het ook nog vult met oud frituurvet. Zware barricades leg je niet aan zonder onderlegd plan, roep daarom als je dat soort dingen van plan bent altijd hulp in van mensen met ervaring met dit soort dingen, dan beperk je de risico’s als er iets fout gaat, en ze hebben vaak ook nog eens het gereedschap dat nodig is ter beschikking.

Gas, water en elektra.
Om je nieuwe huis leefbaar te maken, zijn de nutsvoorzieningen dan wel niet direct van essentieel belang, maar ze maken hetgeheel toch een stuk comfortabeler. Vooral water is een eerste levensbehoefte.
Als je pand nog in redelijk goede staat is, lopen de leidingen van de nutsvoorzieningen meestal nog wel tot in het pand: de waterleiding komt vaak onder de voordeurdrempel door binnen, gas en licht niet per definitie, maar die hebben meestal wel duidelijk herkenbare aansluitingen. Als je niet weet waar je naar moet zoeken, roep er dan een ervaren persoon bij, die weet meestal in een oogopslag te melden hoe het ermee zit.
Op het aanleggen van dergelijke voorzieningen willen we hier niet te diep in gaan, daar bestaan uitstekende “doe het zelf ” boeken voor. De bibliotheek in je woonplaats heeft die wel en anders ligt er vast wel een handleiding in de bouwmarkt. Ga niet zonder kennis van zaken op eigen houtje knutselen.
Enkele tips om het leven makkelijker en veiliger te maken hebben we echter wel.

Water
Bij panden binnen de bebouwde kom loopt er meestal een hoofdwaterleiding door de dichtstbijzijnde straat, met aftakkingen naar de individuele panden. Zoek op plekken waar je onder straatnivo kan komen (meestal een luik achter de voordeur, soms in kelders of kruipruimtes) naar de hoofdkraan. Als je die open draait en je hebt nog nergens water, dan ben je waarschijnlijk in de straat afgesloten. Aangezien het waterleidingbedrijf een leverplicht heeft moeten zij het dan voor je aansluiten. Dit kan echter nog wel wat procedurele voeten in de aarde hebben en hieraan kunnen uiteindelijk wel kosten, en soms borg eisen verbonden zijn. Wanneer ambtenarij tegenwerkt of je bent gewoon een arme sloeber dan kun je je recht op water ook in eigen handen nemen. In de straat zitten namelijk putjes waaronder een kraan met een heel aparte kop zitten, je hebt daar een speciale sleutel voor nodig om ze open te draaien. Vraag eens na bij medekrakers, er is vast wel iemand die iemand kent die zo’n ding heeft, en weet hoe het te bedienen.
Het kan ook voorkomen, vooral bij slooppanden, dat de waterleiding tot de hoofdwaterleiding in de straat is weggebroken. Je kunt dit praktisch niet zelf repareren. En het is een zeer kostbare grap om dit te laten doen. Je moet dus een afweging maken of de ingeschatte lengte van je verblijf de kosten waard zijn. Anders komt het aan op een dealtje met de buren of ander creatief beleid.
Bij panden buiten de bebouwde kom heb je vaker hoofdkranen die op een erf, maar buiten het pand, in een betonnen putje zitten. Meestal ergens aan de dichtstbijzijnde straatzijde.
Als de waterleiding in je pand kapot zijn, kun je die tijdelijk vervangen door tuinslangen. Deze zijn echter niet bedoeld voor drinkwater, en kunnen “weekmakers” afgeven aan het water, wat ongezond voor je is. De bekende zwarte polyetheenslangen zijn een goed alternatief waar het koud water betreft. Ga bij de bouwmarkt, op internet en in de bibliotheek kijken hoe je een definitief net van koperen buizen aanlegt.

Elektra
Meestal komt op een plaats in het pand een dikke leiding binnen, met daaraan vast een kastje met 3 dikke stoppen. Dit zijn je hoofdzekeringen. Als in dit kastje geen stroom meer zit, wordt het moeilijk; dan is de stroomvoorziening waarschijnlijk in de straat afgesloten. Vanaf deze hoofdstoppenkast lopen draden naar je meter, en van daar naar je groepenkast, door veel mensen stoppenkast genoemd. In de groepenkast zitten stoppen of automatische schakelaars. Deze verdelen de stroom in groepen door het huis, zodat niet alle stroom wegvalt wanneer er een stop springt. Een stop springt als er teveel stroom van getrokken wordt en voorkomt zo dat je elektriciteitsnet overbelast wordt. Springt de stop dan is dat dus een teken dat er iets fout zit in je netwerk of in de apparatuur die je gebruikt.
Stroom is er in soorten en maten. Kortweg komt het er op neer dat je, om stroom te kunnen gebruiken, altijd een draad met “prik” moet hebben, en een “nul” die het circuit sluit. “Aarde” is voor de veiligheid: deze leidt stroom die op plekken komt te staan waar die niet hoort weg, zodat je geen schok krijgt. Alle geleidende delen van een apparaat die je bij normaal gebruik aan zou kunnen raken moeten daaraan verbonden zijn.
De kleurcodering van stroomdraden die vanaf de groepenkast door het netwerk in je huis lopen is tegenwoordig universeel, maar er zijn nog oude in omloop. Pas daarmee op! Het moderne systeem is:

– Bruin: Fasedraad. Hierop staat de stroom als die er is.
– Blauw: Nuldraad. Deze leidt de stroom “terug” naar je stoppenkast.
– Zwart: Schakeldraad. In feite is dit de verlenging van de bruine draad, maar dan vanaf een schakelaar of dimmer naar een lamp toe.
– Groen/Geel: Aarde. Deze draad loopt van de aarde pinnetjes aan de zijkant van je stopcontacten naar een speciale aansluiting in je groepenkast. Is vaak levensreddend.

Hou deze codering, als je zelf je stroomnet uitbreidt of vervangt, in verband met veiligheid altijd aan.
Als het stroomnet in je pand na de groepenkast naar de verdommenis is, dan kan je (tijdelijk) gebruik maken van haspels en verlengsnoeren om dit te vervangen. Je dient dan wel een goed en veilig stopcontact te maken achter die groepenkast.
Heel belangrijk hierbij is dat je je verlengsnoer compleet afrolt, ook al heb je die lengte niet nodig. Een opgerold verlengsnoer gaat als een soort elektrisch kacheltje werken als je stroom gebruikt en kan zo heet worden dat het smelt, met alle gevaren vandien. Kijk ook goed naar de maximaal toegestane hoeveelheid stroom die je er doorheen mag trekken, meestal uitgedrukt in aantal Watt dat je er aan mag hangen. Ga hier NOOIT over heen, maar neem liever een marge eronder in acht.
Voor je eigen veiligheid en voor die van aanpalende bewoners is het verstandig je stroomnet na te lopen en indien noodzakelijk te vervangen. Mocht je zelf de kennis niet hebben om dit te doen, vraag er dan iemand bij die dit wel heeft. Ga niet zonder meer zelf experimenteren of halfslachtig iets aanleggen, dit kan levensgevaarlijk zijn.

