De stand van kraken

  De stand van kraken


DOOR DE ONTRUIMING VAN EEN GROOT AANTAL KRAAKPANDEN, EIND VORIG JAAR, ZIJN VEEL MENSEN IN AMSTERDAM OP STRAAT KOMEN TE STAAN. 00K ENKELE Z-VERKOPERS ZIJN HUN ONDERDAK KWIJT EN EEN GROTE GROEP ‘NIEUWE’ DAKLOZEN MOET MAAR ZIEN DAT ZE WEER ERGENS ONDER DE PANNEN KOMT.

Kraakpand aan de Huddekade
Mathilde Karrer


Na het rumoer van de jaren zeventig en begin jaren tachtig heeft de krakerswereld lange tijd ogenschijnlijk een wat sluimerend bestaan geleid. Natuurlijk ging het kraken door, maar zowel overheid als kraakbeweging leken hun onverzoenlijke houding te hebben laten varen. De krakers gingen hun gang in hun zelfgetimmerde wereldje, de scherpe kantjes waren eraf en van luizen in de pels van de maatschappij verwerden ze geleidelijk tot hoeders van een subcultuur. Een subcultuur waarin het bruiste en broeide, maar waar de buitenwacht weinig van vernam, of in elk geval nauwelijks last van had.

Van tijd tot tijd ging het er nog altijd hard aan toe -een van onze verkopers verloor een aantal vingers tijdens een ontruiming- maar vaker was er sprake van ludieke acties. Waar de politie het goed vond dat met geluidswagens en live radiouitzendingen ontruimingen werden opgeluisterd en nieuws en instructies werden verstrekt, hadden de krakers soms de koffie klaarstaan als de ME hun zwaar gebarricadeerde fort had genomen.

Naar buiten toe ontstond een beeld van haast gezellige onderonsjes; de Swiebertjes versus de Bromsnorren van deze tijd. Sinds een paar maanden lijkt het tij te zijn gekeerd. De dijken rond het poldermodel beginnen te scheuren, de blikken worden grimmiger, de posities worden weer ingenomen. De ontruiming van de Kalenderpanden joeg voor het eerst sinds jaren weer intellectuelen in de pen en sympathisanten de straat op voor grootscheepse steunbetuigingen. Krakers klommen op de barricaden voor keihard verzet. Ontruimingen in en rond de Tolstraat in de Pijp, en later van de Cineac, verliepen ineens niet meer volgens het bijna oubollige stramien van ludieke actie tegen milde dwang. Ook bij Z merken we dat er iets begint te broeien.

‘Joe from Scotland’
Foto: Mayanne Konst


Daklozen en krakers schurken tegen elkaar aan in het schemergebied tussen wonen en op straat slapen. Verschillende Z-verkopers hebben een krakersverleden, kraken nog steeds, of vinden tijdelijk onderdak als kraakwacht of in een leeg staand pand. En wanneer kort na elkaar enkele grote ontruimingen plaatsvinden, staan ineens honderden mensen extra op straat. Onder hen een aantal Z-verkopers.

Lance is niet te spreken over de aanpak van de politie. Op 19 december werd het blok kraakpanden in de Pijp waar hij onderdak had gevonden onaangekondigd ontruimd. “We hadden niet eens de kans om onze spullen een ander plekje te geven, je mocht alleen meenemen wat je kon dragen.”

Ook Margarita had een geimproviseerde woonruimte aan het Hendrick de Keijserplein. Een paar weken eerder had ze nog verteld hoe ze van een vervallen hok een mooie kamer had gemaakt. Zelf had ze er het nodige aan vertimmerd, de muren geverfd, en er wat meubeltjes in gezet. Haar huisgenoot John had haar nog gewaarschuwd. “Ik zei dat ze het niet zo mooi moest maken. In een kraakpand ben je nooit zeker, en als je er uitgezet wordt is alle moeite voor niets.”

ormaal kondigt de politie ontruimingsacties minstens een dag van tevoren aan, zodat bewoners tijdig hun spullen in veiligheid kunnen brengen. De Kalenderpanden zijn een breekpunt geworden, het einde van een status quo. De krakers pikten niet dat deze vrijplaats hen werd ontnomen, in weerwil van de mooie woorden in de nota’s over het broedplaatsenbeleid.

Foto: Mayanne Konst


Burgemeester, politie en andere gezagsdragers waren zeer ontstemd over de harde wijze waarop het bolwerk werd verdedigd. Maar met de stenen die ze in de slag om de Kalenderpanden richting ME wierpen, hebben de krakers ook hun eigen glazen ingegooid.