Gas
Fijn om te hebben, want het zorgt voor redelijk goedkope makkelijke warmte, warm water en je kan er ook nog eens op koken. Behalve in echt afgelegen gebieden is zo’n beetje heel Nederland voorzien van een buizennet, waar uit de Groningse aarde opgepompt gas door naar gebouwen wordt getransporteerd. Of het ook jouw woning binnenkomt is soms de vraag. Pandjes die lang leeg hebben gestaan zijn vaak uit veiligheidsoverwegingen, of omdat er gewoonweg te lang niet betaald werd, in de straat afgesloten van de gasleiding.
Is dit niet het geval dan zit ergens in je pand meestal, ergens in de buurt van je elektriciteit aansluiting, een stalen buis met een vleugelvormige kraan er op. Daaraan horen een meter en een veiligheidsklep te zitten, van waar een buis je gasnet van gas voorziet. Als het is afgesloten, dan is vaak ook de meter en de veiligheidsklep verwijderd. Vraag bij een gasnet altijd aan iemand die het vaker gedaan heeft om even te controleren of het in orde is: als het stuk is, kan er in korte tijd een explosieve situatie ontstaan.
Ook voor het aanleggen van een gasnet geldt: sla een goed doehet-zelf boek na op het hoe en waarom, en vraag, als het nieuw voor je is, de hulp van een ervaren, liefst daarin geschoold persoon in om het je te leren. Dat kan je leven redden, evenals dat van je buren.
Wanneer dit alles niet gaat lukken is gas uit flessen ook nog een redelijk alternatief. Op de fles sluit je een slang met drukregelaar aan. Je hebt een aangepaste kachel, gasfornuis en evt. koelkast nodig, vaak verkrijgbaar bij tweedehands winkels of watersportzaken. Het is wel veel sjouwen met de flessen en gas uit flessen is relatief duur. Daarbij als je kachels zonder afvoer gebruikt dan wordt je woning er ook verdomde vochtig van.

Betalen?
Of je betaalt voor gas, water en elektra is een keus die wij niet voor je kunnen maken. Te beargumenteren valt dat het onsympathiek is niet te betalen voor een levering van gas, water of elektra en hier uiteindelijk de gemeenschap voor op te laten draaien. Aan de andere kant valt te beargumenteren dat kraken niet zelden uit noodzaak geboren is en dat het kan zijn dat je een arme sloeber bent die het überhaupt niet kan betalen.
In dat laatste geval ligt de rechtvaardiging voor het toe-eigenen van basaal comfort zonder te betalen misschien weer anders. Als je niet betaalt voor de levering van stroom of gas en hier toch gebruik van maakt overtreed je de wet en kunnen de handhavende autoriteiten proberen fikse boetes op te leggen of verder gaande strafrechtelijke vervolging. Besluit je dus om wat voor reden dan ook om niet te betalen voor gas of elektra, stel je dan goed op de hoogte hoe je jezelf het best te weer kan stellen in het geval je tegen de lamp zou lopen. Dit betekent in eerste instantie natuurlijk altijd dat je de deur dicht houdt. Achter een dichte deur kan immers officieel niet worden vastgesteld of je gebruik maakt van het stroomnet of van een aggregaat. En nog belangrijker is dat achter een dichte deur je niet gearresteerd kunt worden en je de controle hebt over je huisvredesituatie. De “dichte deur” is dus ook in dit geval de basis van het kraken. Denk er ook aan dat bij illegaal gebruik van voorzieningen het uit den boze is om je bijvoorbeeld op het adres in te schrijven en dat bij onverwachte ontruiming men eventueel je identiteit kan proberen te achterhalen door bijvoorbeeld brieven of andere spullen waarop je naam staat te zoeken. Ook hierin is het niet in je voordeel tekst en uitleg proberen te geven aan de politie of anderen. Verklaar hierover dus nooit maar overleg met een advocaat.
Natuurlijk hoef je niet direct aan te sluiten zodra je het pand gekraakt hebt, wellicht is je verblijf immers voor korte duur. Een passieve houding hierin kan dan ook wel aangeraden worden tot je duidelijkheid hebt over eventueel langer verblijf. Wanner je wat duidelijkheid hebt over langer verblijf is het altijd aan te raden om voor je stroom, water en elektra te betalen.
In de praktijk kun je na een paar weken of enkele maanden nog altijd besluiten om met de dan staande meterstanden een leveringscontract af te sluiten. Wel is het raadzaam om een foto te maken van de meterstanden op het moment dat je het pand binnen treedt. Je hebt dan zelf in ieder geval bewijs.
Water betaal je via Waternet aan de Waterschappen, dit doe je via je watermeter of via zogenaamde watereenheden die in verhouding staan met de grootte van je huis. Je zult hiervoor vanzelf rekeningen krijgen mocht je je inschrijven op het gekraakte adres.


9 Publiciteit en media

Vaak is het verstandig publiciteit te zoeken rondom je kraakactie of -pand. Het is belangrijk voordat je gaat kraken erover na te denken of je dit wilt en hoe je dit voor elkaar wil krijgen. Bedenk hierbij goed wat je duidelijk wil maken en aan wie. Zoek de beste aanleiding om je verhaal wereldkundig te maken en zoek het juiste medium erbij. Een weloverwogen publiciteitsbeleid zorgt ervoor dat je de zaken in eigen hand houdt.
Grofweg kun je in dit hoofdstuk drie vormen van publiciteit onderscheiden: Ten eerste informatie die je zelf wereldkundig maakt aan de lezer of kijker bijvoorbeeld buurtbriefjes, posters en een eigen website, ten tweede de informatie die je via de activistenmedia zoals kraakkrantjes, indymedia.nl, kraakmaillijsten en blogs/forums etc. naar buiten brengt en als derde publiciteit via de zogenaamde brood-media, ofwel de kranten, TV- en radiozenders die door broodschrijvers gevuld worden.

Wat wil je wereldkundig maken?
Kraak je in een plaats waar weinig of nooit gekraakt wordt dan is het voor een groot lokaal of regionaal publiek al interessant DAT er gekraakt wordt. Je zal ook moeten uitleggen waarom je het doet wil je op begrip kunnen rekenen. Dit begrip heb je nodig om te voorkomen dat de eigenaar of lokale bestuurder een hetze tegen je kan starten. Ook in het algemeen is het goed om het kraken weer eens uit te leggen en te verdedigen.
In de grotere steden wordt helaas vaak vergeten om de redenen om te kraken uit de doeken te doen omdat men die wel als bekend veronderstelt. Er moet echter niet vergeten worden dat er ook weer steeds nieuwe mensen in een stad komen wonen die nog niet geheel bekend zijn met de lokale gewoonten en de lokale problematiek en hoe daar mee om te gaan.
Het waarom van je kraakactie is het centrale punt en zal je in enkele zinnen duidelijk moeten kunnen maken. Wellicht is je verhaal dat je via de reguliere kanalen geen woning kan vinden of zijn die woningen te duur geworden of wellicht vond je het een schande dat er zoveel leeg staat en de ruimte dus verspilt wordt. Misschien is de eigenaar een speculerende boef of vind je het pand gewoon te mooi om te laten verkrotten, kraak je uit protest tegen bepaalde plannen met het pand of buurt, misschien heb je zelf plannen voor een ontmoetingsruimte, concertzaal of kunstgebeuren die elders niet te verwezenlijken zijn of wil je simpelweg overgaan tot autonome onteigening van steenrijke lui. Bedenk van te voren wat je graag naar buiten wilt brengen en discussieer erover met anderen zodat je verhaal sterk wordt voor je het de wereld inpompt. Ook kom je er al discussiërend intern achter of je allemaal wel op een lijn zit. Dit is wel van belang als een iemand mede namens anderen het woord doet.

Aanleiding
De Broodmedia willen graag ‘harde’ nieuwsfeiten. Die zal je zelf moeten creëren. De kraak zelf kan een goede aanleiding zijn om je verhaal wereldkundig te maken. Mocht je daarna nog aandacht voor je zaak willen, kan je een actie of open dag organiseren. Ook door middel van onderzoek naar de eigenaar of de historie van het pand kunnen smakelijke feiten boven tafel komen. Het is aan te raden hiermee niet te wachten totdat je bedreigd wordt met ontruiming maar alvast een ‘naam’ opbouwt en jezelf bij een breder publiek bekend maakt. Publiciteit in eigen beheer, je eigen website, eigen flyers en dergelijke, hoeven een minder duidelijke aanleiding te hebben, daar gaat het echt om de inhoud.
Ga je voor publiciteit via de broodmedia, dan moet je er ook rekening mee houden dat als je pand onbekend is, er niet zomaar aandacht komt. Ook gaat de aandacht bij een bedreiging uit naar het feit dat je mogelijkerwijs ontruimd wordt en raakt je achtergrondverhaal al gauw ondergesneeuwd.

Kanaal en doelgroep
Al te vaak wordt aandacht via het kanaal van de broodmedia als enige doel bij een campagne of aktie gezien. Een klein stukje in de Spits beklijft uiteindelijk minder bij de lezer dan persoonlijk uitgedeelde buurt- of straatpamfletten. Bedenk wie je wilt informeren en bekijk welk kanaal je kiest. We noemen hier wat doelgroepen en vervolgens de juiste kanalen:
– Mede krakers: Kraken-maillijst (elke kraak is interessant), eigen website, poster/muurkrant, activistenkrantjes, indymedia
– Buurt: Buurtpamflet / flyers, informatiebord, open dag, eigen website, poster/muurkrant
– Dorp/stad: Regionale media, open dag, eigen website, buurt pamfletten/flyers poster/muurkrant
– De medeburger: Landelijke pers, internetforums, boek/brochure, eigen website.

Eigen website
Je ziet het, voor iedere doelgroep staat de ‘eigen website’ er bij. Niet alleen kun je op een website van jouw kraakpand, kraakgroep of kraakcampagne precies jouw verhaal vertellen ook kun je in alle andere publiciteit (of dit nu een sticker op de wc van het jongerencentrum is of een persbericht aan de Volkskrant) verwijzen naar die eigen website. Een eigen website kan natuurlijk dienen als nieuwsmedium waarop je nieuws rond je pand of rond je campagne publiceert maar belangrijk ook dat je door dit publiceren van nieuws ook tegelijkertijd een archief creëert van het pand of van een campagne. Met een of twee drukken op de muisknop kan iedere geïnteresseerde in overzichtelijke volgorde al het nieuws van de afgelopen tijd lezen rondom jouw pand of campagne. Je kunt tegenwoordig bij verschillende aanbieders een webdomeintje kopen en een blog aanmaken waarmee je al een heel eind uit de voeten kunt. Je kunt het natuurlijk ook uitgebreider of professioneler aanpakken, alles kan! Zorg er wel voor dat je website duidelijk onder de aandacht komt bij de doelgroep. Een goede graffiti met het web-adres op het pand is al een mooi begin.

In de praktijk
Ter voorbereiding van de kraak overweeg je of je een persbericht wilt opsturen naar regionale media. Denk hierbij aan het gratis huis-aan-huisblad, de regionale krant/radio/ TV. Afhankelijk van hoeveel betrouwbare informatie je hebt over het pand en eigenaar, maak je een persbericht voor de kraak dat je onmiddellijk na de kraak mailt.

Ken je journalisten persoonlijk of vertrouw je ze, kan je overwegen iemand uit te nodigen bij de kraakactie zelf. Deze persoon moet dan wel begeleid worden. Mocht je onzeker zijn, doe het dan niet: Hoe goed je het ook doet, je kan toch een knullige indruk geven waar de journalist op inspringt. Geef de journalist van tevoren zo min mogelijk informatie wegens kans op uitlekken. Zo is het een goed idee om de journalist op een andere locatie te ontmoeten dan waar de rest elkaar ontmoet, om zo pas als het niet meer mis kan gaan met de journalist naar het pand te gaan.

Maak echter wel waar wat je belooft aan die journalist. Let ook op dat je zelf volledige controle houdt over het gebeuren en dat de journalist je niet gaat sturen. Het zou niet voor het eerst zijn dat journalisten vragen het breken van de deur nog een keer over te doen of een bepaalde situatie in scène te zetten voor een mooi plaatje. Het gaat om jouw actie en die vindt onder jouw voorwaarden plaats. Ook al zit je bij de kraak niet direct op publiciteit te wachten, kan je toch overwegen een persbericht te sturen. Je maakt je hiermee in ieder geval bekend bij journalisten. Geef ook een contact-mogelijkheid, telefoon of email, op zodat je eventuele vragen kan beantwoorden.