In de Pijp ging het om rond de honderd gekraakte woningen en rond de tweehonderd bewoners. Om een veldslag te voorkomen, was van overheidswege besloten zonder aankondiging binnen te vallen. Die actie heeft tientallen mensen met de kerst de kou in gejaagd. Margarita slaapt nu ergens in de stad in een ruimte met vier anderen. Geen ramen, matrassen op de grond, en uit de kraan komt alleen koud water. John is na de ontruiming maar weer op straat gaan slapen, de kou ten spijt. “Wie niet in een kraakpand terecht kan, komt op straat terecht. Maar de krakers en de daklozen staan ver van elkaar af. Het zijn verschillende werelden. Echte krakers zie je de Z niet verkopen, en onder de Z-verkopers zijn nauwelijks echte krakers. Ik maak alleen van de gelegenheid gebruik wanneer in een groot kraakpand kamers vrij zijn. Maar ik vertel daar niemand dat ik dakloos ben.”

Twee ‘echte’ krakers die wel de Z verkopen, zijn Bart uit Polen en Lucian uit Slowakije. Zij bevestigen dat Nederlandse krakers zelden of nooit met de daklozenkrant staan. Zelf doen ze dat wel, omdat ze als niet-EU-ingezetenen niet in aanmerking komen voor een uitkering of regulier werk. Volgens Bart zijn er zo veel Oost-Europeanen die kraken omdat ze geen keus hebben. “Voor Nederlanders is de noodzaak minder groot. Voor hen is het, zeker op den duur, makkelijker om aan woonruimte te komen. Wij hebben geen schijn van kans. Bovendien kan ik als kraker leven zoals ik wil. Het is misschien niet altijd makkelijk, maar ik ben er gelukkig mee.”

Foto: Mayanne Konst


“Wat in de Tolstraat gebeurd is, is belachelijk,” vindt ook hij. Bart woont sinds vier jaar in Amsterdam in kraakpanden, speelt in een punkband en is zich aan het bekwamen in het maken van zeefdrukken en tattoos. “Het hing al een tijdje in de lucht dat er ontruimd zou gaan worden. Maar de ontruiming zou aangekondigd worden, en niet zoals nu dat ‘s ochtends niemand ergens van wist en ‘s middags iedereen op straat stond. Een jaar of twee geleden waren er misschien een handjevol ontruimingen per jaar, nu ontruimen ze soms binnen een week, zoals bij de Cineac.”

Zelf heeft Bart ruim twee jaar in de Hugo de Grootstraat gewoond, met twee anderen. “Het huis stond drie jaar leeg toen we het kraakten. Er waren al een hele tijd sloopplannen, maar die werden steeds verder uitgesteld. We kregen van de zomer een brief met de ontruimingsdatum. We zijn netjes weggegaan, want we hadden goed contact met de huiseigenaar. Op dit moment ben ik echt dakloos. Er zijn nu veel mensen die rondzwerven van kraakpand naar kraakpand; een nachtje hier, een nachtje daar. Maar we hebben alweer een pand op het oog. Kraken is misschien een wat onzekere vorm van wonen, maar als je niet zo’n depressief leven wilt leiden waarin je je een slag in de rondte moet werken alleen om je dure huis te kunnen betalen, is het goed te doen. Ik heb inmiddels veel vrienden hier en ik kan meestal wel ergens terecht. Maar degenen die twee maanden geleden aankwamen, hebben echt een probleem. De toekomst zie ik duister in, heel duister. In Berlijn had je ook een heel grote kraakbeweging, die is helemaal weggevaagd. Nederland is daar toleranter in, maar ook hier is de politie strenger geworden. Ze zullen het echter niet kunnen tegenhouden. Als mensen op straat komen te staan, gaan ze kraken. Ze moeten ergens heen, ze geven niet zo snel op.”

Foto: ANP


Met twee anderen heeft Lucian een etage gekraakt in Oud-West. Ook hij woont al bijna vier jaar in Amsterdam. Een van zijn huisgenoten werkt, de ander studeert. Ze hebben goed contact met hun buren en betalen een vergoeding voor gas, water en licht. Naast de tv staat een playstation-set en de woning onderscheidt zich qua inrichting nauwelijks van een studentenhuis. Lucian zoekt de nuance. “Je moet het ook een beetje van de andere kant bekijken. Sommige krakers maken er een puinhoop van. Je moet compromissen sluiten om tussen de normale mensen te wonen. Maar bij de Kalenderpanden hebben ze echt geprobeerd compromissen te sluiten en die werden genegeerd. De krakers hebben een eigen subcultuur, die heeft ook recht om te bestaan. En zolang ze anderen niet lastigvallen, moet dat kunnen.”