Je buurtbriefje, vanzelfsprekend bedoeld voor buurtbewoners, kan je afleiden uit het persbericht, maar je kan het eventueel persoonlijker maken en meer aandacht besteden aan de achtergronden van het pand (als je hier geen betrouwbare informatie over hebt, ga je af als een gieter!!). Pas op dat je de buurtbrief niet te slijmerig maakt. Schrijver dezes gruwelt van aanheffen als ‘Lieve buren’, maar misschien past een dergelijke benadering jou wel. De in het verleden veel gebruikte uitnodiging voor een kopje koffie moet je maar weglaten tenzij dit een gewoonte is in de straat waar jij kraakt. Je kan beter een tijdje na de kraak een open dag houden als je het idee hebt dat mensen nieuwsgierig zijn naar je doen en laten.

Bewaar eventuele krantenartikelen over je actie, je buurtbrief etc. Je kan zo langzamerhand een dossier over het pand of campagne aanleggen. Dit dossier kan je de informatie leveren om een persmap samen te stellen die je later aan potentieel geïnteresseerde journalisten stuurt. Ook kan je je informatie, zoals gezegd, op een website verzamelen zodat je voor jezelf en anderen alles bij elkaar hebt. Vergeet niet de website altijd up-to-date te hebben. En vergeet ook niet je website af te maken mocht je ontruimd worden. Helaas kenmerken veel kraken en krakers zich door betrokkenheid met het pand en het verhaal tot de ontruiming. Soms verdwijnen eerder geuite politieke stellingnames over het pand na ontruiming in zijn geheel. Het kan goed zijn ook na de ontruiming door te blijven gaan met het oude pand en de ontwikkelingen die er plaats vinden, zeker als blijkt dat je onterecht of op valse gronden ontruimd bent.

Je kan een spandoek aan je pand hangen met een korte en krachtige leus. Mopperaars over de aanblik kan je wind uit de zeilen nemen door het spandoek strak te schilderen en goed op te hangen. Let er ook op dat het goed blijft hangen. Sommige kraakpanden hangen aan hun pand een groot bord met een goed leesbare tekst over het pand op. Nieuwsgierige voorbijgangers kunnen zo uitgebreider geïnformeerd worden dan door middel van een spandoek.

Ben je enigszins gesetteld zou je kunnen denken aan een open dag als je de indruk hebt dat hier interesse voor is. Maak een flyer en breng dit ruim in de omgeving rond, meldt het aan de gratis huis-aan-huiskrant of zet een advertentie. Een spandoek ter aankondiging kan ook. Het is goed de mensen wat te bieden te hebben als ze langs komen. Enkele ideeën: koffie, thee, informatiebrochure, filmpje, muziek, rondleiding, debat met politici. Wees creatief en bedenk wat je zelf zou willen zien of horen.

Blijf telkens broeden op acties of activiteiten die je verhaal ondersteunen waarom je juist dat kraakt. Gaat het je bijvoorbeeld om de woonnood, overweeg dan om de gemeentelijke politiek aan te spreken door middel van een actie of volgens de gangbare weg, bijvoorbeeld een raadsadres of inspreken. Graag willen we benadrukken dat het loont creatief te zijn, je vangt meer aandacht en het is leuker om iets te doen dat nog niet in die vorm eerder is gedaan. Luister ook niet teveel naar belegen aan de bar hangende krakers dat een of andere actievorm of idee al in de 20e eeuw is gebruikt. Waarschijnlijk zijn zij de laatsten die het zich herinneren. En daarbij: jij gaat het vast leuker en professioneler aanpakken!

De ontruiming, legalisatie of het vertrek
Een ontruiming is zo een van die harde nieuwsfeiten waar journalisten op zitten te wachten, zeker als je ook van plan bent om je te verzetten op meer of minder ludieke manier. Bedenk wel of je je verhaal nog wel kwijt kan, meestal focussen journalisten zich op hoeveel politie er is, hoeveel stenen of verf er gegooid wordt of hoeveel arrestanten er zijn. Het is lastig om dan nog de achtergronden en motivaties van je handelen naar buiten te brengen, zeker als je daar eerder nooit mee naar buiten bent getreden. Misschien vinden jij en je mede-activisten het geslaagd als verzet bij ontruiming in de krant komt en je je eigen daden bevestigd ziet, bedenk echter wel of dit het beeld is dat jij wil overbrengen. Niet dat schrijver van dit boekwerkje vies is van verzet bij ontruiming, maar het moet wel een doel dienen behalve voor jezelf, een leuk plaatje in de krant of een stoer verhaal in de kroeg. Zorg er ook voor dat wanneer je je verzet dat je een voor de media bereikbaar persoon hebt, zodat niet alleen het verhaal van de smeris of eigenaar in de media komt. Maak desnoods weer bij voorbaat afspraken met journalisten die in het verleden goede stukken hebben geschreven over je pand en acties.

Het grootste deel van de kraakacties eindigt zonder dit verzet. Er wordt hier toch veel aandacht aan gegeven omdat juist dit aspect sterk over-belicht is in de media. Naast een ontruiming kan ook vrijwillig vertrek een reden zijn voor een persbericht of buurtpamflet. Zeker als je goede gronden hebt of je alsnog je verhaal een keer kwijt wil.

Praktische perstips
– Persbericht: Vermeld datum en plaats, geef in een paar regels aan wat het nieuwsfeit is, denk daarbij om het Wie, Wat, Waar en Waarom. Schrijf daarna enige achtergrond. Geef een contactmogelijkheid op (telefoonnummer en e-mail) waar meer informatie verkregen kan worden. Verwijs naar je eigen website voor meer achtergronden. Maak een persbericht niet te lang, geef meer achtergrondinformatie via een persmap of website. Schrijf stellig en houdt de zinnen kort en bondig. Let beter op zinsconstructies en spellingfouten dan in deze handleiding is gedaan!
– Contacten: Hou bij welke journalisten van welke media geïnteresseerd zijn en benader ze weer als er wat aan de hand is. Het verdient aanbeveling om deze namen en adressen ook door te geven aan andere activisten, bijvoorbeeld via een kraakspreekuur.
– Buurtpamflet: Net als het persbericht geef je de achtergronden van de kraak aan, maar je kan het wat persoonlijker maken. Ook een verwijzing naar je eigen website kan wonderen doen. Een telefoonnummer hoeft niet in een pamflet, hoewel het handig kan zijn.
– TV & Radio: Optredens voor radio en tv dienen echt van te voren geoefend te worden. Bij een stevig interview of als je in debat gaat met de eigenaar, politie, lokale politici of bestuurders voor de radio / tv (lokaal en/of landelijk) wees dan beducht voor instinkers, moeilijke vragen, hardnekkige vooroordelen en flauwe grappen. Zo’n optreden is maar 1 keer. Voorkom dat je met je bek vol tanden komt te staan. Bij radio en tv-optredens voor lokale nieuwsdiensten moet je heel goed van te voren bedenken wat je er in wilt krijgen. Interviewers zijn vaak erg sturend. Zij zijn gewend dat zij het verhaal maken of dat hun redactie het pad van het gesprek al heeft vastgesteld. Oefen in korte ‘one-liners’ die moeilijk te knippen zijn. Laat je niet te veel (af)leiden door de vragen. Houd vast aan wat JIJ wilt vertellen. Maak bruggetjes en buig vragen af naar jouw onderwerp. Je mag best een beetje zenuwachtig over komen, dit houdt de aandacht van mensen alleen maar vast. Maar zorg dat je niet twijfelend over komt, spreek kort, helder en duidelijk.

Eigen Website: Nogmaals, super belangrijk direct doen!

Perswoordvoerder: Laat niet bij elke kraakactie dezelfde persoon het woord voeren. Je voert immers actie met meer mensen en als dit gebabbel met de broodmedia al teveel in één hand komt te liggen, kan dit tot gevolg hebben dat de persoonlijke invalshoek van de ene perswoordvoerder een te groot gewicht krijgt. Verder is het goed als meerdere mensen ervaring opdoen met het praten met de broodmedia. En ten leste kan het al te centraal staan in de publiciteit ook repercussies hebben: politieagenten willen bekende kraak-koppen uit de media abusievelijk nog wel eens zien als ‘de leider’ en zullen deze persoon eerder arresteren of in elkaar trappen.

NB. Waak ervoor dat publiciteit geen doel op zich wordt. Mediale zelfbevrediging kan nooit als motivatie meespelen om te gaan actievoeren omdat het een verspilling van tijd, aandacht en ideeën is.


10 Kraken en organisatie

Mocht je door deze hele handleiding heen zijn geploegd dan zal het je niet ontgaan zijn dat er een hoop geregeld en georganiseerd wordt rondom het kraken. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op verschillende organisatorische zaken en het doet je wat ideeën aan de hand. Zo komt pand- of woongroeporganisatie aan bod, contact met andere krakers en het opzetten van een kraakspreekuur en nog wel meer.

Woongroep- of pandorganisatie
Al eerder in het hoofdstuk over de redenen om te kraken was er wat te lezen over woongroepen. Er werd aangegeven dat het vormen van een woongroep een praktische strategie kan zijn om met een groot en leeg pand om te gaan. Collectieve voorzieningen zijn in dergelijke situaties makkelijker op te bouwen. Soms blijkt dat mensen die elkaar niet goed kennen nogal onverwachte, verschillende ideeën hebben over het samen wonen. Groepen die zich bij voorbaat vormen, en zeker die groepen die ook als doel hebben om niet individueel maar collectief te wonen, hebben een groot voordeel. Ze hebben, naast het behoud van de eigen woonruimte ook als doel de groep overeind te houden. Het is aan te raden om eerst een groep te vormen voordat je een pand kraakt. Probeer te voorkomen dat er bij de kraak zoveel ruimte blijkt te zijn dat je ook vage kennissen een woning biedt. Hoe lullig dit ook is, zorg ervoor dat je in het begin als groep eerst je eigen zaken op orde hebt, voordat je nieuwe mensen erbij gaat nemen/zoeken. Hoewel dit tot tijdelijk onder-gebruik van je pand leidt, kan dit grotere problemen voorkomen.

Helaas heeft een dergelijke stellingname ook tot gevolg dat het gaan wonen in een bestaand kraakpand tamelijk hoogdrempelig wordt. Veel krakers compenseren dit door actief nieuwe krakers te steunen. Het gevolg is wel dat kraken veelal iets wordt voor mensen die zelf initiatieven durven te nemen om hun woonnood of ruimtegebrek aan te pakken en/of veel energie halen uit hun idealisme.

Je zal in een redelijk functionerende woongroep constateren dat je met z’n allen de schouders eronder moet zetten. Dit levert nieuwe ervaring op en zorgt ervoor dat je niet in je eentje wegkwijnt op een etage of kamer. Je zal ook regelmatig moeten overleggen met je medebewoners over collectieve voorzieningen. Dit gaat ook op, maar in mindere mate, voor mensen in een pand die geen woongroepen vormen. Met name in den beginne kan dit tijdrovend zijn en nog extra wanneer de groep bewoners elkaar niet al van tevoren kende. Soms verdient het aanbeveling om taken te verdelen, zo kunnen enkele mensen de juridische zaken coördineren of de publiciteit, de huisfinanciën of juist de praktische doe- het-zelf klus en knutsel afdeling. Voorkom dat een taak in één hand komt te liggen, je bent dan al te kwetsbaar als één persoon vertrekt. Met enkele mensen iets coördineren betekent nog niet dat de anderen er niets meer mee te maken hebben, overleg op algemene huisvergaderingen. Wat betreft financiën kun je een pandpot op zetten waar mensen een vast bedrag of een percentage van hun inkomen in doen waarmee lopende kosten gedekt kunnen worden. Ook kan je met een vooruitziende blik geld opsparen voor grotere verbouwingen, juridische procedures, het ondersteunen van andere acties, aankoop etc. Je kan bij het bedrag redeneren vanuit het minimum dat noodzakelijk is voor je eigen hachje of je kan redeneren vanuit hoeveel geld mensen kwijt kunnen en dit in verhouding zetten met uitgespaarde huur. Een publieke ruimte kan poen bijdragen door een percentage van de omzet af te dragen of door regelmatig een benefietavond te organiseren.

Contact met andere krakers
Het is belangrijk en vaak ook handig om andere krakers in je buurt of regio te informeren over je doen en laten. Wie weet kan je elkaars steun nog gebruiken of kan je elkaar tips geven of motiveren. Contacten met andere krakers kunnen op vele manieren een invulling krijgen, buiten het feit dat je bij elkaar over de vloer kan gaan. Je kan overgaan tot het vormen van een kraakgroep, een groep mensen die zich wil inzetten voor kraken in een bepaalde buurt, stad of regio en geregeld samen aan de slag gaan.