Op dit moment woont Tonie bij Lucian in. Ook Tonie zat in de Pijp. “We zaten daar omdat we tegen de sloop waren; ze willen daar heel dure panden neerzetten. Het was een actie tegen het platgooien van wat betaalbare woningen waren. Ik ben tegen leegstand. Dat vind ik het allerergste wat er is. En er staan zoveel panden leeg die wachten om gesloopt te worden, zodat men er dure yuppenwoningen neer kan zetten.”

Beiden geven toe dat het in de Pijp uit de hand begon te lopen. Tonie: “Ze waren blij dat we weg waren. Het werd daar wel een puinhoop. Je hebt krakers die er echt wat van willen maken, maar je hebt ook toeristenkrakers. Veel Spanjaarden, Italianen en Engelsen komen naar Nederland toe, blijven een jaartje, en trekken zich van niemand iets aan. Dat zijn degenen die het verpesten voor de krakers die wel goede bedoelingen hebben.”

Kraakpand aan de Weteringschans – de woonkamer
Foto: Mathilde Karrer


Ook hun huisgenote Floor kraakt uit principe. “Zo kun je aan de buitenwereld laten zien dat er iets niet goed zit. Als je vertelt dat je kraakt, reageren mensen soms nogal verbaasd. Ze hebben vaak niet in de gaten dat er toch nog zo’n grote leegstand is in de stad. Ze weten wel dat er woningnood is, maar niet dat het pand naast hen al drie jaar leegstaat.”

Z-verkoper Peter heeft in de jaren zeventig in de kraakscene gezeten. Volgens hem is er veel veranderd. “Ik vind dat er de laatste tijd zowel van de krakers als van de overheid te veel agressie uitgaat. Vroeger was het heel anders. Als we zagen dat een pand een tijdje leegstond, dan kraakten we het, zochten de eigenaar op, gingen een gesprek met hem aan. Toen moest iets zes maanden leegstaan, dan mocht je kraken. Nu moet het een jaar leegstaan. Waarom? Ze willen het daklozenprobleem aanpakken, maar laten die panden leegstaan. Je zou er bij wijze van spreken na een maand al mensen in moeten zetten. Zo krijg je er alleen maar daklozen bij.”

Ook Peter merkt dat de druk op de opvang toeneemt. “Probeer maar eens een bon te krijgen voor het Stoelenproject. Bij het Leger des Heils, waar ze die bonnen uitdelen, is er elke keer weer mot. Er is veel te weinig opvang en op straat komen er steeds meer mensen bij. En wat doen die Spanjaarden hier op straat, die hier onze plaatsen innemen? Ik gun iedereen een dak boven zijn hoofd, maar die lui komen hier goedkoop vakantie vieren. Ze moeten meer lege panden beschikbaar stellen aan daklozen om het daklozenbeleid te steunen. Meer kans geven om mensen als kraakwacht op een pand te laten passen, desnoods tegen een bepaalde vergoeding. Ik begrijp best dat mensen wantrouwen hebben tegen daklozen, maar dankzij Z leren ze ons een beetje kennen en zullen ze misschien minder snel denken dat we onbetrouwbaar zijn.”

Kraakpand aan de Weteringschans – de kamer van Robert
Foto: Mathilde Karrer


Veel speculanten zetten tegenwoordig kraakwachten in lege panden om te voorkomen dat er gekraakt worden. Vaak gaat het dan maar om twee of drie mensen die in enorme kantoorgebouwen zitten. Om dat soort situaties te voorkomen pleit Peter er dan ook voor het systeem van kraakwachten centraal te organiseren. “Wat de overheid zou moeten doen is die lege panden, desnoods geregistreerd, vrijgeven tot er wat mee gebeurt. Er moet geselecteerd worden. Ze moeten die verschillende groepen die niet bij elkaar passen niet samen in een pand zetten. Er moeten goede afspraken worden gemaakt. Dan krijgen ze meer overzicht en weten ze ook wat voor mensen problemen geven. Dan houden ze het veel meer in de hand en hoeven ze ook niet met harde hand te ontruimen.”

FLIP VAN DOORN / Daklozenkrant Z, 10 feb 2001