In sommige steden en buurten zijn alarmlijsten opgezet. Op zo’n lijst staan mensen die bereid zijn snel bij te springen indien een kraakpand hulp nodig heeft, bijvoorbeeld omdat een smeris dreigt over te gaan tot ontruiming of dat de eigenaar plotseling met wat sportschooltypes voor de deur staat. Meestal heeft zo’n alarmlijst een boomstructuur: Je belt enkele nummers die weer aan enkele anderen doorbellen enz. Zo bereik je in korte tijd veel mensen. En wie weet leidt het filosoferen over groeps-SMS binnenkort eindelijk ook tot daadwerkelijke uitvoering van dit plan.

Soms wordt er per buurt of stad of regio overlegd tussen actieve krakers. Meestal dragen deze overleggen een min of meer informeel karakter. Onderwerpen die op de agenda staan zijn veelal de recente ontwikkelingen met betrekking tot kraakpanden, politieke bedreiging, juridische tips, het schrijven van een nieuwe kraakhandleiding of concrete samenwerking gericht op een actie of campagne. Enige tijd geleden hielden actieve krakers uit Brabantse steden regionale overleggen waar naast allerlei theoretisch gepraat ook het elkaar leren aanleggen van goede nutsvoorzieningen in de praktijk werd gebracht. Op Noord-Nederlandse kraakoverleggen, waar krakers uit heel Groningen, Drenthe en Friesland op afkomen, komen soms ook krakers uit andere windstreken om hun specialismen (juridisch, breken, noem maar op) eens uit de doeken te doen. Zo kan een leerzame en gezellige dynamiek ontstaan.

Informatieve kraak-organisaties
Hieronder vallen de kraakspreekuren en organisaties als het SPOK (Spekulatie Onderzoeks Kollektief). Om met de kraakspreekuren te beginnen, deze zijn gericht op het informeren en ondersteunen van krakers en toekomstige krakers. Ze informeren en helpen met de organisatie van een kraak. Soms bemoeien kraakspreekuren zich ook uitgebreid met de ondersteuning achteraf, soms zal je het zelf moeten doen of een steungroep moeten vormen.

Kraakspreekuur
In veel steden bestaat er een kraakspreekuur (ksu). Wanneer je het leuk of belangrijk vindt om mensen te helpen en te informeren over kraken dan kun je bij het kraakspreekuur langs gaan, zij kunnen vaak nog wel een vrijwilliger gebruiken. Wanneer er in je regio geen spreekuur bestaat kun je overwegen er zelf een op te zetten. Het opzetten van een kraakspreekuur is een behoorlijke klus. Je moet wel zeker weten dat je over genoeg basisinformatie beschikt om mensen te helpen. Want met onjuiste of halve informatie kunnen de mensen die je helpt in de problemen komen. Maar staar je daar niet blind op want zelfs de meest ervaren krakers weten niet alles.

Het gaat vooral om motivatie en al doende zul je het meeste leren. Je moet in eerste instantie wel goed thuis zijn in alle wetten en gemeentelijke beleidsregels omtrent kraken. Ook is het belangrijk om het een en ander te weten over de kraakhistorie van de plek waar je het spreekuur wilt beginnen. Ook is het voor het beginnen van een kraakspreekuur belangrijk om basisinformatie te hebben over de leegstand in jouw regio. Wanneer je met kraken bezig bent dan is het een logisch gevolg dat je hier al een oogje voor ontwikkeld hebt. Het is nu belangrijk om deze informatie te verzamelen in een kaartenbak of database. Zodat je een archief maakt waarin je informatie over oa observaties en de duur van de leegstand in op kunt zoeken wanneer er mensen op het spreekuur komen voor bepaalde panden.

Het is ook belangrijk om te beginnen met het maken van leegstandsrondjes zodat je langzaam maar zeker steeds meer informatie verzamelt in je bestand/database over de leegstand in je regio. Om achtergronden uit te zoeken is het voor een organisatie als een kraakspreekuur eigenlijk onmogelijk te functioneren zonder een Kadaster- en KvK-online abonnement, hiermee zal je na wat vinger-oefeningen snel veel leren over de leegstand, huiseigenaren en hun bedrijfjes bij jou in de buurt. Ook zul je gereedschap moeten gaan verzamelen zodat het spreekuur in ieder geval over de basismaterialen beschikt om een deur open te breken en de deur daarna weer goed afsluitbaar te maken. Voor een overzicht kun je kijken in hoofdstuk 6 over het ‘binnenkomen’ in deze handleiding.

Wanneer je een spreekuur op gaat zetten is een plek waar mensen het spreekuur kunnen bezoeken belangrijk. Het leukste is een gezellig ingerichte ruimte in een kraakpand in de buurt. Het is belangrijk om een stabiele plek te hebben zodat het spreekuur een vast aanlooppunt kan worden. Wanneer zo’n plek niet bestaat is het ook handig om eens rond te vragen bij enkele buurt- of jongerenorganisaties of die misschien een kleine ruimte voor je hebben. Ook kun je natuurlijk besluiten gewoon een plek te kraken om daar het spreekuur te beginnen. Voordeel daarvan is dat je met de kraak publiciteit kunt krijgen waarin je het kraakspreekuur direct kunt promoten. Het is natuurlijk belangrijk dat je de informatie over de tijd en de plek van het spreekuur bekendheid geeft zodat aanstaande krakers hun weg kunnen vinden. Een website van het kraakspreekuur van een bepaalde stad, buurt of regio is onmisbaar. Maar je kunt hiervoor bijvoorbeeld ook posters, stickers en flyers maken. Die je kunt droppen bij plekken waar van die mooie informatierekken staan of andere plekken waar jouw doelgroep komt. Plekken zoals concert- en feestzalen, jongerencentra, buurthuizen, scholen, universiteiten en bibliotheken doen het vaak erg goed. Maar jij kent jou regio het best en wees creatief in het benaderen van je doelgroep.

Je kunt ook de informatie over het nieuwe spreekuur doorgeven aan de verschillende websites rond onafhankelijk activistisch nieuws, kraken, wonen en dergelijken deze worden dagelijks bezocht door vele krakers en geïnteresseerden. Sommige steden en regio’s hebben zelfs nog een old skool papieren kraakkrantje. Hoe dan ook, het is goed dat mede krakers in den lande van het spreekuur en je acties af weten. Ook kunnen ze je misschien helpen met het geven van handige tips.

Andere informatieve organisaties houden zich niet direct bezig met het kraken, maar meer met bijvoorbeeld de huisvestingsproblematiek of het napluizen van huisbazen. Een voorbeeld hiervan is het SPOK, een Amsterdamse groep mensen die een database bijhoudt over huisbazen en hiermee krakers en andere geïnteresseerden informeert. De grootste waarde van dergelijke organisaties ligt niet zozeer in hun database archief maar in het feit dat zij jou kunnen helpen met het uitzoeken omdat ze in de loop der tijd een grote schat aan kennis hierover hebben opgebouwd. Om het beste resultaat uit een bezoek aan het SPOK te halen, kan je alvast je uitzoekwerk goed op orde brengen. Ofwel, neem, adres, naam eigenaar, kadasteruitdraai, leveringsakte, Kamer van Koophandel gegevens, eventuele krantenartikelen en alle andere informatie en zoekingangen die je alvast zelf bij elkaar kunt sprokkelen mee. Het SPOK publiceert op hun blog met enige regelmaat zeer boeiende verhalen over de handel en wandel van huiseigenaren en dergelijke uit voornamelijk de regio Amsterdam, www.speculanten.nl

Bij deze informatieve organisaties is het van belang in het oog te houden dat ze je helpen met dat wat je wil maar het is niet zo dat zij je veel verantwoording en werk uit handen nemen. Daarentegen kan je wel gebruik maken van de expertise die zij in de loop van de tijd opgebouwd hebben.

Fondsen, geld werven
Voor acties kan geld nodig zijn, voor boekjes, flyers en posters is ook geld nodig, ook kunnen de kosten om een pand bewoonbaar te krijgen nogal hoog oplopen en ruim boven het beschikbare budget van de bewoners uitkomen. Het is dan zaak geld binnen te krijgen. Sommige steden en buurten hebben hun eigen ‘kraakpot’, een fondsje waarin betrokken krakers en sympathisanten maandelijks geld storten. Meestal zijn deze potjes en fondsen gericht op het in de eigen buurt ondersteunen van het kraakspreekuur of (kraak-)acties. Soms zijn deze potjes ook opgericht om juridische kosten zoals mogelijke proceskosten of kosten van een advocaat te vergoeden. Informeer bij je kraakspreekuur of jij hier aanspraak op kan maken. Als zo’n pot bestaat, zal het kraakspreekuur je meestal wel vragen om ook mee te gaan betalen aan de pot. Kraak je in een regio waar dergelijke potjes niet zijn probeer dan een dergelijke solidariteitsconstructie op te zetten.

Meestal sponsoren dergelijke kraakpotten niet het opknappen van panden of hebben ze niet genoeg geld hiervoor. Je kan overwegen activiteiten op te zetten die geld opbrengen. Een veel gebruikt middel is het organiseren van een benefietfeest in eigen huis of op een andere plek, bijvoorbeeld een ander kraakpand of een sympathieke uitgaansgelegenheid. Waarschijnlijk gaat het meeste geld in het kraakcircuit rond door de consumptie van overmatige hoeveelheden bier, al dan niet begeleid door orkestjes die met een enorme bak herrie de revolutie prediken.

Actiegroepen/lobbyorganisaties
Wil je meer dan alleen een kraakactie doen, kan je ervoor kiezen om een actiegroep op te zetten die met een bepaald thema aan de slag gaat. Het voordeel hiervan is dat deze actiegroep niet gebonden hoeft te zijn aan een pand en het wellicht makkelijker valt om medestanders bij je verhaal te betrekken en betere samenwerkingsverbanden kan aangaan met andere organisaties. Zo heeft recentelijk het Kommitee tegen het Kraakverbod (www.kraken-gaatdoor.nl) van zich laten horen en heeft in het verleden de Villa Omval een vereniging van Vrienden van Villa Omval gekend die zich met lobby en publiciteit bezig hield. Een recenter voorbeeld van een organisatie die zich o.a. met kraken bezig houdt is de ‘Vrije Ruimte’ die zich inzet voor versterking van bestaande en verwezenlijking van nieuwe vrijplaatsen, zie www.vrijeruimte.nl.
Bedenk wel of je, als je vers gekraakt hebt, zelf nog wel energie en tijd hebt voor deze activiteiten. Zoals wel meer in deze hand leiding is dit bedoeld om je slechts een idee aan de hand te doen.


Epiloog

Er zijn in deze handleiding een heleboel facetten van het kraken en gekraakt houden van ruimtes toegelicht. Daarnaast is geprobeerd kraken in een breed kader met verschillende invalshoeken te zetten. Het is er in de loop van de jaren niet simpeler op geworden, desondanks liggen er nog steeds voldoende mogelijkheden voor het oprapen om met kraken aan de slag te gaan.

Het goed aanpakken van een kraak kan veel energie kosten, dat hoeft echter niet altijd het geval te zijn. En je krijgt ervoor terug de kans om te gaan wonen waar je wilt en de zaak op te pakken waar je het meeste interesse in hebt: betaalbaar wonen, het aanpakken van een speculant, knokken voor behoud van een pand, concert podium organiseren, autonoom ‘onteigenen’ van rijke lui, creëren van woon-werkruimte enzovoort.

Met kraken en gekraakt houden zijn we er in veel gevallen niet. Veel krakers streven binnen de mogelijkheden legalisatie na, door middel van eigen aankoop, aankoop door een woningbouwvereniging en/of het aangaan van een huurcontract. Dit valt nauwelijks in het kader van deze handleiding, je kan je hiervoor beter oriënteren bij panden waar dit gelukt is en clubs die hier ervaring mee hebben bijvoorbeeld: Woningbouwvereniging Soweto, de Vrije Ruimte, Vereniging Solidair of Urban Resort.

Dat het kraken in de loop der tijd steeds ingewikkelder is geworden heeft, samen met minder leegstand dan in de jaren zeventig en tachtig, een sterke invloed gehad op ‘de grootte van de kraakbeweging’. Dat wil echter niet zeggen dat de rol van het kraken tegenwoordig is uitgespeeld. Door de lange aanwezigheid van het kraakfenomeen heeft het in de grotere steden een wat minder opvallend plekje in de samenleving gekregen. Bij de zondagse kraakacties zijn het vaak de toeristen die verwonderd kijken. Terwijl buurvrouw het uit haar raam ziet gebeuren en denkt: ‘Ik ga morgen wel een praatje maken.’

Toch beweegt er nog genoeg! Wanneer je het goed aanpakt en met je verhaal duidelijk naar buiten treedt, kan het middel kraken zeer goed ingezet worden. Om eigen woonnood op te lossen, maar ook vooral om zaken aan de kaak te stellen. De handleiding hoopt ook bijgedragen te hebben in de beoordeling of kraken het juiste actie-middel is en of de hoeveelheid geïnvesteerde energie het doel waard is.

Door voorbeelden van kraakacties tegen de uitverkoop van sociale huurwoningen in de Utrechtse wijk Ondiep, in Amsterdam Oost en de Amsterdamse Pijp blijft kraken mee doen in discussie op het vlak van volkshuisvesting. De kraken van Pretoriusstraat 28, Van Ostadestraat 137 en de Swammerdamstraat 12 in Amsterdam en de strijd tegen hun maffiose huisbazen zijn aansprekende Amsterdamse anti-speculatie voorbeelden. Het opzetten en runnen van de Bambara in Groningen, de Vloek in Den Haag en de Valreep in een oud gekraakt dieren­ asiel in Amsterdam Oost laat zien dat do-it-yourself (sub)­ cultuur, underground en buurtstrijd hand in hand kunnen gaan. En natuurlijk het steeds maar doorgaan of opnieuw beginnen van inspirerende kraakgroepen in de Zaanstreek, Groningen, Amersfoort en Twente hebben ook vele mensen aan onderdak geholpen en discussies doen oplaaien.

Duidelijk is dat het nut, de noodzaak en de lol van kraken er nog steeds zijn.

Kraken gaat door!


Extra

Afstreeplijst kraakvoorbereidingen

Uitzoekwerk:
– observatie
– duur van de leegstand/laatste gebruik
– bestemming volgens bestemmingsplan
– rechthebbenden: eigenaar, betrokkenen en hun adressen
– kadasterpapieren
– kamer van koophandel
– plannen: te huur/te koop (bord, advertenties en internet)
– plannen: vergunningen/ aanvragen/ aanschrijvingen
– makelaar/aannemer en hun adressen
– telefoontje/bezoek bouw en woning toezicht
– advertenties regioblad/ stadsblad
– bezoek wijkcentrum, mogelijk gesprekje met buren.
– monumentale status

verder te regelen:
– verklaring inkomen en vermogen
– advokaat
– verzameladres
– mobilisatie voor daadwerkelijke kraakaktie

spullen:
– kopies van papieren mbt het pand, de eigenaar en de duur van de leegstand
– (mogelijk) concept kortgeding tegen de staat
– eventueel van belang zijnde jurispudentie, uitspraak van het Hof LJN BO3682
– breekgereedschap, schat in wat je denkt nodig te hebben
– slot(en) en gereedschap om het in te zetten, reparatiemateriaal.
– kraaksetje: tafel, bed en stoel
– barrikademateriaal (bijv. platen, bedspiralen, bouwstempels) en gereedschap om het vast te zetten
– vervoer van de spullen
– buurtpamfletje, spandoeken en evt. persbericht
– licht, kaarsen en stoppen
– eten en drinken
– bezettingsrooster en alarmlijst

Rolverdeling:
– woordvoerder bij het verzamelen
– brekers
– binnenploeg
– politiewoordvoerder, met het telefoonnummer van de politie
– uitkijk
– media woordvoerder
– bezettingploeg voor eerste dagen


Verder lezen:

Duivenvoorde, E. (2000) “Een voet tussen de deur, Geschiedenis van de kraakbeweging 1964-1999”.

Bilwet, (1990) “Bewegingsleer”. Soms in roofdruk verkrijgbaar en ook integraal op internet via https://networkcultures.org/bilwet-archive/bilwet/Bewegingsleer/inhoud.html. De Engelse versie, “Cracking the movement”, is nog in druk verkrijgbaar en eveneens integraal op internet via http://archiv.squat.net/cracking/index.html

Poppe, i., Rottenberg S. (2000) “De kraakgeneratie, 18 portretten van krakers uit de lichting 1955-1965”, gedeeltelijk op internet via http://squat.net/archiv en ook in de ramsj verkrijgbaar voor 6,50 via leverancier Fort van Sjakoo.

SPOK, (1994) “De heren zijn toch geen inbrekers? Handleiding voor onderzoek naar personen en zaken” op internet via http://www.xs4all.nl/~ravijn/spok Wilde achtergrond verhalen van het Spekulatie Onderzoeks Kollektief over huiseigenaren, speculanten en opmerkelijke kraakakties op www.speculanten.nl

De Graad F., van Meel E., Verbruggen J.(2000) ‘’Zwartboek ontruimingen’’ Beschrijving van een aantal dubieuze gerechtelijke uitspraken en de gevolgen daarvan voor de Amsterdamse kraakpanden in de periode ‘93-’99.

SPOK. (2010) “Van wie huur, koop of kraak ik eigenlijk?” Handleiding voor on-line onderzoek naar huisbazen en vastgoedtransacties. Leert je in een handomdraai alle achter­ gronden van je pand of eigenaar uit te zoeken. Zowel op papier als ook on-line te lezen.

Flinthoff A., de Wit A. SPOK / Huurdersvereniging Oost (2011) “In de lift” Boekje wat aan de hand van verschillende praktijkvoorbeelden het gentrificatie van de Amsterdamse Indischebuurt laat zien. Zowel op papier als ook online te lezen.

De kraker, de agent, de jurist en de stad (2014) is een onderzoeksjournalistieke graphic novel. Geschreven door drie journalisten en getekend door drie stripmakers. Zie https://kraakdossier.nl/

De Vrije Ruimte heeft een overzichtelijke site gemaakt met informatie over het in eigen beheer nemen van woon-werk-en-cultuurpand. http://www.vrijeruimte.nl/

Vereniging Solidair, levert o.a. adviezen bij aankoop en legalisering. Zie www.solidair.nl

Boekhandel Het Fort van Sjakoo heeft de eigen winkelruimte aangekocht. Een verslag van de actiekampagne gevolgd door de aankoopkampagne van 2003 kan je vinden op http://fortvansjakoo.nl/

Andere voorbeelden van recentelijk uitgeplaatste dan wel gelegaliseerde krakers https://acu.nl/ (Acu in Utrecht), http://www.xs4all.nl/~hbosch (Hotel Bosch te Arnhem) en https://grotebroek.nl/ (Grote Broek te Nijmegen).

Zie ook woningbouwvereniging Soweto https://soweto.nl/ en Urban Resort https://www.urbanresort.nl/